Loslaten. Eeuwigheidszondag 2012

Voor de kinderen: Een droevig verhaal en ook weer niet…

 

Een kudde olifanten sjokte door de woestijn.

Nou ja, woestijn – het was geen echte woestijn,

maar door de droogte leek het land op een woestijn.

De olifanten waren dan ook al heel lang op zoek naar water!

Water!! Water!!!

Ze wisten dat ze het op den duur wel zouden vinden.

Maar het was nog zo ver, zo verschrikkelijk ver…

De jongste, de kleinste, Ollie Olifant, kon bijna niet meer.

Met z’n slurfje probeerde hij de staart van z’n moeder Ola vast te houden.

Maar steeds werd het zwart voor z’n ogen.

Zou hij het volhouden??

 

Op een dag was het zo vreselijk heet en droog dat Ollie in elkaar zakte.

Hij kon niet meer.

Z’n moeder en tantes duwden tegen hem met hun slurven en poten.

Maar het hielp niet meer.

Daar, op dat droge land, stierf Ollie Olifant.

En toen deden de grote dieren wat olifanten altijd doen:

Ze bleven lange tijd staan in een kring rond Ollie.

Ze raakten hem aan en liepen om hem heen.

Het leek alsof ze geen afscheid konden nemen.

 

Maar toen liep moeder Ola als eerste weg.

Ola wist dat ze verder moesten, dat ze Ollie hier achter moesten laten.

Ze wist ook dat het goed was zo.

Ollie had een kort, maar een fijn leven gehad.

Hij had gespeeld en lekker gedronken en gegeten.

Hij had in de modder gerold en water gespoten met zijn slurf.

Hij had de aarde onder zijn poten en lijf gevoeld.

En nu mocht hij in de aarde rusten.

Moeder Ola wist dat ze Ollie nu ook met rust moest laten.

En zo trokken ze verder, naar de rivier…

 

Wat vooraf ging … aan I Samuel 28:15-20

Lieve mensen, spiritisme in de bijbel. De meesten van u zullen het verhaal kennen. Saul, de sympathieke, bescheiden  veehouder, is door de profeet Samuel tot koning gezalfd. Gaandeweg Sauls koningschap lijkt hij te veranderen. Hij wordt heerszuchtig en jaloers, zodanig dat Samuel hem moet vertellen dat God het koningschap van hem heeft afgenomen en aan iemand anders, namelijk David, zal geven. In een verschrikkelijke, kansloze oorlog met de Filistijnen raakt Saul in paniek en besluit de inmiddels overleden Samuel nog een keer te raadplegen. Daarvoor moet hij uiteraard terecht bij een spiritistisch medium, nota bene door hem zelf verboden in Israel. Bij dit medium, een weduwe in Endor, verschijnt Samuel hem inderdaad, maar Saul knapt er niet van op. De dode Samuel heeft exact dezelfde boodschap als de levende.

Op dat punt, I Samuel 28:15, beginnen we te lezen.     

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

Meditatie

 

Lieve mensen,

olifanten lijken te treuren bij hun doden,

ze nemen afscheid – maar dan gaan ze ook

en laten hun gestorvene achter.

Zo gaat het bij olifanten, maar goed, wij zijn geen olifanten

en we hebben ook geen olifantshuid.

Hoe gaat het bij mensen?

Ik signaleer een patroon, een trend van toenemende aandacht

voor de geheimen van wat genoemd wordt “gene zijde”.

Zo zien we in de maand november op tv een bijna rage

van programma’s over de dood.

Allerzielen leeft volop, ook steeds meer in protestantse kringen

en bij mensen die niet geloven.

Ook deze zondag vandaag, Eeuwigheidszondag genaamd,

lijkt doorgedrongen in alle protestantse kerken.

 

Aandacht voor de doden.

Het roept de vraag op: hoever moet je gaan?

Afgezien van deze op zich gezonde aandacht en het respect

voor de geliefden die gestorven zijn,

zien we ook dat er steeds meer gezocht wordt naar contact met de doden.

Daar wordt een grens opgezocht

die ons midden in het verhaal neerzet

van Saul bij het medium te Endor.

