Zomerlicht – Zomer 2015

Opstapje naar het thema: Soms ben je gewoon boos

Kim was boos.

Had ze daar reden toe?

Nou nee, niet echt, want ze vierde haar tiende verjaardag vandaag.

En ze had alle cadeautjes gekregen waar ze om gevraagd had.

En het feest was heel leuk geweest.

Maar aan het eind van de dag, toen iedereen vertrokken was,

was ze zomaar, van het ene op het andere moment, heel verdrietig geworden.

Ze begreep zelf niet waarom.

Hij zat ineens in haar hoofd: die zwarte wolk.

Dat nare gevoel, dat ze wel vaker had: dat ze boos moest zijn…

Ze had chagrijnig gedaan tegen haar moeder,

en daar had ze dan weer zo’n spijt van dat ze nog bozer werd… op zichzelf.

Een akelig kind was ze, een ondankbaar kreng.

En toch kon ze niet anders.

Met die donkere wolk in haar hoofd viel ze in slaap…

De volgende morgen – een zonnestraal kroop door een kier langs de gordijnen

en prikte in haar ogen.

Wat was er ook alweer?

O ja, ze was tien geworden en ze was zo boos in slaap gevallen.

Waarom was ze ook alweer boos?

Dat wist ze zelf niet meer.

En ze had heel akelig gedaan tegen mama.

Ze sprong uit bed en rende de trap af, naar haar moeder:

‘Mam, ik weet niet waarom ik zo rottig deed maar ik wou het niet

en ik wil het niet… sorry… en dank je wel voor de mooie cadeaus!’…

‘Ach lieve Kim,’zei haar moeder, ‘mensen doen wel eens raar,

alle mensen, ikzelf ook, ik mopper ook wel eens meer op je dan nodig is.

Soms ben je gewoon boos.

Dan zit er zo’n zwarte wolk in je hoofd – die moet er gewoon uit.

Maar zie je? Nu is het weer licht.

Kom hier, ik hou van je…’

 

Lezingen:

Genesis 1:1-3 (Naardense bijbel)

I Johannes 1:5b (idem)

 

 

Nick Lane, biochemicus, in ‘Levenswerk – de tien sterkste staaltjes van de evolutie’:

‘Onze smaragdgroene planeet weerkaatst de glorie van planten en algen en uiteindelijk hun groene pigmenten, die licht absorberen voor de fotosynthese. De belangrijkste onder de pigmenten is de omvormer chlorofyl ofwel bladgroen. Dat kaapt een lichtstraal en tovert die om in een kwantum chemische energie die het leven van planten zowel als dieren aandrijft. De wereld zou waarschijnlijk ook niet blauw zijn, want het azuur van de hemel en de oceanen is afhankelijk van een klare hemel en helder water, die door de reinigende kracht van zuurstof zijn ontdaan van mist en stof. En zonder fotosynthese zou er geen zuurstof zijn.’

 

‘Al onze energie is een zonnestraal die is bevrijd uit zijn gevangenschap in voedsel.’

 

(Fotosynthese = de omzetting van lichtenergie in chemische energie)   

 

 

Meditatie: Zomerlicht

Lieve mensen,

de teksten van biochemicus Nick Lane gaan meestal mijn alpha-pet te boven,

maar deze klinken mij als psalmen in de oren.

Wat een taal, wat een poëzie, wat een lofprijzing van het licht!

Met zulke ongelovigen heb je geen gelovigen meer nodig…

Hier gaan de twee talen over in elkaar, wetenschappelijke taal en poëzie.

Je ziet het ook bij Richard Dawkins en Leo Vroman

en andere, zich atheïst noemende wetenschappers.

Hun verwondering en bewondering voor de kosmos

gaat die van vele gelovigen te boven.

Het woordje ‘god’ is misschien ook te klein om zoveel moois te bevatten…

Wat mij in deze tekst van Lane vooral aanspreekt is:

de scheppende kracht van het licht.

Dat prachtige zinnetje: hoe alles wat leeft, plant en dier en mens,

al die in materie samengebalde energie, uiteindelijk een zonnestraal is. 

Hoe het licht wordt getransformeerd tot wat deze planeet leefbaar maakt:

het lichtdeeltje dat ‘gekaapt’ wordt door een pigment

en wordt ‘omgetoverd’ tot chemische energie, waaruit weer zuurstof ontstaat,

die het leven op deze planeet mogelijk maakt.

Dat transformatieproces is misschien wel het grootste mysterie van het leven.

Transformatie is wat mij betreft het wetenschappelijke woord

voor wat Lane ‘omtoveren’ noemt – en wat in bijbeltaal ‘schepping’ heet…

En ergens, in een niet te traceren schemergebied,

wordt die chemische energie omgezet in geestelijke energie.

