BRICOLAGE EN BEZIELING – over jongeren, cultuur en religie.
Onder redactie van Ton Zondervan (met een voorwoord van Bert Roebben)
Essay Wim Jansen: AANGERAAKT DOOR HET HEILIGE
Aan deze verzamelbundel werkten mensen mee die in hun dagelijkse praktijk met jongeren te maken hebben/tot voor kort hadden: jongerenpastores, docenten, pedagogen – en zochten naar een antwoord op vragen als: Hoe geloven jongeren tegenwoordig? Waar beleven ze dat? En hoe verhoudt zich hun religiositeit tot de christelijke traditie?
Mijn eigen bijdrage gaat over de religieuze ervaring van jongeren. In het essay “aangeraakt door het heilige” beschrijf ik een aantal van die bijzondere momenten en probeer ze te plaatsen in, zoals dat nogal stijfjes heet: een theologisch kader. Het betreft de ervaring, zoals die door Tjeu van den Berk in zijn gelijknamige boek omschreven wordt als “het numineuze”. Al met al behoorlijk academisch, maar voor een aantal mensen zeker interessant. Ik geef enkele citaten weer uit mijn essay.
CITATEN
Wat versta ik onder “het heilige”? In ons spraakgebruik klinkt in dat woord vooral deugdzaamheid door. Dat misverstand wil ik eerst wegnemen. De lading van het woord “heilig” wordt niet gedekt door de ethische, laat staan de moralistische vlag.
Het heilige is van een andere orde. […] Het is van een huiveringwekkende zuiverheid en oogverblindende schoonheid. Wie ben ik in dit sneeuwwitte licht?
Toen hij ’s morgens vroeg in Varanasi met een bootje de Ganges opvoer, terwijl duizenden mensen aan de oever hun gebeden en rituelen verrichtten, zag hij de zon opkomen boven het water. In die sfeer van schoonheid overviel hem een vervreemdend besef: “Heel even, gedurende een paar seconden, werd ik opgetild boven mezelf. Er was geen onderscheid meer tussen al die mensen en mij. […] Alles vloeide voor een moment in elkaar over.”
Kluun, veel gelezen door jongeren, vertelt over het sterven van zijn vrouw en wat er daarna met hem gebeurde: “Ik weet zeker dat ze mij, na haar dood, heeft geholpen om mijn leven weer op de rit te krijgen. Ze heeft ook haar aandeel in het schrijven van mijn boek gehad. […] De inspiratie kwam, dat kan niet anders, uit een andere wereld, van God – geef het maar een naam.”
Een Pabostudente vertelt: “Er was een moment dat ik niet meer wilde leven. Dieper dan diep zat ik. Geen enkel perspectief. Alles duister. Ik dacht: “Nu wil ik dood.” Maar toen […] voelde ik me warm worden en licht van binnen. Er leek iets in mij te smelten, dat harde, dat vechten, het donkere…”
In de smeltoven van de negatieve theologie blijft een goudklompje achter: een theologie van de liefde. Deze biedt ondersteuning voor een spiritualiteit van de liefde.
Alleen symbooltaal is bij machte iéts van deze “aanraking door het heilige” onder woorden te brengen, maar ook dan nog bij wijze van behelpen. […] Het hart is in de bijbel meer dan een spier. Bijbels brood haal je niet bij de bakker en bijbels vlees niet bij de slager. Bijbels water is niet hetzelfde als H2O en een rots is niet zomaar een stuk steen. JHWH is meer dan een heer en God is meer dan een god.