 

Dat verhaal – ik zal het niet verbloemen –

heb ik altijd een verschrikkelijk verhaal gevonden.

Waarom?

Om te beginnen vanwege de ongrijpbare, spookachtige sfeer

van geesten oproepen en angstaanjagende verschijningen

waar ik persoonlijk niet op zit te wachten.

Vervolgens vanwege de tragiek van de mij sympathieke Saul :

De wanhoop en de angst waarin hij wegzinkt,

zijn uitzichtloze toekomst, een perspectief

dat hem uiteindelijk tot een afschuwelijke zelfdoding brengt.

Hij stort zich in zijn zwaard.

Maar vooral vanwege het onverbiddelijke,

nog steeds onverbiddelijke oordeel dat Samuel over hem uitspreekt:

God is immers van u geweken en uw vijand geworden.

Hij heeft het koningschap van u afgescheurd en het aan David gegeven.

Samuel verklaart God tot Sauls vijand en noemt hem een verworpene.

Je moet het maar durven, dit tegen iemand zeggen.

Je zou van een overledene ook een mildere boodschap verwachten…

 

Dit soort verhalen heeft veel schade aangericht.

Ik heb een jongen gekend die er bijna aan onderdoor ging.

Deze jongen was, zoals veel adolescenten, in een depressie geraakt.

Hij vond zijn hele leven waardeloos.

Alles was mislukt: opleiding, werk, een liefde.

Hij vond vooral zichzelf waardeloos.

Omdat hij gelovig was opgevoed zocht hij troost in de bijbel.

En viel midden in dit verhaal over de verworpen koning Saul!!

Hoezo troost??

Hij las het hele verhaal en merkte hoe Saul het keer op keer ingepeperd kreeg:

Dat God hem als koning had verworpen – tot in het bittere eind.

Hij betrok het op zichzelf.

Ik ben als koning Saul, dacht hij, ik heb het voorgoed verbruid.

Er is voor mij geen redding meer.

 

Het was op grond van dit soort misverstanden

dat ik het een vreselijk verhaal vond.

Wat mij heeft gered is het leren lezen van bijbelverhalen.

En het heeft mij er voor eens en voor altijd van overtuigd

dat je de bijbel moet leren lezen.  

Toen ik de achtergrond van dit verhaal doorkreeg

vielen de stukken op hun plaats en kon ik er anders naar kijken.

Wat is hier aan de hand?

De bijbel is geschreven door mensen.

Ook al herkennen wij daarin nu en dan Gods stem,

dat neemt niet weg dat het geschriften van mensen zijn.

Mensen, vogels van diverse pluimage,

mensen met zwakheden, mensen met meningen,

mensen ook met politieke voorkeuren.

Het is gebleken dat deze reeks verhalen over Saul en David

geschreven zijn door voorstanders van het Davidische koningshuis.

Zij hebben een belang!

Zij laten niet na telkens te benadrukken

dat David de door God gewilde koning is – en niet Saul.

Daarom laten zij Samuel het er zo inwrijven bij Saul…

Dat plaatst alles in een volstrekt ander perspectief.

Onder andere vanwege deze jongen heb ik de theologiestudie ervaren

als bevrijding, bevrijding van de bijbel als klemmend geschrift.

 

Eenmaal met die wetenschap in het achterhoofd

ga je het verhaal met nieuwe ogen lezen,

en dan verschijnt er een gelaagdheid in het verhaal

waar wij wel ons voordeel mee kunnen doen.

Er is een diepte in die de schrijvers vermoedelijk zelf ook niet peilden.

Wat zien we in de – niet historische maar symbolische – rolfiguur van Saul?    

Hij kan de doden niet loslaten!

Hij wil hen om zich heen hebben als waren zij nog levend,

als waren zij nog de individu zoals hij hen heeft gekend.

Wanhopig klampt hij zich vast aan de profeet die hem ooit tot koning zalfde.

Zodanig dat hij hem oproept in een nota bene door hemzelf verboden seance.

