Thema: DANSEN OP DE GOLVEN
Stilte en gebed
Eeuwige Liefde,
wij zijn stil voor U…
In uw stilte ervaren wij
de onrust van onze gedachten,
de angst misschien en de pijn van onze gevoelens,
maar ook het verlangen van onze ziel.
In uw stilte maken wij ons leeg voor U
en openen ons voor U.
Daal in ons neer als een engel van troost.
Raak ons genezend aan
waar oude of nieuwe wonden zeer doen.
Ontferm u over de wereld die schreeuwt om recht,
ontferm u over ons in de grilligheid van lot en lijden,
en omarm ons met uw Geest van liefde.
Amen
Opstapje naar het thema: Wat is geluk? (toegeschreven aan Lao Tzu)
‘Er was eens een oude man die een prachtig wit paard bezat, dat hij voor geen goud wilde verkopen.
‘Want,’ zei hij, ‘mijn paard is geen ding, maar een persoon.’
Op een ochtend was zijn paard weg en de mensen zeiden: ‘Wat erg voor je… Wat een ongeluk! Had het nou maar verkocht… Je kon erop wachten dat het gestolen zou worden. Dom van je, hoor!’
‘Dat weet ik niet,’ zei de man. ‘Het paard is niet meer in de stal. Meer weten we niet.’
Twee weken later kwam het paard ineens terug – met een tiental wilde paarden bij zich.
De mensen zeiden: ‘Je had gelijk. Het was helemaal geen pech. Het was juist geluk!’
‘Dat weten we niet,’ zei de oude man. ‘Dat moeten we afwachten. Je kunt een boek niet beoordelen als je maar één zin kunt lezen.’
De zoon van de man probeerde de wilde paarden te temmen, maar hij werd uit het zadel geworpen en brak zijn benen.
‘Och arme,’ beklaagden de mensen de oude man, ‘je had gelijk, hoor, het was geen geluk, misschien blijft je zoon wel kreupel…’
‘Dat weet ik niet,‘ zei de oude man. ‘Mijn zoon heeft zijn benen gebroken. Dat is alles wat we weten…’
Korte tijd later brak de oorlog uit en alle jonge mannen werden opgeroepen om soldaat te worden.
Maar de zoon van de oude man mocht thuisblijven, omdat zijn benen nog niet genezen waren.
Nu waren de mensen weer jaloers op de oude man.
Maar hij zei: ‘Houd toch op met oordelen. Jullie doen net of het verhaal al afgelopen is. Het enige wat wij weten is dat mijn zoon niet in het leger hoeft. Verder weten we niet of dat geluk is of niet…’
Lezingen:
Prediker 9:7-9a, 12
Mattheüs 6:25-27,33-34
Niet-bijbelse ‘lezing’
We luisteren naar Op de golven dansen wij van de groep Van Dik Hout
Laten we drinken op ons afscheid
Op het einde van de reis
Voordat het licht van jouw schoonheid
Achter schaduwen verdwijnt
Alles vlucht in het verleden
Het gaat aan ons voorbij
En wij staan in het heden
En kunnen er niet bij
Alles wat in hoop verankerd ligt
Is een speelbal van veranderend getij
En op de golven dansen wij
Op de golven dansen wij
Hoe we gedreven door verlangen
Langs verlaten wegen gaan
Om aan het einde weer alleen te staan
Eén ding staat vast: niets is zeker
Ons lot hangt van onwaarschijnlijk toeval aan elkaar
Alles wat in hoop verankerd ligt
Is een speelbal van veranderend getij
En op de golven dansen wij
Op de golven dansen wij
Op de golven dansen wij
Op de golven dansen wij
Op de golven dansen wij
Tot ver achter de sterren
Waar de zee de hemel raakt
Terug naar alles wat we droomden
Naar wie het is gegaan
Naar waar we ooit weer samen komen
Alles wat in hoop verankerd ligt
Is een speelbal van veranderend getij
En op de golven dansen wij
Op de golven dansen wij… herh.
Meditatie: Dansen op de golven
Lieve mensen,
ik heb een beeld van Jezus voor u meegenomen.
Het stond bij mijn rooms katholieke schoonouders op de schoorsteen.
De typisch kerkelijke Jezus van begin 20e eeuw, denk ik.
Ik vind het mooi, die devote houding, licht gebogen,
maar vooral die handen, die nu beschadigde handen:
ze hebben misschien te veel moeten torsen, aanraken, zegenen…
Kom maar, zeggen die handen, kom maar bij mij.
