Doe door niet te doen. December 2012

Doe door niet te doen – Psalm 1, Lucas 1:21-25

Opstapje naar het thema: De man die drukte maakte…

Ik vertel een verhaal van een oude Chinese wijze, Tsjoeang-tse:

Er was eens een man die zijn eigen voetafdrukken en schaduw niet wilde zien. Vraag me niet waarom. Soms nemen mensen zomaar iets op zich. Hij besloot om ze te ontvluchten en liep weg. Maar terwijl hij voort rende verschenen er meer voetafdrukken en zijn schaduw hield hem zonder moeite bij. Denkende dat hij te langzaam liep ging hij steeds harder en harder rennen, zonder te stoppen … tot hij tenslotte in elkaar zakte.

Als hij stil was blijven zitten waren er geen voetafdrukken geweest. Had hij zitten rusten in de schaduw, dan zou hij zijn schaduw niet hebben gezien. Hij had zich druk gemaakt om niets.  

 

Soms is het beter om maar niet zo verschrikkelijk je best te doen en je uit te sloven.

Je kunt beter rustig op je plek blijven en wachten…

 

                                                           ————— 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

Voorafgaand aan de lezing uit Psalm 1.

De vertaling van Pieter Oussoren, de Naardense Bijbel, is mij het liefst.

Toch een opmerking vooraf bij psalm 1.

Helaas vertaalt ook Oussoren het woord “tora” met “wet”.

Dat heb ik altijd een vreselijke, doodmakende vertaling gevonden.

“Tora” is meer richtingwijzer, een weg om te gaan.

Maar in de synagoge wordt de tora-rol als een bruid binnengedragen.

Ze wordt beschouwd als een liefdesbrief van God.

Ik houd mij aan de vertaling maar ik zou u willen vragen

om overal waar u het woord “wet” hoort “liefdesbrief” in te vullen.

 

Voorafgaand aan de lezing uit Lucas 1.

Het verhaal is bekend. De oude priester Zacharias en zijn vrouw Elisabeth zijn kinderloos en rekenen ook nergens meer op. Als Zacharias dienst doet in de tempel verschijnt hem de engel Gabriël die hem toezegt dat zij alsnog een zoon zullen krijgen, dat die Johannes zal heten en een bijzondere roeping heeft. Een profeet in de geest van Elia zal hij worden. Zacharias heeft zo zijn twijfels maar daar maakt Gabriël korte metten mee: Ik ben de engel Gabriël, ik sta hier niet zo maar een beetje tegen je te liegen. Jij moet eerst maar eens leren zwijgen voor je weer ondoordachte en sceptische dingen gaat roepen. Zacharias wordt zogezegd op non-actief gesteld.

En daar stappen we in het verhaal, bij vers 21. 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

Meditatie

Lieve mensen,

niets is zo moeilijk als niets doen – en toch is dat Advent: wachten.

Maar wachten, passief zijn, op de plaats rust, de leegte –

de meeste mensen kunnen er niet goed mee omgaan.

Het zit ook in ons systeem om te denken dat niets doen slecht voor je is.

Nu mijn prepensioen nadert en ik mij toch weer heb laten beroepen

hoor ik vaak de correcte, gevleugelde uitdrukking:

het is ook niks voor jou om achter de geraniums te gaan zitten.

Dan gaat het wel eens minder correct door me heen:

Wat is er eigenlijk mis met achter de geraniums zitten,

vooral als het koud is – en met een goed boek of mediterend?

Toch zeg ik dat dan niet want:

Niets doen is not done.

Tegelijk lijden veel mensen aan stress en onrust.

Nooit eerder hadden mensen het zo druk druk druk.

Men zegt het ook vaak met een zekere trots:

Nou ja, je weet het, hè, druk druk druk.

Wat is daar nou zo fijn aan?

Veel mensen vinden het ook niet fijn,

want de lontjes zijn kort en de burn outs rijzen de pan uit.

Daarbij wordt er heel veel gejaagd en gejakkerd om niets,

dingen die we zelf vreselijk belangrijk maken,

zoals de man uit het verhaal van Tsjoeang-tse – dat ons de vraag stelt:

waar zijn we nou helemaal mee bezig?

Kan het anders?

Nou ja, niks doen dus.

Maar dat kan natuurlijk niet.

Er wordt van alles van je gevraagd.

Er moet brood op de plank en er ligt altijd werk te wachten.

En er zijn zoveel leuke dingen te doen die je niet wilt missen.

Nee, helemaal niets doen is geen optie.

Maar wat dan?

Misschien zouden we, om te beginnen,

kunnen leren om nu en dan niets te doen.

Niets doen zonder ons schuldig te voelen.

Dat is al heel wat.

Niet toegeven aan de kriebel om “iets nuttigs” te gaan doen.

Niets doen en proberen er van te genieten.

Het wachten niet beschouwen als verloren tijd,

maar als extra geschonken tijd van rust.

Tussen al de bedrijvigheden door  

even een periode van volslagen passiviteit.

Even goed uitademen, de ademhaling tot slaaprust laten komen,

alles laten bezinken, in een ander perspectief zien,

en daardoor dus relativeren wat je allemaal zo belangrijk vindt 

of waar je je misschien zorgen om maakt.

Een moment van puur zijn.

Niet doen, niet je waarmaken, niet bezig zijn met je bestaan te wettigen,

maar ZIJN.

En áls je doet, doe je dat vanuit het zijn.

