Twee zwervers verliefd. Een meanderend commentaar
Dat is hier sta is niet vanzelfsprekend. Het kwam voor mijzelf ook als een verrassing. Ik ken Wim al lang, maar wel oppervlakkig. Mijn eerste kennismaking met hem was ergens na 1995, toen hij een workshop op het seminarie op Hydepark hield over zijn boek
‘Popmuziek en geloof’. Toen al werd ik getroffen door zijn onorthodoxe manier van omgaan met de dingen en de mensen. Maar het pad van de popmuziek heb ik niet echt betreden, eerder verkende ik de wereld van de 19e eeuwse symfonieën.
Van tijd tot tijd kwamen we elkaar in het Zeeuwse tegen. Ik schreef een recensie over zijn boek Waar ben jij nu? Over de dood van onze dierbaren en besloot met de zin:
‘Dit boek is met liefde geschreven.
Ik herken er veel van mijn eigen zoektocht en bewustwording in’.
Soms kwamen we elkaar tegen op de boulevard in Vlissingen, hij van verre herkenbaar aan zijn onafscheidelijke baret. Tot hij ruim een jaar geleden voor mijn deur stond, om zijn kleinkind bij de school op de halen. Hij wachtte op Eliane en Liv. Ze kwamen binnen, bij Jorine en mij. Vol trots liet Wim een prachtig gedichtje lezen van Liv. Het was het begin van onze wandeltochten. En als je met Wim op pad gaat, dan is Eliane niet ver.
Ik leerde haar bizarre familiegeschiedenis kennen door het boek dat zij samen met haar broer Peter schreef over haar moeder: Meisje met barst.
Herlas Dominee zoekt God, en verdiepte me in Brandend verlangen. Wim en Eliane gaven me hun prachtige boekje vol liefdeslyriek, Kijk eens lief, gloedvol gesigneerd voor Jorine en mij met de woorden: ‘Om liefde alleen’.
En toen kwam dus de vraag iets te zeggen bij de boekpresentatie. Maar hoe moet ik dat nu verstaan, Wim? Want ik lees op p.278:
‘Ik voelde me echt ongemakkelijk zo serieus toegesproken te worden, alsof het werkelijk iets voorstelde wat ik deed.
Heb ik altijd bij boekpresentaties.
Net zoals ik signeren altijd ongemakkelijk ben blijven vinden.
Het gevoel van ‘zo belangrijk is het nu ook weer niet’.
Ik heb altijd de neiging om dan ‘flikker op’ te zeggen.
Zeeuws-Vlaamse boerenbescheidenheid of valse
bescheidenheid?’
Dus om niet al te serieus te worden, now something completely different.
In het grote dierenbos was er grote opwinding.
Duif had de komst aangekondigd van twee trekvogels,
Boerenzwaluw en Veldleeuwerik.
De specht hamerde van opwinding dwars door de boom heen.
Eekhoorn zwiepte van de ene naar de andere boom.
En in de rivier, die dwars door het bos liep, richtte een zwaargewicht zich op.
‘O hemel,’ zei de krokodil, ‘als die trekkers hier komen wonen, gaan we het over God hebben’.
‘Waarom zijn jullie zo opgewonden?’, vroeg Mol, terwijl hij zijn bril
rechtzette.
‘Wat zijn dat voor trekkers?’ ‘
Ze hebben hier eerder gewoond’, vertelde Duif.
‘Maar ze trekken van de ene pleisterplaats naar de andere, het zijn zwervers, je houdt ze niet lang vast’.
‘Ja, zei de Specht, en wat zo bijzonder is, is dat ze zo dol op elkaar zijn.
Ze kunnen niet van elkaar afblijven, het lijken wel tortelduiven.’
‘Ja,’ bromde Krokodil, ‘maar ik vind ze maar vreemd.
Die Boerenzwaluw loopt de hele dag in een soort mystieke mist,
ik vind het maar niks.
En Veldleeuwerik zingt zo mooi, daar word je gewoon niet goed van’.
‘Nou, anders ik wel’, hupte Eekhoorn.
‘Ik heb van hen geleerd om elke avond tegen mijn liefje te zeggen:
Kijk eens lief!’
‘O, daar heb je ze!, koerde de duif.
‘God, ook dat nog,’ gromde Krokodil.
