De sneeuwklokjes luiden Winter 2021

Stilte en gebed

Eeuwig licht,

kom met uw geest van leven

in dode harten,

uw geest van liefde

in kille harten.

Kom met uw vuur

in uitgebluste harten,

kom met uw bloei

in de winter van ons leven.

Amen

 

Opstapje naar het thema: Zzz de cicade

Zzz de Cicade zat hartstochtelijk te zingen!

Samen met miljoenen anderen in de struiken zwol zijn zingen aan tot een zinderende muziek.

Daar kwamen de vrouwtjes op af.

En overal vormden zich stelletjes vrijende cicaden.

De zwoele zomernacht gonsde van verlangen.

Nou nou, het kon wel wat minder, hoorde Zzz een narrige stem vanuit de diepte.

Hij keek omlaag.

Daar, helemaal onder aan de stam, half uit de grond, zag hij een grauwe gedaante.

Het was Nimf, nog half larf en half de figuur van een cicade – maar zonder de mooie kleuren – die na zijn zoveelste vervelling uit de grond aan het komen was. 

Als dit het leven is vind ik er geen bal aan, mopperde Nimf.

Waarom dan niet? – vroeg Zzz.

Hm, alles is donker en grauw tot nu toe, gromde hij, ik heb alleen nog maar onder de grond gezeten en hier beneden is het nog steeds vochtig en koud. En ik zie er niet uit… 

O, maar dan heb ik goed nieuws voor je, zong Zzz.

Ik word doodmoe van dat zingen van je, klaagde Nimf, zoals ik ook doodmoe word van dat eeuwige vervellen. Telkens weer ga ik dood en moet ik mijn lijf achterlaten. Denk je soms dat dat leuk is?

Het wordt alleen maar mooier! – jubelde Zzz.

Hoe weet je dat zo zeker? – vroeg Nimf wantrouwig.

Ik ben net als jij geweest, zei Zzz, een larve in de grond, maar nu… kijk eens naar mijn kleurige vleugels en luister naar ons machtige zingen met z’n miljoenen – nu is ons leven één groot feest.

Maar het duurt zo lang, zuchtte Nimf, zoooo lang…

Des te mooier is het als je straks een zingende cicade bent, zong Zzz, maar ik heb nu geen tijd meer voor je.

Want er streek een vrouwtje bij hem neer, onweerstaanbaar aangetrokken door zijn zinderende zang.

 

Lezingen:

 

Jeremia 1:11,12 (eigen vertaling WJ):

Het woord van de Eeuwige geschiedt aan mij en zegt:

Wat zie je, Jeremia?

En ik zeg: een wakker geworden amandeltwijg zie ik.

De Eeuwige zegt tot mij:

Dat heb je goed gezien,

want ik ben wakker over mijn woord

om dat te doen.

 

Lucas 9:28-32 (eigen vertaling WJ):

En het geschiedt terwijl Jezus in het gebed vertoeft

dat het aanzien van zijn gezicht anders wordt

en zijn kleding stralend wit.

En zie, twee mannen hebben met hem gesproken;

het waren Mozes en Elia,

die, verschijnend in heerlijkheid,

hem zijn uittocht hebben aangezegd

die hij moest volbrengen in Jeruzalem.

Petrus en zijn metgezellen zijn loodzwaar van de slaap,

maar als ze wakker worden zien ze hem in zijn verheerlijking

en de twee mannen die daar met hem staan.

 

Hadewych (middeleeuws mystica/dichteres):

Als het seizoen op het punt staat zich te vernieuwen

is berg en dal toch nog overal

donker en onaantrekkelijk;

maar de hazelaar begint te bloeien.

Al kent de minnaar rampspoed,

hij zal over heel de lijn groeien.

 

 

Meditatie: De sneeuwklokjes luiden

Lieve mensen,

deze tijd van het jaar, de tijd dat de sneeuwklokjes boven de grond komen,

is vaak nog ‘donker en onaantrekkelijk’, zoals de dichteres Hadewych zegt.

En die tijd is voorlopig nog niet voorbij, duurt vaak tot en met maart/april,

tot en met de krokussen en narcissen.

Het is een beetje het leven van een nimf, de pop van een cicade.

Waar de cicade het gevleugelde, zingende symbool van de zomer is,

is de nimf de vertegenwoordiger van het onvolgroeide leven,

het grauwe leven onder de aarde, in de aarde en in de schaduw:

de winter of het vroege, nog koude en grijze voorjaar.

Alles is misschien wel in wording maar het ziet er niet uit.

