Anatheïsme – anders spreken over God. Zomer 2013

Anatheïsme – oftewel: anders spreken over God

door ds. Wim Jansen

In sommige delen van de wereld behoort iedereen tot een godsdienst. In het Westen echter, en vooral in Europa, kennen we de scheiding der geesten die we aanduiden als theïsme en atheïsme. De kloof tussen wel of niet in God geloven.  Dit artikel is een pleidooi om die scheiding achter ons te laten.  Theïsme en atheïsme beschouw ik als achterhaalde begrippen.  

Dualisme

Wat is theïsme? Het geloof aan een als schepper boven de mens staande, zelfbewuste, persoonlijke, levende God. De theïst gelooft dat God bestaat als een zelfstandige entiteit God, een wezen boven onze werkelijkheid en hij gelooft daarmee ook in een werkelijkheid boven de onze.  Anders gezegd, in het theïsme, met uitzondering van het pantheïsme, wordt uitgegaan van dualiteit: deze wereld en een “bovenwereld”.

Wat is atheïsme? De ontkenning daarvan.

In de discussie tussen theïsten en atheïsten is die dualiteit telkens de inzet en het punt van vervreemding. De wegen gaan uiteen in de al dan niet aanname van een  werkelijkheid buiten de onze.

Het wordt tijd om deze kloof te overbruggen. Uitgaande van het moderne wereldbeeld is er maar één werkelijkheid en die sluit zoiets als God niet uit maar in.

 

Mier

Toen ik op een zomerdag in de tuin zat te schrijven liep er een mier over mijn laptopscherm. Ik stelde mij zijn universum voor en bedacht: deze mier heeft geen flauw idee welke diepzinnigheden zich onder zijn pootjes bevinden. Wat hij voornamelijk waarneemt is een glad oppervlak. Voor het overige ruikt hij wellicht iets zoets tussen de struiken, ontwaart het licht om hem heen en vermoedt vaag een monster met reusachtige sprieten achter zich. Hij heeft geen enkel benul dat dat monster een bedaagde theoloog is die vreselijk belangrijke dingen zit te doen, net zoals hij geen notie heeft van die mooie vrouw aan de andere kant van de tafel, laat staan wat er in Syrië gebeurt.

Zijn voelsprieten zijn niet toegerust om dat “meer” en dat grote licht te bevatten. Niettemin is het  dezelfde werkelijkheid! Mijn formuleringen onder zijn pootjes, Syrië, de zon etc. behoren niet tot een  tweede, gescheiden universum, nee, hij mist eenvoudig het instrumentarium om de gehele werkelijkheid te bevatten.  

 

Noemen 

Op een hoger niveau is de mens als de mier. Er is maar één werkelijkheid, echter, die is groter dan wij voor mogelijk houden. Zij gaat ons te boven. Anders gezegd, zij transcendeert ons, niet omdat het een ander universum zou zijn maar omdat ons instrumentarium te beperkt is.  

In tegenstelling tot de mier hebben wij als mens wel een intuïtief besef van wat ons te boven gaat, bijvoorbeeld in schoonheid, mysterie, het heilige, liefde. Psychologisch vertaalt zich dat besef in huiver of verrukking  die we ervaren. Het is afhankelijk van ons religieuze referentiekader of wij die ervaring met het woord God in verband brengen. Seculiere dichters  hebben er andere metaforen voor, bijvoorbeeld licht, water, adem, systeem (Vroman). De ervaring van het heilige is geen privilege van religie.  

God is niet een bestaande feitelijkheid of persoon. God is wat wij God noemen. Het is een soortnaam die wij toedichten aan de ervaring van iets dat zuiver is, teer, heerlijk, overvloedig. Het woord God is een metafoor.    

 

Anatheïsme

Dit spreken over God maakt de termen theïsme en atheïsme overbodig. In de nieuwe theologie heet het: anatheísme. Op twee manieren te verstaan: an-atheïsme, d.w.z. geen atheïsme. En ana-theïsme, wat betekent: aan het theïsme voorbij. De ervaring van het heilige is hierin niet minder, integendeel, het maakt het mysterie alleen maar groter. Religie is te klein om het te bevatten.  

Mystici als Meister Eckhart, Spinoza en Dag Hammarskjöld spraken al op deze wijze over God. Jammer dat er zo slecht naar de stem van de mystiek is geluisterd.