Zalige vreugde om niets (met Hans de Booij: Nooit meer van God los) – mei 2023

THEMA: ZALIGE VREUGDE OM NIETS

 

Stilte en gebed

Jij, bron van licht en leven

en soms zo wonderlijke vreugde uit het niets,

we zijn stil voor jou…

Jij, die ons bezielt van binnenuit,

Kom in ons wezen aan het licht

en genees ons met jouw pure liefde.

Raak in ons de wonden aan,

de wonden geslagen door het leven,

ee pijn om de dood,

de angst voor wat zou kunnen gebeuren

en vervul ons met de vrede

die alle verstand te boven gaat.

Wees de stem die zingend in ons oprijst.

Amen

 

Opstapje naar het thema: Ik kan niet anders…

Het jonge mensdier Sophia wilde alles weten.

Vooral wilde ze van alles het waarom weten. 

Ze vroeg het aan alle levende wezens en dode dingen.

En aan wat er verder nog bestaat of niet bestaat.

 

Zo vroeg ze aan een steen in de glooiing bij de zee: Waarom ben je zo glad?

De steen antwoordde: Omdat ik hier lig en omdat elke dag de zee over mij heen spoelt – ik kan niet anders dan glad zijn.

En Sophia vroeg aan een paardenbloem in de berm: Waarom bloei jij?

De paardenbloem antwoordde: Omdat ik een zaadpluisje in de wind moet worden dat weer een bloeiende bloem moet worden die weer een zaadpluisje moet worden – ik kan niet anders dan bloeien.

En Sophia vroeg aan een koe in de wei: Waarom lig jij altijd te herkauwen?

De koe antwoordde: Omdat mijn maag in mij alles herkauwt – ik kan niet anders dan herkauwen.

En Sophia vroeg aan de gorillaman in de dierentuin: Waarom roffel jij zo op je borst?

De gorillaman antwoordde: Omdat er een kracht in mij roffelt en ik barst uit elkaar als ik niet roffel – ik kan niet anders dan roffelen.

En Sophia vroeg aan de haan op het boerenerf: Waarom kraai jij vroeg in de morgen?

De haan antwoordde: Omdat de dageraad in mij kraait – ik kan niet anders dan kraaien.

 

En Sophia vroeg aan de zon: Waarom schijn jij?

De zon antwoordde: Omdat ik schijnen wil, omdat het mijn lust en mijn leven is, omdat er een vuur in mij brandt – ik kan niet anders dan schijnen.

En Sophia vroeg aan het goede mensdier: Waarom doe jij goede dingen?

Het goede mensdier antwoordde: Omdat ik van binnenuit bewogen word – ik kan niet anders dan goede dingen doen.

En Sophia vroeg aan God: Waarom ben jij God?

 

———

 

Lezingen (eigen eigenzinnige hertalingen WJ, gebaseerd op NBV)

Psalm 116 fragmenten:

‘De Eeuwige heb ik lief, zij hoort

mijn stem, mijn smeken,

zij luistert naar mij,

ik roep haar aan, mijn leven lang.

 

Banden van de dood omknelden mij,

angsten van het dodenrijk grepen mij aan,

ik voelde angst en pijn.

Toen riep ik de naam van de Eeuwige:

‘Jij die er bent, red toch mijn leven.’

[…]

Ik mag wandelen in het land van de levenden

onder het oog van de Eeuwige.’

 

Psalm 150:6

‘Alles wat adem heeft love de Eeuwige.

Halleluja!’

 

Filippenzen 4 en 7

‘Laat de Liefde uw vreugde blijven.

Ik zeg u nogmaals: leef in vreugde

[…]

Dan zal de vrede van God,

die alle verstand te boven gaat,

uw hart en uw gedachten bewaren in Christus,

de levende Liefde.’

 

Buitenbijbelse lezing:  fragment van advocaat/schrijver Abel Herzberg:

‘Zoals er mensen zijn die zingen,

niet omdat zij dit willen,

maar omdat er een stem in hen oprijst…’

 

Tekst Nooit meer van God los

Nooit, nooit meer van God los,

nooit meer eenzaam in de nacht,

niemand anders heeft die kracht.

Nooit, nooit meer van God los,

niemand anders die me verlost

 

De rook in m’n hoofd is verdwenen,

ik voel het leven weer aan.

Ik dank God op mijn blote knieën

dat hij mij niet heeft laten gaan.

‘k Ben blij en zo dankbaar

met twee voeten op de grond

en het leven, het leven draait in het rond, in het rond…

 

Onbetaalbaar, overtuigd,

ik gun het je zo graag,

dat je ervan juicht, als je buigt.

