Icarus en de gunman

Stilte en gebed

Gij, licht in ons allen,

dat wij herkennen in elkaar

als een groot geheimenis,

wek ons tot stilte…

Wek ons tot wijsheid

en overgave

en liefde, amen.

 

 

Inleiding op het thema:

In de film The Matrix krijgt de hoofdpersoon Neo de keuze tussen een rode of een blauwe pil. De blauwe pil is de weg van de minste weerstand. Alles accepteren alsof het normaal is. De rode pil is van de bewustwording. Willen weten wat er werkelijk speelt, met name in wat de technologie met ons doet. In hoeverre die ons verandert, ons in een schijnwereld doet leven. Deze dienst beoogt een rode pil te zijn.

Het is een oud thema, dat al opduikt in de Griekse mythologie.

 

Opstapje naar het thema: De mythe van Icarus

In het oude Griekenland:

De knappe uitvinder Daedalus had een dom misdrijf gepleegd

en was met zijn zoon Icarus gevlucht naar Kreta,

waar de machtige Midas koning was.

Daedalus bouwde er het beroemde doolhof, het Labyrint.

Na verloop van tijd wilde Daedalus weg en vroeg aan Midas om een boot

maar die liet hen niet gaan.

Toen verzamelden Daedalus en Icarus alle vogelveren die ze konden vinden

en maakten twee paar vleugels, van veren en draad en… bijenwas.

Zo konden ze van het eiland wegvliegen.

Daedalus gaf zijn zoon eerst nog goede raad:

Niet te hoog vliegen want zo dicht bij de zon zal de was smelten

en dan vallen de vleugels uit elkaar.

Maar Icarus was zo ongeduldig dat hij nauwelijks hoorde wat zijn vader zei.

Al snel vlogen ze de vrijheid tegemoet – en het ging fantastisch!

Het duurde dan ook niet lang of Icarus werd overmoedig. 

Hij steeg en steeg.

Al hoger en hoger vloog hij.

Hij voelde zich sterker en machtiger dan iedereen.

Daar was hij het meest mee bezig, met dat heerlijke, trotse gevoel.

Zo merkte hij niet dat de was in zijn vleugels door de zonnehitte smolt.

De slagpennen, de veren en de draden raakten los.

En voor hij er erg in had tuimelde hij naar beneden.

Steeds sneller en sneller… in duizelingwekkende vaart!

Nu schreeuwde hij het uit van angst.

Maar het was te laat.

Toen Daedalus omkeek was het al gebeurd.

De lucht hing vol veren en pluimen.

En van Icarus was geen spoor meer te bekennen.

Behalve een stel gebroken vleugels op de golven.

Een typisch gevalletje van hybris, zouden de oude Grieken zeggen:

Verkeerde inschatting van de werkelijkheid door overmoed.

 

Lezing van die andere mythe: Genesis 2:4b-17

 

Meditatie: ICARUS EN DE GUNMAN

Lieve mensen,

wij zijn Icarus.

Wij hebben vleugels, letterlijk en figuurlijk.

We noemen ze: technologie.

We zijn omgeven door technologie: verlengstukken van ons bestaan.

We kunnen ons nauwelijks meer zonder denken.

Tegelijk ervaren we wat de technologie met ons doet.

Met ons als mensen, en vooral ook met de aarde

en daardoor opnieuw met ons als mensen.

Want wat er gebeurt met de aarde,

gebeurt met de kinderen van de aarde – zeiden de indianen al.

Groeit onze technologie ons boven het hoofd?

Is zij niet meer onze vriend maar onze vijand?

Verbranden de vleugels die we ons hebben aangemeten?

Bijvoorbeeld in het smelten van de poolkappen,

in de verslaving aan onze smartphone

of in het opduiken van geheimzinnige virussen…

De vraag van deze tijd is: hoe om te gaan met technologie?

 

Om die vraag te beantwoorden is bewustwording het eerst noodzakelijke.

Bewustwording van die vleugels, wat ze met ons doen, dat ze ons veranderen!