Daar vindt de uitwisseling plaats

van fysieke invloeden naar geestelijk bevinden.

Zo kennen wij de innerlijk helende werking van het licht.

Het licht geeft lichamelijke en geestelijke energie.

Het is herkenbaar verwoord in het gedicht van Hans Andreus,

Liggen in de zon – hoe het fysieke zonlicht je innerlijk verwarmt

en je zelfs in extase kan brengen, hoe het tot muziek wordt:

 

Ik hoor het licht het zonlicht pizzicato

de warmte spreekt weer tegen mijn gezicht

ik lig weer dat gaat zo maar niet dat gaat zo

ik lig weer monomaan weer monodwaas van licht.

 

Ik lig languit lig in mijn huid te zingen

lig zacht te zingen antwoord op het licht

lig dwaas zo dwaas niet buiten mensen dingen

te zingen van het licht dat om en op mij ligt.

 

Ik lig hier duidelijk zeer zuidelijk lig zonder

te weten hoe of wat ik lig alleen maar stil

ik weet alleen het licht van wonder boven wonder

ik weet alleen maar alles wat ik weten wil…

Wij weten precies wanneer het licht is in ons hoofd, in onze ziel.

En we weten dat dit licht voortvloeit uit wat we God noemen.

God en licht – ze zijn onlosmakelijk met elkaar verbonden.

En die twee woorden zijn samen weer verbonden met de liefde.

De Johannes die schrijft:

‘God is licht en bij hem is geen duisternis.’

is dezelfde als degene die schrijft: ‘God is liefde.’

De liefde is het licht dat troost: kom maar hier, ik hou van je…

Dat hebben wij nodig, allemaal.

Want we ervaren ook maar al te vaak dat het niet licht is in onze ziel.

We kennen het, het ontbreken van het licht.

Het geestelijke donker, de duisternis van de wanhoop, de depressie,

de zwarte wolk van de boosheid… die soms zomaar in je hoofd opdoemt,

net als bij Kim, zonder aanleiding.

Soms moet je gewoon boos zijn, hatend, het meest jezelf.

Vreemd is dat in een mens, dat ongegronde chagrijn.

Chagrijn is er wel een goede uitdrukking voor,

afgeleid als het is van het Franse chagrin: verdriet.

Ik denk dat het dat ten diepste is: verdriet,

een onbewust, collectief menselijk verdriet,

om alle tragiek in de wereld en van het leven.

Een verdriet dat zich uit in boosheid.

Niet iedereen heeft er last van

maar de meeste mensen zullen het in meerdere of mindere mate kennen.

De heilige Antonius gaf er een naam aan: mijn donkere broeder.

Als die donkere broeder in je opduikt,

laat hem geworden, hij is wel je broeder, geef hem de ruimte,

geef er uiting aan, laat hem als een wolk ontsnappen –

en zoek dan het licht weer op…

Zelf noemde ik hem de afgelopen weken, na mijn infarct, mijn donkere zuster.

Ik ben vriendelijk voor haar geweest en schreef in mijn dagboek:

‘Ik ga je nu even aandacht geven, mijn donkere zuster op de achtergrond.

Je treurt om de pijn die ons lichaam is aangedaan.

Om de schrik die ons overviel, om de nabijheid van een afscheid.

Je bent er niet voor niets.

Je bent er om het verdriet een plaats te geven.

Maar jij bent niet mijn enige zuster.

Er woont ook een lichtengel in mij.

Zij laat me de andere kant zien, zeg maar de Godkant.

Ik zie jullie allebei.

Ik kijk jullie in de ogen

en laat goed tot me doordringen wat wij hebben doorstaan.

Ik druk je aan mijn borst – laat je maar gaan.’

Want dat is het grote geheim van het licht.

Het is er, het is zomaar voorhanden – en je kunt erop focussen.

Je hoeft er alleen maar in te gaan liggen.

Het licht is ook onze bestemming,

niet alleen voor dit leven maar ook dit leven voorbij.

Daarvan ben ik overtuigd…

STILTE…

 

 

Gebeden

Gij, licht uit licht,

wij zoeken u

zoals de bloemen zich openen naar u…

Wij leggen in u neer

alles wat verduistert en vertroebelt,

al het donker van de wereld,

de geschonden aarde,

de planten en de dieren,

alle pijn en schuld,

de mensen die lijden aan onrecht en oorlog…

Wij bidden om uw licht

over de wereld,

over allen die ons lief zijn,

in de stilte…

Gij, licht uit licht,

wij verlangen naar u.

Amen.