ONE – De psalmist, Plotinus en Bono in één

We zijn stil voor de concentratie op het heilige in mijmering, gebed of meditatie, aan de hand van de volgende tekst:

 

… ik lig ontbonden in een diepe rust,

ik weet het nu, ik hoor nu voortaan toe

aan een werk dat stil is en heimelijk

dat is van de bomen, die wiegen met de wind,

dat is van de zon, die glinstert op de rivier,

dat is van de regen, die ritselt in het gras,

dat is van de vochtige ogen van dieren

ik zal nu altijd vrij zijn en alles verliezen…

(fragment uit “Kentering” van J.C. van Schagen)

 

Lezingen van de teksten:

 

Plotinus’ contemplatie op “eenwording met het onbeschrijflijke ene”:

Mijn enige streven op aarde is om het goddelijke in mijzelf terug te geven aan het goddelijke in het universum.  

 

U2, fragmenten uit “One”:

We’re one, but we’re not the same,

We got to carry each other, sister, brother.

But we hurt each other and we do it again.

(…)

Did you come here for forgiveness?

Did you come to raise the dead?

Did you come here to play Jesus

to the lepers in your head?

(…)

Love is a temple, love the higher law…

 

(we zijn een, maar we zijn niet eender,

we moeten elkaar dragen, zuster, broeder,

maar we kwetsen elkaar en dat doen we telkens weer.

(…)

Ben je gekomen voor vergeving?

Ben je gekomen om de doden op te wekken?

Ben je gekomen om Jezus te spelen

voor de melaatsen in je hoofd?

Liefde is een tempel, liefde de hogere wet…)

 

Psalm 27: 1-4 (Naardense bijbel – door de lector) / Lukas 10:38-42

 

 

Opstapje naar het thema: Hoe overleef ik?

Jullie kennen vast de serie “Hoe overleef ik?”, over dat meisje dat je steeds hoort denken wat zich in haar hoofd afspeelt en dat dan vaak iets anders zegt. Ik speel nu een jongen, Marc, die verliefd is op een klasgenootje, Mabel. Marc wil het haar duidelijk maken, maar hij is erg verlegen. Ik speel dus Marc z’n gedachten en wat hij zegt. Links is de ene gedachte van Marc, rechts de andere gedachte en als ik in het midden sta zeg ik wat Marc uiteindelijk zegt.

Links: …oeps… daar komt ze. Wegwezen…

Rechts: Toe joh! Niet zo flauw…

Links: … nou eh… ik zeg het later wel…

Rechts: Wat ben jij een ongelooflijk bang ventje, zeg!

Midden: …o..eh.. hoi, Mabel…

Links: Zie je wel! Ze ziet me niet eens staan…

Rechts: Nee, natuurlijk niet, slappeling, als jij je zo’n beetje verstopt…

Links: … maar ik denk eigenlijk dat ze Joris veel leuker vindt…

Rechts: Joris? Ah man! Dat is echt een vergissing van de evolutie!

Links: O kijk, nu komt ze toch naar me toe…

Rechts: Kijk haar dan aan, man! En doe wat!

Midden: …o…eh… hoi, Mabel…

Links: Waar zal ik eens over beginnen? Oei! Ik voel me rood worden, geloof ik…

Rechts: Ja hoor… staat ie weer te blozen. Wat ben je toch ook een sukkel!

Links: Maar Joris is veel knapper en leuker dan ik…

Rechts: Ja, klopt, je ziet er niet uit, man…

Midden: Hoi Mabel, heb je … eh… heb jij je huiswerk gemaakt?

Links: Ja, ik moet toch iets zeggen…

Rechts: Goed gedaan, Marc! Huiswerk! Interessante gespreksstof!

Links: Tjonge jonge, wat lacht ze toch lief…

Rechts: Ja, maar niet naar jou, loser!

Links: Wel! Wel waar! Ze lacht naar mij!

Rechts: En nu doorpakken dan! Komaan! Hup! Zeg het!

Midden: Mabel, ik ben verliefd… op wie??… Op jou natuurlijk!… Wàt zeg je??…

Links: Yes!!! Yes!!! Yes!!!

Rechts: Yes!!! Yes!!! Yes!!!

…Over al die dingen in je hoofd gaan wij hier met elkaar nadenken. Als je wilt kunnen jullie het er in de bovenzaal ook nog over hebben….

