Mindfulness
Je kunt geen krant, weekblad of glossy openslaan of je treft wel ergens het woord “mindfulness” aan. Van Libelle tot Happinez,van Telegraaf tot Trouw, van monnik tot atheïst doet men er aan!
Maar wat is mindfulness? En nog belangrijker: wat voegt het toe?
Voor nu de nuchtere eilandbewoner afhaakt onder het mom van “niets voor mij”: we doen er allemaal aan. Juist rationeel ingestelde mensen zijn er doorgaans beter in dan de meer zwevende types. Het betekent zoveel als: leven met aandacht, aandachtsvol. Ik maak er een woordweb omheen: geconcentreerd, gericht op één ding, je niet af laten leiden, concreet in het nu, het leven van alledag, voeten op de aarde.
Het zal duidelijk zijn dat deze uitdrukkingen passen bij het aardse leven van alledag.
Dat het in deze tijd zo’n hype is heeft natuurlijk te maken met het feit dat we er te weinig van hebben. In de hectische samenleving van nu zijn er duizenden zaken die onze aandacht vragen. Herman Finkers noemt dat: gedachtenkwel. Mensen van nu hebben last van gedachtenkwel, meer dan vroeger. Velen kunnen zich maar moeilijk concentreren op dat ene ding dat er vandaag toe doet, omdat men altijd maar bezig is met morgen en later en elders en dingen die moeten.
Het is heilzaam om de veelheid aan vragen die je toch niet nu op kunt lossen te laten varen en je uitsluitend te richten op één ding.
Eén ding… Waar kent de Bijbelvaste lezer die uitdrukking van? De dichter van Psalm 27 gebruikt hem bijvoorbeeld: Eén ding heb ik van de Eeuwige gevraagd. Maar ook Jezus noemt het, namelijk in het bekende verhaal over de luisterende Maria en zwoegende Martha: jij maakt je druk over vele dingen, maar weinige zijn nodig of slechts één…
Wat is dat ene?
God.
Voor wie het woord God te oubollig klinkt of te beladen met misverstanden maak ik nog een woordweb: de kern, de essentie, de bron, de Liefde. Laat ik een van mijn favoriete schrijfsters citeren. Etty Hillesum: dat allerdiepste en allerrijkste in mij, waarin ik rust. In mij – en daarbuiten, voeg ik er zelf aan toe.
Door je bewust op die geestelijke werkelijkheid te richten wordt al het andere, het afleidende en opslorpende en energie vretende, gerelativeerd. En je verzamelt positieve kracht die je in staat stelt om negatieve zaken niet te veel aan jezelf te laten komen.
Avant la lettre doen de psalmdichters en Jezus aan mindfulness – maar dan gericht op God. We horen er de oproep in om de “gedachtenkwel” waar we allemaal last van hebben los te laten en ons te concentreren op de essentie. De apostel Petrus draagt er ook zijn steentje aan bij als hij in zijn brief schrijft: werp al je gedachtenkwel op hem. Bekommernis – zegt de oude vertaling. En in het verlengde daarvan zegt Luther zoveel eeuwen later: Wie gelooft, werpt. Luther, die zelf oefende in de concentratie op hartverwarmende Bijbelteksten door ze te “herkauwen”.
Het is uiterst merkwaardig dat die meditatieve onderstroom in de joodse en christelijke traditie in onze protestantse kerken zo stiefmoederlijk wordt bedeeld.