Het zijn handen die openstaan, open naar de mensen, open naar de hemel.
Het zijn ook handen die bidden.
Er hoeft niets, maar misschien vindt u het fijn
om ook even zo de handen naast u te leggen
en te bidden in een korte stilte…
…
Ik vind ze mooi, die oude, kerkelijke beelden van Jezus.
Maar ik mis ook altijd iets.
Het is wat ik ook mis in de evangeliën – wat dat is?
Ik heb mij altijd afgevraagd: Jezus moet toch ook gelachen hebben…??
Nergens horen we dat Jezus lacht.
Wel dat hij huilt, woedend is, verdrietig is, maar nooit dat hij lacht.
Hij trok rond met vrienden en vrouwen, voerde geanimeerde gesprekken,
sprak velen toe, luisterde naar mensen, genas hen, kortom:
Hij was een sprankelende persoonlijkheid.
En vooral met de leerlingen – je ziet het voor je – heeft hij vast gelachen.
Met een Havo2-klas keek ik ooit naar de film Dogma: een comedy over Jezus.
De camera zoemde in op zo’n nogal stoffig kerkelijk beeld van Jezus
en plotseling – filmtruc – rees die op, wees geinig naar de camera,
en stak zijn duim omhoog:
ineens stond daar een vitale, vrolijke Jezus!
Het effect op de leerlingen was fantastisch:
Jezus was een mens geworden, een aimabele en energieke mens.
Zo een mens met uitstraling moet hij zijn geweest.
Stellen we ons even de uitstraling, de aura, van Jezus voor.
Die is meer dan dat metalen ringetje achter het beeld…
…
Maar je kunt ook zeggen: wat valt er te lachen?
Er is zoveel narigheid in de wereld, het leven is kort en vol kommer,
en lot en leed zijn grillig en wreed soms.
Prediker beschrijft het plastisch hoe tijd en toeval ons treffen.
Een ziekte die je overvalt uit het niets, een ongeluk,
een verraderlijke fuik waar je nietsvermoedend in zwemt,
het klapnet van het lot dat over je valt.
De drummer van de groep Van Dik Hout
op 50-jarige leeftijd overleden aan kanker:
Alles wat in hoop verankerd ligt
Is een speelbal van veranderend getij
Eén ding staat vast: niets is zeker
Ons lot hangt van onwaarschijnlijk toeval aan elkaar.
Misschien denken we nu aan wat ons zelf overkwam.
Laten we er maar even bij stilstaan en het bij God neerleggen,
ons lot, ons veranderend getij…
….
Maar misschien is ons lot, hoe onvoorspelbaar ook,
juist reden om wel veel te lachen en voluit te leven.
Te lachen en te leven en te feesten en te vrijen en te dansen.
Wij weten immers niet wat goed voor ons is.
Het komt prachtig tot uiting in dat paardenverhaal van Lao Tzu.
Wij kunnen nooit overzien wat uiteindelijk tot ons geluk is.
De wijsheid van de oude man: ‘We weten niet of iets geluk is.’
Iets kan pech lijken wat later tot ons welzijn dient.
Zonder mijn jammerlijke overplaatsing naar een andere klas,
waar ik toen vreselijk van baalde, had ik mijn geliefde vast nooit ontmoet.
Zonder het vroege overlijden van mijn vader was ik geen predikant geworden.
Zonder mijn ziektes had ik niet zoveel voor mensen kunnen betekenen.
Soms slaat God alsnog een rechte slag met de kromme stok van de tegenslag.
In de stilte zoeken wij zo’n ervaring in ons eigen leven…
…
Misschien is ons lot, hoe onvoorspelbaar ook,
juist reden om wel veel te lachen en voluit te leven – zei ik.
Juist omdat alles zo onzeker en onvoorspelbaar is, omdat alles zo vergankelijk is en er zomaar van alles over ons kan worden uitgestort,
mogen we de korte tijd die ons is gegeven ten volle benutten.
Puur je bestaan uit juist omdat het lucht is.
‘Eet je brood met vreugde en drink je wijn met een vrolijk hart.
Daar doe je God pas echt een plezier mee…’, zegt de wijze Prediker.
Hij weet van wanten als het om lijden gaat,
maar juist hij roept op om onbekommerd te genieten.
En Jezus roept op om naar de vogels te kijken en hun zorgeloosheid te zien.
Een kwetsbaar volkje, vogels, altijd overal vijanden op de loer.