Met jullie boek, Twee zwervers verliefd, Van pleisterplaats tot pleisterplaats, hebben jullie een prachtig intiem boek geschreven. Het is een pas-de-deux, een choreografie voor twee dansers die om elkaar heen cirkelen, waarbij de cirkels steeds groter worden en er steeds mensen bij aanhaken, bij hun dans. En soms ook weer afhaken. Wat centraal blijft is die liefdevolle dans. Het doet me aan Hooglied denken, dat zinderende bijbelboek, over de liefde van twee volledig in elkaar opgaande hoofdpersonen. Die bezingen elkaar in de meest lijfelijke beelden en hun begeren heeft alles te maken met God.
De titel is ontleend aan een roman van Arthur van Schendel, Een zwerver verliefd. Ik heb even gedacht: waarom noem je het niet de Minnebrieven, naar de Minnebrieven van de middeleeuwse Abélard en Heloïse, die wijsgeer die zich totaal verloor in zijn Heloïse. Maar ik snap het ook wel weer: die liefde werd niet geaccepteerd, Abélard werd gecastreerd, en beiden belandden in een klooster. Dat is niet jullie gedroomde leven.
Het wordt toch wat serieuzer, ik licht er een paar thema’s uit.
Maar eerst: waarom zou je over jullie relatie en familiegeschiedenis willen lezen?
Ik kwam ergens in een interview een citaat van dichteres Antjie Kroch tegen:
‘Als jij je navel zo precies mogelijk beschrijft,
dan wordt het de navel van iedereen.’
Juist in het hele persoonlijke kan het universeel worden. Zoals bijbelse verhalen inzoomen op de relaties en de familiegeschiedenissen van de aartsvaders en aartsmoeders.
Voor je het weet, komt de hele wereld mee, en God.
Liefde, seks en de dood
Je kunt er niet omheen: alles draait om liefde in jullie boek en in jullie relatie. Liefde noemen jullie God, of omgekeerd, het maakt niet uit. En die liefde waaiert uit, naar jullie kinderen en kleinkinderen, en in steeds wijdere kringen.
Citaat:
‘Liefde is ruimte om te leven, te ontdekken, mis te tasten, te blunderen, alle wegen te verkennen, tot in het uiterste te verdwalen, om uiteindelijk zelf ook de Liefde te leren kennen en Liefde te zijn voor anderen. Onbegrensde ruimte zijn, niets gek vinden, niet
oordelen, omarmen en koesteren wie aan je wordt toevertrouwd.’
Liefde is jullie redding. In alle toonaarden zeggen jullie het van elkaar: zonder jou zou ik het niet gered hebben, zonder jou zou ik in mijn eenzaamheid gestikt zijn, zonder jou zou ik in de goot zijn beland. Wat jullie in elkaar ervaren, is een dagelijks mysterie, een verticaal mysterie, het gaat veel dieper dan platte seks.
Hoewel seks er absoluut toe doet. Ik ken geen mensen die zo open, zo vrij, zo publiek vertellen en schrijven over zo iets intiems.
‘Onze seks is altijd een feest gebleven, een feest van zachtheid en vuur’.
Wim heeft het vaker gedaan, ik bedoel erover geschreven, maar ook Eliane kan er wat van als ze vertelt over het heerlijke vrijen.
Even terzijde:
Jorine en ik hebben een schilderij van de Campveerse toren van de Vlaamse schilder Alfons Bolle. Vaak, als ik ernaar kijk, moet ik aan de clitoris denken. Ik heb het op die plaats namelijk met Wim erover gehad, omdat hij in zijn boek Brandend Verlangen geschreven had dat God zich het meest fysiek manifesteert in de clitoris. Hoe vrij Wim ook is, hij keek toch spiedend rond, of er geen ‘gluurbuur’ meeluisterde. Dat woord heb ik leren kennen van Eliane in jullie boek.
Seks en liefde, het vloeit in elkaar over en het begint bij liefde, of bij God. Jaren geleden schreef lingerieontwerpster Marlies Dekkers in Trouw: ‘Zonder Genesis geen lingerie’.
Adam en Eva moesten wel van die appel eten, gelukkig maar, want daarmee begon de grote ontdekkingstocht van de seksualiteit en de volwassenwording, het ontdekken van elkaar, van de ander die echt een ander is en een tegenover in alle overrompelende lijfelijkheid.
Dat doet me denken aan Herman Finkers die vertelt hoe hij ’s morgens wakker wordt, zijn vrouw liefdevol aanziet en dan uitroept: ‘Mijn God!’
Met de liefde en de seks komt ook de dood mee. In jullie boek schrijven jullie ook daar openhartig over. Over de bedreigende ziektes, de hartaanvallen, een auto-ongeluk dat anders af had kunnen lopen. Het bewustzijn dat het leven eindig is, zit diep bij jullie.