Nooit, nooit meer van God los,

nooit meer eenzaam in de nacht,

niemand anders heeft die kracht.

 

Nooit, nooit meer van God los,

niemand anders die me verlost.

 

Meditatie: Zalige vreugde om niets

Lieve mensen,

kunnen we daar nog bij?

Bij dat gevoel?

Dat gevoel van onbekommerde vreugde, zoals je dat als kind soms had?

Alsof je wordt meegenomen op een golf van redeloze vitaliteit, om niets.

In verschillende boeken heb ik getracht het in woorden uit te drukken,

Zoals in Boerenkind:

 

‘Van voor het tv-tijdperk herinner ik me een zondagmiddag dat we luisterden naar de Europese kampioenschappen schaatsen. Dat de Nederlander Henk van der Grift Europees kampioen werd – of tweede, dat weet ik niet meer – vervulde mij met zo’n blijdschap dat ik juichend de schuur in rende en met een stok tegen de ijzeren wand van een drinkbak dreunend de overwinning vierde. Let wel, dat deed ik volstrekt in mijn eentje. Dit schrijvende smelt mijn hart. Waarom doe ik dat nu nooit meer? Juichend de straat op rennen, in mijn eentje, en op een verkeersbord rammen van redeloze vreugde?’  

 

De zalige vreugde die sport je kan schenken…

Ik zag het laatst bij de vertederende blijdschap van Sifan Hassan

Toen zij zo ongedacht, tegen alle tegenslag in, de marathon won – prachtig!

En iets ervan maakte ik onlangs mee

toen ik weer eens een wedstrijd van FC Twente bezocht:

die golf van vreugde die je meeneemt.

Vreugde om een spelletje, vreugde om niets…  

Abel Herzberg: niet omdat ik het bedenk of wil,

maar omdat er een stem in mij oprijst.

Het heeft op een of andere manier met God te maken.

Maar hoe?…

Het is een soort oervreugde.

Je verzint het niet en bedenkt het niet.

Je weet alleen dat dit leven is tot in de vingertoppen.

Dat zo het leven bedoeld is.

Niet gehinderd door rationaliteit of zorgen of angst of andere reserves

welt het op uit de diepste bron.

En de diepste bron, dat is God.

Het is aan kinderen gegeven en aan dieren.

Alles wat adem heeft love de Eeuwige, zegt Psalm 150.

Alles wat adem heeft: planten, dieren, het hele universum ademt…

Toen ik – heel lang geleden, namelijk in mijn afstudeerscriptie –

aan kinderen Psalm 150 moest uitleggen wat ‘God loven’ nu eigenlijk is,

gebruikte ik het voorbeeld van onze jonge hond Bobby.

Hoe hij rondjes rende aan het strand, als een razende putten groef en blafte,

toegevend aan al die tintelende levenslust in zijn leden: Vreugde om niets.

Dat is loven, ja, dat is God loven.
het is God zelf die in zichzelf en om zichzelf aan het loven en prijzen gaat.

Waarom ben jij God? – vroeg Sophia.

Omdat ik niet anders kan dan God zijn.

Omdat het in mij borrelt en bruist en schuimt van goddelijkheid.

Omdat er een jonge god in mij speelt en danst.

Omdat er een stem in mij oprijst…

Een jonge hond, een jonge god in de duinen – zie je ’t voor je?…

Ook in Psalm 116 speelt die jonge hond God.

Nog intenser, want loven gaat over in liefde.

Vreugde wordt liefde.

De Eeuwige heb ik lief, zegt de dichter.

Je kunt gerust vertalen met: ik heb de Liefde lief.   

Het is de Liefde zelf die in jou liefheeft.

Het is liefde om niets.

Het is Liefde als de zon die niet anders kan dan vlammen en branden

omdat er een vuur in haar brandt.

En kijk, het is een vuur dat brandt door de dood heen,

over de dood heen.

Het is spannend geweest in het leven van de dichter.

Hij heeft de vreugde en de liefde niet op een koopje gekregen.

Het klinkt ernstig: banden van de dood.

Hij heeft het Spaans benauwd gehad.

De vreugde heeft zich verdiept tot liefde in het aangezicht van de dood.

De dichter is aan de dood ontsnapt en nu,

nu mag hij wandelen in het land der levenden – en liefhebben.

Mijn lief en ik wandelen elke morgen, tot voor kort langs het Veerse Meer,

nu langs de boulevard van Vlissingen langs de Schelde,

en elke keer proeven wij het wonder op de tong:

wij wandelen in het land der levenden – en hebben lief.

