PASEN 2021 – TUSSEN WONDEREN

PASEN 2021 – TUSSEN WONDEREN

 

Stilte en gebed

Jij, stilte in ons leven,

stilte in onze gedachten,

al onze onrust, onze pijn, ons verdriet,

we laten het rusten in jou…

Jij, prille lente.

Jij, duivenveren dagenraad,

schuchter verschijnend in het oosten,

Jij, niet met geweld, niet zonneklaar,

jij die het duister

teder verdrijft.

Alles maak jij nieuw.

Jij, elke morgen roep jij:

Er zij licht.

Roep zo in onze ziel

en in ons leven:

Er zij licht.

Amen

 

Opstapje naar het thema: De avonturier die geen avonturen beleefde

In een bergdorp woonde een avonturier die op zoek was naar avontuur.

Hij vroeg alle mensen waar hij avonturen kon beleven,

maar niemand wist het – behalve de schoenmaker.

Hier in ons bergdorp valt niks te beleven, zei hij, je moet naar zee.

Daar zul je het avontuur vinden.

En de avonturier ging op reis.

Hij trok langs dorpen en steden waar de pest heerste

en onderweg moest hij vechten met rovers.

Na een lange, gevaarlijke reis kwam hij bij de zee.

Toen hij ging zwemmen werd hij opgeslokt door een grote vis.

Die nam hem mee naar de diepte van de oceaan.

Daar ontsnapten zij aan een zware zeebeving,

waar de vis zo misselijk van werd dat hij de avonturier uitspuwde,

zo midden in de zee.

Gelukkig werd hij opgepikt door een schip – nou ja, gelukkig…

Het bleken woeste zeerovers te zijn

die hem in een haven als slaaf wilden verkopen.

Maar de avonturier sprong net op tijd overboord

en vluchtte het binnenland in.

Toen besloot hij terug te gaan naar zijn bergdorp.

Hij trok weer langs dorpen en steden waar de pest heerste

en onderweg moest hij vechten met rovers.

Na een lange, gevaarlijke reis kwam hij weer in zijn dorp.

Het eerste wat hij deed was de schoenmaker bezoeken.

En, vroeg de schoenmaker, heb je avonturen beleefd?

Nee, zei de avonturier. 

 

 

Meditatie: Tussen wonderen

Lieve mensen,

wat heb ik met Pasen na er zelf zoveel jaar over gepreekt te hebben?

Als je dat preken weghaalt is het een vraag van velen in onze cultuur:

mijn  generatiegenoten maar ook jongeren

die misschien nauwelijks nog weten wat dat feest inhoudt.  

m te beginnen het woord Pasen.

Er zit muziek in.

Het explodeert een beetje, heel zacht, een bloem die openspringt: Lente!

Godfried Bomans beschrijft het prachtig:

‘Alleen het woord Pasen is al zo open, feestelijk en schoongewassen van klank, als een groot, licht ei dat je dicht tegen je oor houdt en je hoort als je schudt het zilveren geluid van een klein korreltje dat er in zit en dat nog niemand ooit heeft gezien.’ 

En wat de herkomst betreft:

het is afgeleid van Pesach, wat ‘voorbijgaan’ betekent.

In die betekenis herinnert het aan de engel des doods in Egypte die voorbijging.  Zoals corona nu – die dus ook zal voorbijgaan.

Tot zover het woord, nu de kern:

Pasen is geen geloof maar ervaring.

Pasen is niet een ingrijpen Gods,

maar de bewustwording van een werkelijkheid die er allang is,

een werkelijkheid die op dat moment opengaat.

Het is allereerst ervaring van het gewone, aardse leven.

Opstanding beleven in de dageraad en het wakker worden ‘s morgens.

Bewust het morgenlicht ondergaan, je daarover verwonderen,

tot je door laten dringen dat niets vanzelfsprekend is.

Zoals Bloem het verwoordt:

Dat het een daaglijks wonder is, te leven,

En elk ontwaken een herrijzenis.

Mensen die iemand aan de dood verloren zullen het beamen.

Pasen is geen aanname van een mirakel maar een eyeopener,

de eyeopener voor het feit dat we tussen wonderen leven.

De schrijver A. den Doolaard kwam tot dat inzicht aan het eind van zijn leven. Hij maakte het tot zijn grafschrift:

We hebben tussen wonderen geleefd en we hebben het niet begrepen.

Je zou zeggen: als er toch iemand is die zich daar wel van bewust is geweest, dan is het deze avonturier/schrijver.

Maar zelfs hij moet constateren dat hij er nog niets van begrepen heeft.

Ik ervaar het ook zelf: we hebben het nooit genoeg beseft.

Nooit genoeg beseft omdat onze ogen bevangen zijn.

Pasen is: begrijpen dat we tussen wonderen leven.