 

Korte uitleg vooraf Psalmen

Die psalmen! Wat doe ik u aan? Toch ben ik blij dat ze in het nieuwe Liedboek staan en nu gelukkig ook met andere bewerkingen. Die zou ik graag een keer met u zingen, maar dan met de cantorij erbij.  Ze zouden een nieuwe vertaling behoeven! Laten we nu proberen door die oude en soms oubollige woorden heen te kijken. Ik wil de psalmen graag opnieuw leren verstaan, namelijk als echte poëzie. Dat opnieuw verstaan betekent voor mij vooral innerlijk verstaan.

Best mogelijk dat ze anders zijn bedoeld, maar daar kunnen we niets meer mee. Laten we het universele gevoel zoeken, de psychische binnenkant, achter de liturgische tempelteksten, als beelden van de woede in onszelf, de stemmen in ons hoofd, de angst, de overgave, het verlangen naar heelheid, eenheid: integriteit. Dat noemen we: dieptepsychologisch Bijbellezen…

Laten we proberen ook op deze wijze psalm 27:2 te zingen.

 

Vlak voorafgaand aan meditatie:

Lieve mensen, in de meditatie maak ik met u een wandeling. Een wandeling door mijn ziel, misschien als een spiegel van de uwe, onderbroken door stiltes, langs de psalmdichter, langs Plotinus, langs Martha, en langs Bono van U2, om uiteindelijk terug te keren in de menselijke ziel.

 

Meditatie: op zoek naar het ene. 

Goedemorgen, mijn ziel, wat ben je onrustig in mij – soms.

Heel nu en dan ben je een stil water, een kalm kabbelend beekje.

Soms ben je stromend, borrelend, vallend in de diepte.

Vaak ben je onstuimig, opspringend, klotsend,

botsend tegen je grenzen, overlopend, bijtend in jezelf.

Wat gebeurt er allemaal in jou, mijn ziel?

Wat vindt er allemaal plaats in jou,

meestal zonder dat iemand het ziet of merkt?  

Ja, je hebt al beter dan vroeger geleerd om jezelf te laten zien.

Soms durf je zelfs in jouw diepten en krochten te laten kijken,

maar vaak leid je een dubbelleven,

is er verschil tussen jou en het woord dat uit jou opborrelt.

Mijn ziel, je staat bol van de tegenstellingen.

Je wilt tegelijk het kwade en het goede.

Je zoekt tegelijk het heil voor jezelf en dat voor anderen.

Vaak bijten ze elkaar, die neigingen in jou.

En soms ook ben je je eigen vijand.

Dan maakt jouw ene kant de andere zwart.

Dan haat je jezelf en tegelijk ben je narcistisch verliefd op jezelf.

Zoal Leo Vroman zei: Vergeefs heb ik mijn ziel zo liefdevol gehaat.

Ooit, lang geleden, heb ik er zelf ook eens een gedichtje over geschreven,

over dat gesodemieter in jou, mijn ziel, over :

… dat levenslang gevecht

tegen jezelf, want altijd weer

sta je jouw leven in de weg.

Je naam is Legio,

is Tegenheid, Gespletenheid,

is Muur, is Rust Noch Duur,

Verbetenheid…

… (korte stilte)…

 

Er is dus poëzie voor, voor die tegenstemmen in jezelf,

voor de aanklager in jezelf die je influistert dat je niets bent,

de onruststoker die de liefde niet gelooft – er niet op durft te vertrouwen.

Goedemorgen, psalmist, jij tokkelaar op de snaren, minstreel Gods. 

Jij oude dichter van eeuwen her.

Heel velen van ons heb je niet blij gemaakt.

De ouderen onder ons moesten kreupele berijmingen uit hun hoofd leren,

en nog zingen we jouw vlammende teksten in een dorre taal

vol begrippen die ons niets meer zeggen … brrr!

Maar, help ons, psalmist, woeste dichter, hartstochtelijke schilder,

help ons om de felle kleuren van het leven zelf weer te ontdekken

onder de stoffig berijmde laag van het kerkelijk lied.

Help ons om de ongerijmdheden en grilligheden

en scherpe gevoelens van onze ziel weer te herkennen in jouw oude lied.

Ontroer ons weer met het pure, wanhopige verlangen naar God,

verlangen naar echtheid en eeuwigheid, naar levende liefde.

Bestook ons met de incorrectheid, de vloeken en de woede in jouw lied.