Maar zien ze er traag en tobberig uit?
Nee, ze zijn dartel en watervlug en zo intens levend en muziek makend.
Ik hoorde een merel de longen uit zijn lijf zingen en maakte een gedichtje:
God zingt,
ook al wordt zij straks
opgevreten door de kat.
En Van Dik Hout zingt ook:
Alles wat in hoop verankerd ligt
Is een speelbal van veranderend getij
En op de golven dansen wij,
Op de golven dansen wij.
Dansen op de golven, juist omdat het tij elk moment kan veranderen.
Dat mag ons leven zijn, dansen op de golven…
…
Lang geleden woonden we in een pastorie in een dorp.
De pastorie lag tegen de straat, zonder voortuin.
Elke morgen zaten we met ons gezin aan de ontbijttafel
en zagen de mensen vlak langs ons raam passeren,
meestal ouders die kun kinderen naar de school dichtbij brachten.
Daar was altijd een jonge moeder bij met haar dochtertje.
Altijd als ze voorbij kwamen keken ze naar binnen en zwaaiden.
Soms huppelden ze samen voorbij, een vrolijk stel,
die dansende moeder met haar dansende dochtertje.
Je kon zien: zij genoten intens van elkaar en van dat moment.
Wat was het goed dat ze dat deden, elke morgen.
Want niet veel later verongelukte het meisje bij het oversteken.
Speelbal van het lot.
De moeder werd kort daarop ziek en overleed.
Wat was het goed dat ze hadden gedanst
op de golven van het veranderend getij…
…
En ze dansen nog!
Naarmate een mens dichter bij de dood komt – ik weet er zelf alles van –
wordt het je duidelijker dat Liefde doorgaat.
Toen de dichteres Jacqueline van der Waals te horen kreeg
dat zij ongeneeslijk ziek was schreef zij meerdere gedichten.
Natuurlijk worstelde ook zij met de grilligheid van haar lot,
met de onzekerheid, het onbekende land.
Maar ze kende ook de wijsheid van de oude man in het paardenverhaal:
We weten uiteindelijk niet wat goed voor ons is.
Daarom dichtte ze in Lied 913:
Laat mij niet mijn lot beslissen,
zo ik mocht ik durfde niet.
Ach, hoe zou ik mij vergissen,
als Gij mij de keuze liet…
En ze kwam van lieverlee tot overgave – overgave en levensmoed.
Ze wist natuurlijk net zo min als wij hoe het onbekende land er uitziet.
Maar ze wist wel dat het uit licht en liefde bestaat…
…
Als we het zo meteen zingen, kijkt u dan door de oude taal en beelden heen
en zoek naar het gevoel erachter,
het gevoel van overgave en geborgenheid.
Het gevoel dat eigentijds wordt uitgedrukt in het lied van Van Dik Hout:
Tot ver achter de sterren
Waar de zee de hemel raakt
Terug naar alles wat we droomden
Naar waar we ooit weer samen komen.
En op de golven dansen wij…
… STILTE
Gebeden (met stilte en Onzevader)
Eeuwige Liefde,
Bron van licht,
wij zoeken U in onze gebeden
en dank U voor licht en liefde in ons leven,
voor tekenen van hoop,
voor schoonheid en geluk.
We spreken ook uit wat ons verontrust
en leggen het neer in uw stroom van liefde:
de zorg om de wereld in zijn onrecht, kwaad en lijden…
de zorg om de aarde in haar kwetsbaarheid, de schade die wij haar hebben berokkend…
de slachtoffers van oorlogsgeweld, i.h.b. Oekraïne…
de miljoenen vluchtelingen op weg naar een onzekere toekomst…
de armen, de rechtelozen, zij die worden uitgebuit en vernederd…
allen die eenzaam zijn, verdriet hebben, rouwen, zich zorgen maken…
onze eigen pijn en vragen en verlangens…
onszelf en onze geliefden – in de stilte…
…
We bidden samen het Onzevader:
Onze Vader die in de hemelen zijt,
Uw naam worde geheiligd,
Uw koninkrijk kome,
Uw wil geschiede gelijk in de hemel alzo ook op aarde.
Geef ons heden ons dagelijks brood.
En vergeef ons onze schulden gelijk ook wij vergeven onze schuldenaren.
En leid ons niet in verzoeking, maar verlos ons van de boze.
Want van u is het koninkrijk, en de kracht, en de heerlijkheid, tot in eeuwigheid.
Amen.