Doen door niet te doen.

Eh… wat bedoel je, dominee??

Het is een wijsheid uit de Oosterse tradities.

Maar, en dat vergeten we nogal eens, zeker ook uit de bijbelse traditie.

Psalm 1 en het verhaal van Zacharias helpen ons daarbij.

Kijken we naar psalm 1, ja, kijken, want het gaat om het beeld.

We zien een boom aan het water.

Wat “doet” die boom daar?

Die boom doet niets.

Hij staat daar maar – hij staat daar maar te zijn.

Al zijnde zuigt hij de sappen uit de bodem en de rivier,

krijgt bladeren en knoppen, brengt vruchten voort.

Zijn bestaan is bepaald niet vruchteloos.

Toch doet hij niets dan zijn.

Er gebeurt van alles maar de boom zwoegt niet.

“Het” gebeurt door hem heen.

Er is een stroom waar hij deel aan heeft.

Zo is de man, zegt de psalmdichter, die leeft vanuit de Tora, vanuit God.

Hij overpeinst die dag en nacht – hij spelt het uit, vertaalt Oussoren. 

Dat wil zeggen: hij mediteert erover.

Nee, niet denken, niet analyseren, niet rationaliseren, maar overpeinzen.

Het door hem heen laten gaan.

Dat doe je niet met een “wet”, maar wel met een liefdesbrief: ‘m uitspellen.

Erop kauwen, ervan genieten.

Het gaat niet om iets wat hij moet doen, moet waarmaken of organiseren.

Het is niet van hem afhankelijk.

God geschiedt allang, buiten hem om.

Een rivier die altijd stroomt en blijft stromen

ook als jij er niet meer bent.

Je hebt er alleen even deel aan.

Je doet niets anders dan zijn in God…

Het spellen bij dag en nacht…

Ik hoor u zeggen: dag en nacht?

Daar heb ik immers geen tijd voor!

Nee, natuurlijk niet, dat hebben we geen van allen,

u niet, ik niet, zelfs niet als je oud bent of in een klooster woont.

De man die de Tora overpeinst bij dag en nacht

heeft natuurlijk ook gewoon z’n werk en z’n besognes.

Hij kan niet letterlijk alleen maar aan de waterkant zitten.

Maar het gaat erom dat hij eruit leeft.

Dat het altijd bij hem is en in hem.

Dat hij erin geworteld is, ook al is hij druk doende.

Hij draagt het in zich mee en rond.

Hij handelt niet vanuit zijn eigen dadendrang,

niet vanuit zijn ik, maar vanuit de stroom die altijd stroomt,

vanuit het werk dat altijd plaatsvindt.

God zit zogezegd altijd in zijn achterhoofd,

ook als hij niet bewust aan God denkt.

En nu en dan zullen er momenten zijn

om dat even goed tot je door te laten dringen, het uit te vergroten.

Momenten van rust, momenten van bewustwording.

Die momenten moet je soms stelen.

Maar je moet ze vooral herkennen.

Bijvoorbeeld in de trein op weg naar huis,

een wandeling in het park tussen de middag,

als je in de file staat,

of bij thuiskomst, als je achter de geraniums kruipt.

Het grote werk gebeurt al.

Wij mensen, wij kleine individuen, hebben er alleen maar deel aan.

Ook zonder ons gaat het gewoon door.

Vanuit het bijbelse woordgebruik noemen we dat: De Geest.

De Geest stroomt en wij staan aan die stroom.

De werkelijk belangrijke dingen in het leven gebeuren door ons heen.

Opvoeden bijvoorbeeld “doe” je niet, het is een kwestie van zijn.

Dat is wat kinderen werkelijk vormt.

Denk ook maar aan een zwangerschap – het is tenslotte Advent.

Een geboorte betekent wachten.

Denk aan een genezingsproces.

Het is soms tergend lang niets doen, vaak is het slapen.

Denk aan de ervaring van wetenschappers als Einstein die zei:

In de slaap vinden de grootste ontdekkingen plaats.

Denk aan kunstenaars, aan een dichter als Leo Vroman die zei:

Het gedicht is er al, het wacht op mij, ik hoef het alleen maar op te halen.

En wat heeft Zacharias met dit alles te maken?

Zacharias wil daar niet aan.

Hij kan er niet op vertrouwen.

Als het niet van hem komt kan het nergens van komen.

Als hij het niet kan organiseren gebeurt het niet.

Dat is een cruciale misvatting, die hem door de engel zwaar wordt aangerekend.

Hij wordt een tijdje op non-actief gesteld.

Moet eerst maar eens leren dat de toekomst niet van hem afhangt.

Moet eerst maar eens leren in de stilte te vertoeven.

Leren te zwijgen – en te zijn…

Leren te spreken en te doen vanuit het zijn.

Doen door niet te doen.

Ida Gerhardt, vermoedelijk geïnspireerd door het beeld uit psalm 1,

heeft er een gedicht over geschreven:

 

Als ik nu in dit land

maar wat alleen mag blijven,

dan zal de waterkant

het boek wel voor mij schrijven.

 

Dit is wat ik behoef

en hiertoe moest ik komen,

het simpele vertoef

bij dit gestadig stromen.

 

Het water gaat voorbij,

wiss’lend gelijk gebleven –

het heeft stilaan in mij

een nieuw begin geschreven.

 

Ik weet met zekerheid,

hier vind ik vroeg of later

het woord dat mij bevrijdt

en levend is als water.

Amen.