Omdat er een stem in mij oprijst.

Wij zijn Psalm 116 in levende lijve.

Wie herkent het niet, de vreugde om dat te ervaren?…

Niet alleen in de psalmen vinden we een oproep tot vreugde.

Ook bij die ernstige apostel Paulus,

in zijn brief aan de volgelingen in Filippi.

Hij dringt nogal aan: leef in vreugde, ja, verheug je!

Hij verbindt het met Jezus: laat de Heer je vreugde blijven.

Ik ben zo vrij geweest dat te vertalen met:

Laat de Liefde je vreugde blijven…

Voor mij is Jezus de vleesgeworden Liefde.

En alleen zo kan ik er universeel mensen mee aanspreken!

Ook in deze tekst de extase:

De vrede van God zal je verstand te boven gaan.

Misschien kennen we momenten van vrede,

die ons denken, ons verstand te boven gaan,

zoals er een stem in ons oprijst…

Onlangs kwam ik nog een Psalm 116 in levende lijve op het spoor.

Hans de Booij, de zanger van het prachtige liedje Een vrouw zoals jij

en niet te vergeten Annabel.

Sinds dat succes verzandde hij in leegheid, een woestijn.

Een woestijn van verslaafdheden en vooral eenzaamheid.

Een woestijn waarin hij decennia lang zichzelf kwijt was

en wanhopig op zoek naar zichzelf.

Tot hij blijkbaar in de diepte van zijn ziel iets van rust vond.

Hoe?

Toen een ziekte hem langs de afgrond van de dood voerde

en hij simpelweg niet anders meer kon dan bidden.

Ik weet het, het klinkt als een cliché bekeringsverhaal,

maar als u zo meteen het liedje hoort,

de breekbaarheid en de puurheid ervan,

zult u tot in uw merg voelen hoe authentiek het is,

hoe urgent van binnen uit,

ja, hoe God hierin doorklinkt.

U zult Hans de Booij horen zingen

‘zoals er mensen zijn die zingen,

niet omdat zij dit willen,

maar omdat er een stem in hen oprijst…’:

 

‘Nooit, nooit meer van God los,

nooit meer eenzaam in de nacht…

De rook in m’n hoofd is verdwenen,

Ik dank God op mijn blote knieën

dat hij mij niet heeft laten gaan.’…

Hier is iemand aan het woord die de afgrond heeft gezien en gevoeld

en die een lichtwereld van louter liefde heeft leren kennen.

In die lichtwereld, in de diepte van zijn ziel, gebeurt het:

Het vinden van het ware leven,

het opwellen van die loutere vreugde om niets – vooral in die ene zin:

… en het leven, het leven draait in het rond, in het rond…

Het danst, dit zinnetje, in de herhalingen danst het en looft het God:

Het leven, het leven draait in het rond, in het rond…

Dit is het leven als orgastisch feest – omdat het deel heeft aan God,

die zelf een orgastisch feest is: een en al vlammende zon.

Dit is de vrede die alle verstand, alle bange rationaliteit, te boven gaat.

U zult zo ook horen hoe de pianomuziek die woorden overneemt

en  in het rond gaat dansen…

We zijn eerst nog even stil en zoeken naar misschien zo’n moment,

zo’n Hans de Booij-moment van Nooit meer van God los

STILTE

 

Gebeden (met stilte en Onzevader)

Jij, stille plek in ons,

waar alles helder wordt en op zijn plaats valt

wij verzoend worden met onze pijn

en er ruimte komt voor vreugde,

wij tasten naar jou in onze ziel…

En we leggen in jou neer

al onze smeekbeden om wat er in de wereld gebeurt:

oorlogen en verwoesting,

de pijn van de aangetaste aarde,

de gevolgen van de klimaatverandering.

Wij leggen in jou neer

al onze persoonlijke zorgen en verdriet,

zorgen om ziekte misschien,

verdriet om wie wij aan de dood verloren

of gaan verliezen.

Wij leggen in jou neer

de namen van wie ons lief zijn,

onze eigen vragen,

ons eigen leven,

al onze liefde

in de stilte…

We bidden samen het Onzevader:

Onze Vader die in de hemelen zijt,

Uw naam worde geheiligd,

Uw koninkrijk kome,

Uw wil geschiede gelijk in de hemel alzo ook op aarde.

Geef ons heden ons dagelijks brood.

En vergeef ons onze schulden gelijk ook wij vergeven onze schuldenaren.

En leid ons niet in verzoeking, maar verlos ons van de boze.

Want van u is het koninkrijk, en de kracht, en de heerlijkheid, tot in eeuwigheid.

Amen.