Misschien hebben de schrijvers van het nummer What a wonderful world

dat ook in een flits beseft.  

Er gaat een verhaal dat de eerste intentie cynisch was.

Zo van: nou, kijk eens om je heen, lekker wereldje!

Nou zeg, what a wonderful world…

Maar de onschuldige beelden van ‘trees of green, red roses too’

drongen zo krachtig door dat het een religieus lied werd,

een lofprijzing van: ‘the bright blessed day, the sacred night’.

Je zucht onder corona en de maatregelen en politiek gekonkel

en vele vervelende mensen en misschien het verdriet om een kostbaar mens… maar je gaat naar buiten en je ziel wordt opengetrokken door het licht

en de schoonheid van een nieuwe dag.

En je ziet het en ondergaat het bewust en je zegt verrast:

Tjonge, inderdaad, what a wonderful world! 

Het helpt om zo naar de dingen te kijken.

Het helpt je om de wereld die niet zo wonderful is mooier te maken.

Het is een kracht om dit ’s morgens bij het opstaan

eerst tot je door te laten dringen.

De wereld weer als schepping, als nieuw te beschouwen en te beleven.

Dat is Pasen.

We leven tussen wonderen en we begrijpen het niet.

Ook wonderen van liefde.

We leven tussen wonderen en we begrijpen het niet.

Ook wonderen van liefde.

Zo begin ik er langzamerhand achter te komen

dat mijn geliefden veel meer van mij gehouden hebben

dan ik mij heb gerealiseerd.

Een ware paradigmaverschuiving.

Ik heb tussen wonderen geleefd en ik heb het niet begrepen.

Het komt er op aan onze geliefden als nieuw te zien, als wonderful world

De herkenning en het lachen van ons jongste kleinkind Pablo

is zo’n moment van bewustwording:

het wonder van contact tussen mensen.

Ontmoeting beleven als een mysterie.

Dat is Pasen.

We hebben tussen wonderen geleefd en we hebben het niet begrepen.

Dat geldt evenzeer voor de omgang met onze doden.

Ook in de opstanding van Jezus is Pasen ervaring.

Natuurlijk allereerst de ervaring van het gemis.

In alle drie de synoptische evangeliën, Mattheus, Marcus en Lucas,

komt dat zinnetje terug van de engelen in het lege graf:

Hij is hier niet.

Ze zeggen het tegen de leerlingen of de vrouwen die het graf bezoeken

om het lichaam van Jezus de laatste eer te bewijzen.

Maar hij is hier niet.

En Lucas voegt er zelfs aan toe: Wat zoeken jullie de levende bij de doden?

Ik heb in mijn leven nogal wat mensen ontmoet

die maar naar dat graf of die urn bleven lopen,

hopend daar iets van hun gestorvene te…, ja, te ervaren.

Maar hij is hier niet.

Niet op deze plek, niet in een lichaam, niet in een gedenkteken.

Waar dan wel?

Het antwoord van de evangelieschrijvers is eensluidend:

Jezus is opgewekt.

Opgewekt, dat is bijbeltaal, een uitdrukking

uit het gedachtegoed van het Farizeese opstandinggeloof in die dagen.  

Maar die uitdrukking komt natuurlijk voort uit ervaring,

een algemeen menselijke ervaring,

De ervaring namelijk dat de doden om ons heen zijn en in ons.

Niet op het kerkhof, niet in graf of urn, maar hier en nu en overal.

Hoe?

In de ervaring van zijn liefde – die nu overal is,

niet meer gebonden aan zijn lichaam.

De Amerikaanse zen-boeddhiste en stervensbegeleider Joan Halifax

vertelt over de dood van haar vader:

‘…ik zat naast zijn lichaam en vroeg me af waar zijn ‘zelf’ gebleven was. […] Toen zag ik duidelijk dat mijn vaders ‘zelf’ niet aan een plaats gebonden is. Hij is nu overal.’

 

Maria in de hof wordt zich bewust van Jezus’ nabijheid.

Ze moet zacht gezegd nogal wennen aan die nieuwe aanwezigheid ‘overal’.

Ze wil hem omhelzen en vasthouden.

Ze moet nog leren dat haar dode geliefde is getransformeerd

in pure liefde om haar heen en in haar.   

Het is het wonder dat we niet hebben begrepen.

De nabijheid van onze gestorven geliefden

in hun liefde om ons heen en in ons.

Dat is wat ik heb overgehouden van Pasen.

Nee, ik zeg het verkeerd:

ik heb het niet overgehouden, maar nieuw gekregen.

De bewustwording van de doden om ons heen.

Daar hebben we als westerlingen nog een hele slag te leren.

Het zou ons eendimensionale leven verrijken

als wij meer leren leven met de doden.

Als wij de gestorven dierbaren om ons heen beseffen

en daar ruimte voor creëren in ons dagelijks leven.

 

STILTE