Dat oude, liturgische lied van jou, dat de mensen van toen zo raakte,

dat ze het gingen zingen in de tempel,

dat ze er samen troost uit putten en rust en kracht,

dat het de gedeelde, heilige tekst van Israel werd.

Die tegenstellingen in onze ziel, daarover gaat het in dit lied, deze psalm,

voor ieder herkenbaar, daar hoef je niet joods of christelijk voor te zijn.

Het is universele poëzie – luister maar en herken uw eigen ziel:

De Ene is mijn licht en mijn redding…

In elke menselijk geest is een domein van “licht”: ervaring van diepe eenheid.

Dat is het domein waar ruimte is voor de dingen van God of het goddelijke.

De breinbazen noemen het de Godplek, ook goed.

Dat maakt het niet minder werkelijk, integendeel.

Jij, psalmist, noemt het de Ene.

Maar je hebt ook weet van de donkere kant:

Mensen vol kwaad, die jouw vlees willen eten,

benauwers, vijanden om je heen,

een leger dat zich tegen jou legert,

een oorlog die tegen jou opstaat…

Toe maar, kannibalisme in je hoofd – ja, zo gaat het soms tekeer daarbinnen.

Toen je het schreef heb je vast aan concrete vijanden gedacht, psalmist.

Dat komt nou eenmaal voor – kijk maar naar Syrië.

Jouw psalm is een film van Syrïe… maar het is ook een film van onze ziel.

Negatieve gedachten, angsten en schrijnend verdriet, duistere gevoelens

die jou belegeren van binnenuit, die jou de vrede en eenheid ontnemen,

die jouw Godplek bedekken en dichtstoppen en monddood maken.

Oorlog in je hoofd.

Wat kun je dan verlangen naar rust, naar innerlijke eenheid en verzoening.

En dat verlangen heb je zo prachtig beschreven, psalmist:

Eén ding vroeg ik van de Ene

en dat is wat ik zoek:

te wonen in het huis van de Ene,

te aanschouwen de lieflijkheid van de Ene…

Al jouw woorden strekken zich uit naar dat ene, als ijzervijlsel naar de magneet.

Ze zijn pure concentratie, pure focus, contemplatie op de Godplek:

die innerlijke integriteit, dat volkomen verzoend zijn met jezelf. 

Er gebeurt van alles in je geest maar je kunt het sturen – meer dan je denkt.

Je kunt in je ziel rondzwerven en je focussen op het licht.

Je kunt de plek opzoeken in je geest waar God met grote regelmaat opduikt –

en dan noemen we het meditatie.

In onze tijd is wetenschappelijk aangetoond, psalmist,

wat jij intuïtief al door had: dat het echt fysiek heilzaam is, die focus.

Zoek de kamer van de Ene in het huis van je ziel…

…(korte stilte)…

 

Nee, je hoeft er niet joods of christelijk voor te zijn, om dat ene te ervaren.

Goedemorgen, Plotinus, jij oude Griek uit de 3e eeuw.

Je woonde in Alexandrië en in Rome, man van de wereld was je.

Je diepte de oude ideeën van Plato op, hield ze opnieuw tegen het licht

en de diep doordenkende filosoof in jou kon niet anders

dan uitgroeien tot een mysticus.

Want je ontdekte, al denkend en tegelijk intuïtief verkennend,

dat er iets is dat alle tegenstellingen in de menselijke ziel overstijgt en verbindt:

het ene – en je noemde het “het onbeschrijflijke ene”.  

Het grote geheim waarin alle raadsels van het leven samenkomen,

waarin alles op z’n plek valt.

Het te boven komen van het menselijke ik,

dat in zichzelf verdeelde, vaak in ratio en gevoel uiteengevallen ik,

in het besef dat er één groot universum is, waaraan wij toebehoren.

Van Schagen: ik hoor nu voortaan toe, aan een werk dat stil is…

Je ontdekte dat een mens kan leren om zijn woelende, onrustige innerlijk

te laten rusten in dat grote werk, die ene werkelijkheid.

Dat kan een mens leren door te streven

naar de eenwording met het geheel – of zoals jij het noemde:

door het goddelijke, dat allerhoogste in jezelf, niet voor jezelf te houden,

maar terug te geven aan het goddelijke in het universum.

Uitdelen, weggeven, wat je hebt, zoals Jezus zichzelf uitdeelde…

…hoewel je die nooit hebt gekend.