Iets in onze handen, iets in onze macht,

een hulpstuk dat ons bestaan verlengt en ons sterker maakt,

dat maakt ook andere mensen van ons.

Als kind was ik best een beetje verlegen,

maar als ik cowboytje speelde, met een revolver in mijn handen,

ontwaakte de dappere held in mij, die voor niets en niemand bang was.

Oké, dat was spel, maar later, in militaire dienst

– ja, u zult het niet geloven, ik heb mijn dienstplicht vervuld –

op de schietbaan of wachtlopend met een geladen Uzi in mijn handen,

stond er iemand in mij op die ik niet ben,

iemand met macht over leven en dood – een griezelige gewaarwording.  

Want een wapen verandert een mens in een minder onschuldige Icarus:

eentje met vleugels die kunnen doden.

In de VS laait telkens de discussie op

tussen de voorstanders en tegenstanders van wapenbezit.   

De tegenstanders hanteren de slogan ‘Guns kill people’:

geweren doden mensen,

terwijl de voorstanders daar tegenin brengen:

Guns don’t kill people, people kill people

geweren doden geen mensen, mensen doden mensen.

Dit laatste lijkt sterke papieren te hebben.

Als er iemand wordt doodgeschoten

zal niemand daarvoor het geweer ter verantwoording roepen.

Maar klopt dat ook wezenlijk, als je er goed naar kijkt?

De filosoof Peter-Paul Verbeek stelt

dat we mensen zo niet kunnen scheiden van dingen.

Dingen veranderen mensen, gaan een twee-eenheid vormen met mensen.

Hij zegt letterlijk:

Een vuurwapen maakt van degene die het bezit een potentiële moordenaar

en van de mensen in zijn omgeving potentiële slachtoffers.

Er is geen sprake meer van – gescheiden – een gun en een man

maar die twee vormen een nieuwe entiteit: een gunman.

Icarus met zijn vleugels is geen mens en ook geen vogel, maar een vogelmens.

Dat doet technologie met een mens.

People don’t kill people, guns don’t kill people, maar gunmen do kill people…

Niet alleen de wapentechnologie verandert mensen.

We hebben ook de carman:

een auto onder je kont, een stoere auto, wat doet dat met je?

En we hebben de brainman en de social mediaman:

de swipeman, die mensen reduceert tot weg te ‘swipen’ dingen.

En wat te denken van de medical man: ons medisch kunnen.

Nemen we als voorbeeld de ‘blik in de baarmoeder’: de echoscopie.

Het zijn vertaalde geluidsgolven van de foetus

maar je ziet en ervaart ze als een echte foto!

Die ‘foto’ van de ongeborene wordt steeds verfijnder

in een steeds vroeger stadium.

Toen we de echo van onze kleinkinderen zagen – zo’n 12 weken –

waren we verbaasd hen zo levensecht en compleet te kunnen aanschouwen.    

Dat heeft enorme consequenties voor onze verhouding tot de ongeborene.

Wat vroeger verborgen was, de foetus,

is nu al in een vroeg stadium een persoon.

Dat is mooi, daar kunnen we ons niet genoeg bewust van zijn.

Het is de winst van technologie, zoals er veel winst is.

Maar ingewikkelder wordt het als we bij die persoon een afwijking vaststellen,

waarmee die persoon ineens een patiënt wordt,

een patiënt over wie jij beschikt.

Echoscopie verandert de relatie, of liever:

creëert een relatie die er eerst niet was,

een relatie tussen ouders en ongeborene

en verandert daarmee ook de ouders,

met name in hun besef van macht en ook hun feitelijke toename van macht.  

De vleugels van Icarus verheffen hem tot een mens die de aarde ontstijgt,

die kan oordelen over leven en dood, over de toekomst van anderen.

Meer dan ooit eerder in de geschiedenis is de mens Icarus geworden.

Dat biedt enorme mogelijkheden, vooral vrijheid.

Maar we zijn ook Icarus geworden in de hybris, de menselijke arrogantie,

waarin we geen oog meer hebben voor de beperktheid van die vleugels,

voor de kwetsbaarheid van wie wij zijn als mens.