Soms ziet ons leven er ook zo niet uit.

We blijven maar aanmodderen.

Dat kan met van alles te maken hebben maar ik denk nu natuurlijk aan corona.

Even leefden we op toen we hoorden van een vaccin…

… tot we meteen hoorden hoe lang dat nog kan duren.

Maar het duurt zo lang, zucht Nimf, zoooo lang.

De lockdown, het permanente gezeur daarover in de media,

de schijnbare onverslaanbaarheid van het virus,

zijn klemmende greep op het gehele leven. 

Donker en onaantrekkelijk – komt er nog eens een eind aan?

Deze tijd van het jaar, deze tijd van ons leven:

het leven van een nimf…

We gaan het niet mooier maken dan het is

maar we moeten natuurlijk wel de realiteit in het oog houden.

Die realiteit is dat we het te boven kunnen komen, de ellende.

Dat, zoals Hadewych dicht, ‘de hazelaar begint te bloeien’.

Dat de sneeuwklokjes op z’n minst boven staan,

misschien al bloeien of gebloeid hebben,

dat ze met hun minieme klokken de lente inluiden.

Het zijn tere, zilveren klanken; je moet heeeel goed luisteren,

Maar onmiskenbaar gewagen ze van het lengende licht,

een nieuwe tijd.

Het is nog verborgen, dat nieuwe leven,

misschien nog onder de grond als een nimf, 

maar het is er, overal, en het laat zich zien in kleine tekenen:

knoppen, klokjes, katjes, eerste bloesem…

Jeremia gebruikt daar een prachtig beeld voor, uit zijn subtropische biotoop,

de bloeiende amandeltwijg.

Het is de Hebreeuwse evenknie van ons sneeuwklokje:

een vroege bloeier in die contreien.

Ook de tijd van Jeremia is ‘donker en onaantrekkelijk’.

Het volk Israel leeft in de schaduw als een nimf.

Maar Jeremia ervaart in die grauwe tijd iets van God.

Het lijkt of God slaapt maar Jeremia ervaart Gods wakker zijn.

Om dat uit te drukken gebruikt hij een woordspel

dat ons in de vertaling ontgaat, maar dat ik u niet wil onthouden.

De amandeltwijg – in het Hebreeuws ‘sjakeed’ –

is al wakker – ‘sjokeed’ – als de rest van de natuur nog slaapt.

De ‘sjakeed’ is een ‘sjokeed’:

de amandeltwijg is een waakbloem.

En zoals de amandeltwijg wakker is, dat wil zeggen: bloeit,

zo is God wakker over ons.

Zo teer bloeit God over ons en in ons als een sneeuwklokje,

zo stil is het luiden van Gods klokken in ons…

In ons, ja, want het is een innerlijk gebeuren.

Het wakker zijn, het bloeien, het luiden van de klokken,

het gebeurt in onze geest.

Het is immers ook vooral in onszelf dat het ‘donker en onaantrekkelijk’ is.  

Nimf woont in ons, maar het goede nieuws is

dat wij ook het vermogen in ons hebben om een zingende cicade te worden,

dat we onze gedachten en onze geest kunnen sturen.

Wij hebben het in ons om wakker te worden voor het goddelijke licht,

zoals Petrus en de andere discipelen wakker worden – dat wil zeggen:

zich bewust worden – van het licht in en om Jezus.

Zodra we innerlijk wakker worden,

anders gezegd: als wij ontwaken voor het goddelijk in ons,  

dan krijgen we oog voor het licht in donkere, onaantrekkelijke tijden,

voor het licht in mensen die in verbondenheid met God leven zoals Jezus deed. 

Oog voor de verbondenheid die de tijd overstijgt, met het eeuwige,

verbondenheid met het voorgeslacht, Mozes en Elia,

maar ook met onze eigen gestorven dierbaren.  

Oog ook voor de omkering van de dingen:

schaduw wordt licht, dood wordt leven, winter wordt zomer.

Het is grappig om te zien in het verhaal

hoe Lucas nota bene Jezus’ naderende kruisdood omschrijft,

namelijk als een exodus, een uittocht!

Zo kan het nare en negatieve verkeren in iets goeds en goddelijks.

Zo kan het zijn dat ik zelfs mijn ziekte als pure liefde ervaar…

… 

Maar wat kan dan toch de bedoeling zijn van dit alles?

Waarom duurt het zoooo lang wat wij allemaal door moeten maken?

Er is geen algemeen, objectief antwoord op die vraag.

Het antwoord is een keuze.