Het zijn ingewikkelde theorieën, Plotinus, die je erover schrijft,

maar het zijn bespiegelingen van een eenvoudige menselijke ervaring.

Focus je, zo schreef je, in contemplatie op “het onbeschrijflijke ene”.

…(korte stilte)…

 

Uitdelen, weggeven, zoals we dat herkennen in de figuur van Martha.

Goedemorgen, Martha, ijverige dienares, jij bent altijd aan het uitdelen.

Natuurlijk moeten we uitkomen bij wat jij doet: dienen.

Maar dan moet het wel rustig zijn in je hoofd, Martha.

En jij bent verdeeld in jezelf.

Je bent niet echt met dienen bezig… maar met Maria!

Als jij je ergert aan anderen, hoe vaak zegt dat iets over jezelf?

Ik sta maar kort bij jou stil, want ik word nogal moe van je.

Ga nou eerst zelf eens rustig zitten, net als Maria.

Wat hoor ik je bijzondere gast nou zeggen?

Je maakt je druk over vele dingen, maar weinige zijn nodig – of slechts één?

…(korte stilte)…

 

Goedemorgen, Bono, wat een prachtig lied heb je gemaakt.

Een psalm gelijk, wat zeg ik, een evangelieverhaal.

Zoals ieder mens hunker je naar eenheid: ONE.

En je signaleert de innerlijke verdeeldheid:

We kwetsen elkaar en we doen het telkens weer…

Je vraagt het aan je geliefde:

Ben je gekomen om Jezus te spelen

voor de melaatsen in je hoofd?…

Wat heb je het goed door!

Mensen, ook de gezonde mensen, hebben melaatsen in hun hoofd.

Richt je op het ene, zing je, richt je hierop:

Love is a temple, love the higher law.

Liefde is een tempel – dat is dat “ene”.

Liefde is niet ondergeschikt aan de godsdienst, maar andersom.

En dat zeg je dan bijna net eender als die middeleeuwse soefi:

Liefde is mijn geloof: ONE…

…(korte stilte)…

 

En zo komen we dan weer uit bij jou, mijn ziel.

Ben je al tot rust gekomen, mister Tegenheid Gespletenheid..?

Ik zal je een verhaaltje vertellen van Dostojewski, uit zijn boek “Demonen”.

Over bizarre tegenstellingen die soms worden verzoend:

Schoonheid en lelijkheid, vreugde en verdriet, leven en dood,

die samen komen in een alles te boven gaande vrede.

Kirilow, een nihilist en een wrak van een mens, kapot gemaakt door demonen,

ervaart in een flits, vlak voor zijn zelfdoding, intens de schoonheid

van een door de wind bewogen blad in de herfstzon  – en hij zegt:

“Er zijn seconden, misschien maar vijf of zes achter elkaar,

en u voelt opeens de aanwezigheid van de eeuwige harmonie,

die volkomen bereikt is – alsof u de hele natuur voelt en zegt: ja, het is goed.” 

 

Ja, het is goed – heel vaak zie ik mensen zo sterven.

Misschien omdat ze dan opgaan in dat “onbeschrijflijke ene”.

Omdat ze dan pas echt het goddelijke in zichzelf

teruggeven aan het goddelijke in het universum.

Ik zal nu altijd vrij zijn en alles verliezen…

Die kracht heeft een mens in zich:

uit te groeien boven zichzelf, boven zijn overlevingsdrang.  

Zo kan het gaan, mijn ziel, mister Tegenheid Gespletenheid:

dat je tot verzoening komt, zelfs met je eigenheid…

… stilte…

 

Gebeden (met stiltes en Onze Vader)

In uw stilte, onbeschrijflijke ene, laten wij onze hartenkreten klinken.

In liefde zeggen wij onze vragen en pijn uit.

Verlangend naar uw eenheid bidden wij:

Voor de slachtoffers van verdeeldheid en geweld overal ter wereld…

Voor allen die moeten leven met onrecht dat schreeuwt van de aarde, zovelen in grote armoede, voor het project Arsi Negelle van Jan en Greet…

Voor ernstig zieken, en hun geliefden, misschien familie, vrienden van ons…

Voor mensen die lijden onder eenzaamheid, gemis, verdriet om de dood…

Voor alles wat ons zelf bezighoudt, onze geliefden, ons eigen leven, in de stilte…

We bidden samen het Onzevader…