En ook dat de dood bij het leven hoort, dat de dood geen begrenzing van de liefde is.
Eliane schrijft prachtige en ontroerende woorden:
‘We weten niet hoe lang het nog goed zal gaan,
maar dat weet niemand.
We leven elke dag zo bewust mogelijk.
Genieten van alles wat het leven te bieden heeft, vooral van de liefde voor elkaar, die nog nooit zo sterk geweest is.
We lachen ontzettend veel, huilen soms ook van verdriet, maar meestal van dankbaarheid voor alles.
We zijn er ook van overtuigd dat ons samenzijn niet ophoudt na de dood van één van ons.
Onze liefde eindigt nooit.’
Engelen met een barstje
Een rode draad in jullie leven en werk is de aandacht voor mensen met wie iets is. Mensen die uit de toon vallen, het net niet redden. Engelen met een barstje.
Je kent ze uit je eigen familiegeschiedenis, en jullie zijn ze tegen gekomen in je werk, op de mytylschool, in het pastoraat, op school, in je vriendenkring. Zoals Wim schrijft:
‘Mijn hele leven heb ik een zwak gehad voor mensen met een kras op hun bestaan.
Soms een heel diepe kras.
Of een wirwar van krassen.
Altijd heb ik mij solidair gevoeld met mensen die aan de verkeerde kant van de streep stonden toen ‘onze lieve Heer’ de gezondheid en het geluk uitdeelde.”
Illustratief is dat het hele manuscript al klaar was, toen er nog een toevoeging kwam, over Samuël, die ze op het laatst niet meer konden bereiken.
“We hadden altijd geprobeerd pleisters te plakken op de wonden uit zijn jeugd.
Alleen op die laatste, dodelijke wonde was het ons niet gelukt.”
Pleisters plakken op wonden
Dat is nog zo’n rode draad. Het is ontleend aan een beroemd citaat van Etty Hillesum, hier vlakbij geboren:
‘Ik zou een pleister op duizend wonden kunnen zijn.’
Dat je een afvoerputje bent voor mensen die hun verhaal kwijt willen. Voor beiden is dat iets wat voortvloeit uit hun liefde voor elkaar en het opgenomen zijn in het grote verband van Liefde. Tal van ontroerende en vermakelijke verhalen worden verteld.
Soms op het naïeve af. Ieder ander had nooit die fugitive/vluchteling in huis genomen, maar jullie laten de gesjeesde Amerikaan toe tot in jullie badkamer. En dat terwijl jullie eigenlijk zo gehecht zijn aan privacy.
Wat varia
Jullie zijn schone zwervers. Van de scheten van anderen door het dunne tentdoek heen op
campings moeten jullie niet veel hebben. Dat Wim een handige klusser is, nou ja, lees je in dit boek. De militaire dienst van Wim was een groot succes met grote carrièremogelijkheden die vooral bij mogelijkheden zijn gebleven. De tuinfeestjes zijn een begrip, maar van herhalende verjaardagsfeestjes met telkens dezelfde mensen met dezelfde verhalen ga je van de weeromstuit zwerven. Ik ben met nieuwe ogen naar Zeeland gaan kijken, zoals naar het ‘vrolijke bruisende spetterende geile Wissenkerke’. Wist je dat Eliane van Rammstein houdt, en dan vooral van het nummer ‘Mutter’? Het is illustratief voor die andere rode draad door het hele boek heen: de passie voor haar moederschap. Voor Wim telt overigens absoluut het vaderschap.
Mystiek en het geheim van de Liefde
Wat is het geheim van jullie liefde? Dat valt zelfs met een boek van 332 bladzijden niet uit te leggen. Het heeft met stilte te maken, met volheid en leegte, met het landschap van bomen en vogels zonder die ‘vreselijke moderne architectuur’, met communiceren, met taal, met mystiek, met God.
Over taal gesproken: Jullie geven taal aan jullie liefde, aan Liefde zelf, en worden opgenomen en gedragen door die taal. In die taal manifesteert God zich, dus niet alleen in de clitoris, daar ga je alleen maar van stamelen. Van God zelf ook trouwens. Taal kan verwoesting zaaien, maar met taal kun je ook het liefste uitspreken tot je liefste: Jij bent mijn lief.
Zoals Wim aan het eind zegt:
‘Dat je bestaat…Dat je mij de liefde hebt leren kennen”.
Zoals Eliane besluit:
“Dat je bestaat, dat je mijn grote liefde bent.”
O, hemel, zei de krokodil, daar heb je ze eindelijk, die zwervers, Boerenzwaluw en Veldleeuwerik.