Ieder mens staat voor de keuze om zijn leven te lezen

Jeremia, Jezus, Hadewych geven een voorbeeld van hoe je je leven kunt lezen.

Hoe lezen zij dan hun leven?

Als leerschool van liefde, leerschool van Gods Koninkrijk, zo men wil.

Lees je de winter in je leven als een wakkere amandeltwijg?

Als het luiden van een sneeuwklokje dat je wakker roept voor de liefde?

Lees je het donkere dal als bloeiende hazelaar?

Hoe lees je je leven? – dat is de vraag.

Er is een joodse wijsheid, een wijsheid die geen absolute waarheid pretendeert

maar die het wel waard is om na te volgen:

Het is de bestemming van het leven dat wij terugkeren in God

als een wijzer, een liefdevoller mens, een meer God geworden mens,

een mens die meer is gaan lijken op zijn goddelijke bestemming.

En je krijgt aan het begin van je leven jezelf mee,

je karakter, je biotoop, je rugzakje,

om mee in het reine te komen,

om jezelf te transformeren in God.

Het is mooi om zo ons leven te bezien,

het te leren lezen als groei in liefde, oefening in God…

Zo is God aanwezig in ons gemankeerde leven.

God is geen vaccin dat alles op moet lossen – zo werkt het niet. 

Een vaccin zal sowieso niet alles oplossen.

We zullen in de toekomst moeten dealen met virussen.

En anders dan we tot nu toe doen, namelijk: meer accepterend,

vooral niet-maakbaarheid en kwetsbaarheid en sterfelijkheid accepterend.

Want juist daarin werkt God, in onze broosheid en afhankelijkheid.

De aanwezigheid van God in ons leven is niet overweldigend,

maar verborgen, ondergronds, onaanzienlijk, sluimerend,

teer als de bloem van een sneeuwklokje maar evenzo beloftevol.

Het luiden van haar klokken is zo stil

dat wij het alleen opmerken als wij zeer opmerkzaam zijn,

als we heeeeel aandachtig en diep luisteren – zo werkt het met liefde.    

En dat moeten we leren, het is niet anders.

Liefde laat zich alleen lezen in langdurige oefening,

zoals een kind alleen kan leren lezen door oefening.

Ons leven – alle schoonheid en vreugde die daar Goddank ook bij horen,

maar ook tegenslagen, ziekte, lijden en dood –

we kunnen het leren lezen als oefening in liefde. 

Het gaat er niet om hoe lang de winter duurt,

het gaat erom of we wakker zijn voor de bloeiende amandeltwijg,

of we oog hebben voor het licht om ons heen en in ons,

of we ons bewust zijn van het goddelijke in deze wereld en in onszelf.

Al kent de minnaar rampspoed, dicht Hadewych,

hij zal over heel de lijn groeien.

De minnaar, hij wiens leven enkel uit liefde bestaat,

zal aan alles groeien, zelfs aan rampspoed,

misschien wel juist aan rampspoed.

Corona leren lezen als groei in liefde – dat is het geheim.

Uiteindelijk zal dit naar iets goeds toe leiden.

STILTE

 

Gebeden

Eeuwige Liefde die Gij zijt,

wij danken u voor licht en leven in deze donkere tijd,

voor warmte in de winter,

voor liefde in een zo kille wereld,

voor de tekenen van lente ondanks alles wat ons bezwaart.

Onze gebedsintenties leggen wij neer in uw peilloze ruimte van licht

en wij noemen:

de zorgen in de VS, de verdeeldheid daar…

de verdeeldheid hier, de boosheid, de frustraties…

de landen en gebieden in de wereld die het meest getroffen worden door corona en zijn gevolgen…

de aarde, de zorgen om het klimaat, het menselijke aandeel daarin…

mensen levend in onderdrukking en onrecht…

allen die ziek zijn, de gezondheidszorg…

mensen die geconfronteerd worden met de dood…

ons eigen leven, allen die ons lief zijn, alles wat wij zelf bij u willen neerleggen

in de stilte…

Onze Vader die in de hemelen zijt,

Uw naam worde geheiligd,

Uw Koninkrijk kome,

Uw wil geschiede gelijk in de hemel alzo ook op de aarde.

Geef ons heden ons dagelijks brood.

En vergeef ons onze schulden gelijk ook wij vergeven onze schuldenaren.

En leid ons niet in verzoeking maar verlos ons van de boze.

Want van u is het koninkrijk en de kracht en de heerlijkheid,

Tot in eeuwigheid,

Amen.