Wij zullen wel even naar de zon vliegen.

Wij zullen wel even de aarde ontstijgen, het dier zijn ontstijgen,

de aarde en het leven naar onze hand zetten.

De vleugels van Icarus verheffen ons tot een god,

maar om een god te kunnen zijn missen we het overzicht.

Zo geraken we van onszelf vervreemd.

Zo zijn we Icarus geworden in een op hol geslagen klimaat,

in de eindeloze levensverlenging

– die een doel in zichzelf geworden lijkt –

in de klemmende vraag wie we laten geboren worden en wie niet,

in het ontsnappen van een dodelijk virus…?.

En zo lijken we soms een peuter aan de knoppen van een kerncentrale…  

Hoe vinden en blijven we onszelf in het dagelijks leven,

te midden van de ons aanklevende technologie?

In hoeverre zijn we nog onszelf,

zonder verlengstukken die ons wezen veranderen?

In onze cultuur zijn ze niet meer weg te denken.

En toch zullen we dat telkens moeten doen, ze wegdenken,

om ons ware mens-zijn weer op het spoor te komen.

Telkens zullen we moeten indalen in die grond van ons bestaan,

indalen in de aarde waarvan wij gemaakt zijn…

Dat brengt ons bij de scheppingsmythe van Genesis. 

Hier raken de Griekse en de Joodse mythologie elkaar.

Net zoals de mythe van Icarus wijst de mythe van Genesis ons de weg:

terug naar onze roots, naar de basis, naar de aarde.

Dat is de menselijke maat: dat wij van de aarde en letterlijk van aarde zijn.

Daarom moeten we niet meer willen zijn dan we zijn,

niet hoger reiken dan we aan kunnen.

Niet wat we kunnen is de vraag – dat lijkt zo’n beetje eindeloos –

maar wat we aan kunnen.

Dat is wat de mythe van Genesis zegt:

laat die ene boom met rust, de boom van de hybris,

die al te arrogante, al te brutale beschikking.  

Dat we ons vleugels aanmeten, oké, ook dat hoort bij de mens,

maar besef, besef dat ze van was zijn,

dat we kwetsbaar zijn en blijven, broos als aarde.

Dat we ons niet hoeven te laten reduceren tot gunman,

zelfs al moeten we misschien een geweer dragen,

niet tot carman of medical man of smartphoneverslaafde,

maar dat we mens zijn – naakte mens voor elkaar en voor God…

Oefen telkens weer de inkeer tot onze naaktheid.

Inkeer – dat is het noodzakelijke antwoord op de technologie.

Ik heb de indruk dat corona ons daarbij op weg kan helpen.

STILTE…

 

Gebeden, momenten van stilte, afgesloten met Onze Vader

Vanuit de vervreemding en onwetend

zoeken wij ons diepste wezen,

onze meest eigen eigenheid

in U, onze bron.

Ontdek ons in onze naaktheid,

breng ons terug tot wie wij zijn in U,

in de stilte…

Breng ons terug tot wie wij zijn

in de liefde.

In liefde leggen wij onze gebeden neer

in U:

voor een wereld die leeft in wanen van macht en grootheid,

voor mensen die daaronder maar al te werkelijk lijden,

voor de aarde die wordt opgeofferd aan blinde technologie,

voor onze kinderen die in deze wereld een weg moeten vinden,

voor de slachtoffers van corona maar zeker ook alle andere ziekten,

voor alle mensen in alle kleuren,

voor wie ons lief zijn,

voor onszelf,

in de stilte…

We bidden samen het Onzevader…

Onze Vader die in de hemel zijt.
Uw naam worde geheiligd.

Uw koninkrijk kome, Uw wil geschiede op aarde zoals in de hemel.
Geef ons heden ons dagelijks brood.

En vergeef ons onze schulden zoals ook wij onze schuldenaars vergeven.
En leid ons niet in verzoeking maar verlos ons van de boze.
Want van U is het koninkrijk en de kracht
en de heerlijkheid tot in eeuwigheid, amen