En ja, als hij zo zijn heil zoekt in het verleden,

dan is het niet vreemd dat hij ook het antwoord krijgt uit dat verleden.

Een antwoord dat hij al kende en dat dus niets toevoegt. 

Saul laat de doden niet met rust…

Hij trekt hen in hun menselijke individualiteit zijn leven binnen,

alsof er geen geheim is, geen verhullend gordijn, geen grens

tussen deze en gene zijde.

Hij wil de doden terughalen zoals die in levende lijve waren –

en zo werkt het niet.

 

Het kan ook anders – heel anders.

Dat lezen we in Mattheus 28.

Jezus wordt niet opgeroepen in een seance, maar verschijnt zelf.

En hij verschijnt niet als de gewone menselijke rabbi,

niet zoals men hem had gekend.

Nee, Mattheus tekent hem hier als een – hoe zal ik het zeggen –

een Jezus van “gene zijde”.

Later zouden we dat gaan invullen en het noemen:

de opgestane en vergoddelijkte Christus – maar dat is theologentaal.

Laat ik het dichterbij halen:

Jezus deelt zich hier aan zijn geliefden mee in zijn essentie.

In datgene wat van een mens overblijft

als hij door de zeef van de dood is gegaan.

En het enige wat van een mens overblijft

is het stukje God dat hem bezield heeft.

Dat is de ziel, de kern.

En die kern bestaat uit: liefde.

Luister maar wat Jezus’ boodschap is.

Nee, geen onheilsprofetie zoals bij Samuel, maar belofte:

Ik ben met je tot aan de voleinding.

 

En dat is precies zoals wij het zelf ervaren met onze gestorven geliefden.

In hun essentie,  in hun “deel van God geworden zijn”,

zijn zij met ons tot aan de voleinding van ons eigen leven.

Niet in hun individualiteit, niet in hun concrete mens-zijn,

maar als geestelijke nabijheid, in hun “ik ben met je”,

in het vuur van hun liefde blijven zij met ons.

Voor dat besef, dat heerlijke, warme besef

hebben we geen seances nodig, geen “contact met de doden”,

geen krampachtig vasthouden en terugroepen van het verleden.

In dat besef kunnen we onze geliefde doden loslaten.

Loslaten in het licht.

In dat besef kunnen we ook onszelf loslaten.

Amen

Moment van inkeer, stilte en gebed

Gij, die het leven zelf zijt,

stroom van barmhartigheid door de tijd,

als licht zijt Gij in ons leven aanwezig,

soms ervaren wij de troost van uw nabijheid,

in U vinden wij rust,

weldadig is uw stilte…

Kom tot ons en over ons met uw Geest.

Bemin ons en schenk ons liefde,

liefde voor het leven, voor elkaar, voor onszelf en U.

Vergeef de hardheid en verkilling.

Genees onze pijn en verzacht ons gemis.

Wees aanwezig,

zoals Jezus aanwezig was en is

in licht en liefde.

Amen.

 

 

 

 

 

  

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

Gebeden

Nee, niet de wegstotende, niet de verwerpende zijt Gij,

niet het harde oordeel, niet de wraak,

mild zijn uw ogen en vriendelijk is uw licht.

Als glans van goedheid zijt Gij om ons heen,

als bron van vrede in de diepte van onze ziel,

zoals onze gestorven geliefden om ons heen zijn en in ons,

gezuiverd en geheeld,

teruggebracht tot pure liefde,

tot beeld van u.   

 

In onze voorbeden noemen wij:

de spanningen tussen Israel en de Palestijnen…

de vluchtelingen en de oorlogsslachtoffers in Kongo…

al die andere plaatsen in de wereld waar mensen niet veilig zijn…

de onrust en zorgen in onze eigen samenleving…

al die mensen die hun baan hebben verloren…

allen die te maken hebben met ziekte in hun omgeving, pijn, lichamelijk en geestelijk, eenzaamheid…

allen hier die de naam van hun geliefde hoorden noemen, allen die een gemis ervaren, het verdriet van zovelen…  

Wij laten los in uw stilte…

We bidden het gebed dat Jezus ons heeft geleerd: Onze Vader…