De Vader, de Moeder en de Geest
Bij Lukas 13:31-35, als voorafschaduwing van, prelude op 19:37,38
Voor de kinderen: Moeder kip overdrijft…
Kijk, dit is het allereerste boekje dat ik ooit kreeg…
Een kip met kuikens, hoe noem je zo’n kip?
Nou weten jullie allemaal dat zo’n kuiken komt uit een ei. (laten zien)
Het leven van een kuiken begint dus heel beschermd.
Nu was er een Moeder Kip die overdreef…
Zodra al haar kuikens uit het ei waren gekropen
sloeg Moeder Kip haar vleugels om hen heen en drukte ze tegen zich aan!
Zo bang was ze dat hen iets zou overkomen.
En zodra ook maar een kuikentje probeerde weg te komen
hield zij het tegen…
Zelfs als ze moesten eten hield zij ze nog onder haar vleugels.
Dat kon natuurlijk niet goed blijven gaan want …
kuikens groeien.
Op den duur kon zij ze niet meer onder haar vleugels houden,
zo groot werden ze –
overal piepten snaveltjes tussen haar veren door.
Op een gegeven moment werden ze zo groot
dat ze zelfs één kuiken niet meer onder haar vleugels kreeg.
Toen stoven alle groot geworden kuikens uiteen
overal naar toe, zelfs de autoweg op!
Ze gingen de gevaarlijkste dingen doen
juist omdat ze altijd onder die vleugels hadden moeten zitten!
Gelukkig liep het allemaal goed af,
maar toch had Moeder Kip spijt dat ze altijd zo overdreven had.
Vraag maar eens aan jullie vaders en moeders
of ze soms ook een beetje op Moeder Kip lijken….
Voor de lezingen:
Man/vrouw in de bijbel. Juist rond het passieverhaal en Pasen is de rolverdeling van mannen en vrouwen opmerkelijk. De mannen vertegenwoordigen de donkere kant. Zij gaan allemaal in de fout: Petrus, Judas, Pilatus… De vrouwen staan model voor de trouw en het inzicht: de Maria’s, de vrouw van Pilatus, de vrouwen bij het graf. Nico ter Linden heeft het in dit verband over “de mannelijke mens” – kan ook een vrouw zijn – en “de vrouwelijke mens” – kan ook een man zijn. Hij zegt daarover: “Je kunt dingen op z’n mannetjes doen en op z’n vrouwtjes. Op z’n mannetjes gaat het mis. De vrouwelijke mens is ontvankelijk voor het goddelijke in Jezus. De mannelijke mens is gesloten en bang en gericht op zelfhandhaving.”
Aan de hand van het verhaal van vandaag ga ik in op de vrouwelijke en mannelijke kant van God en in het bijzonder van Jezus.
Meditatie (met drie keer een korte stilte)
Lieve mensen,
is God een man of een vrouw?
De laatste tientallen jaren zijn daar de nodige discussies over geweest.
Dat heeft natuurlijk te maken met de mannelijke beelden uit de bijbel.
De Vader, de Zoon, de Koning, de Heer, en ga zo maar door…
Het is wel duidelijk dat de bijbel ontstaan is
in een door mannen gedomineerde cultuur.
Maar misschien kun je nog meer zeggen dat de bijbel in handen gevallen is
van een door mannen gedomineerde cultuur – onze westerse cultuur namelijk!
De beelden voor God in de bijbel,
ze staan of vallen immers met de interpretatie ervan.
En ze zijn maar al te graag eenzijdig mannelijk, en dan bedoel ik:
heerszuchtig, macho-achtig, uitgelegd.
Vaak ten onrechte, want bijvoorbeeld de vader in de bijbel
is onmiskenbaar een vader met – wat wij zouden noemen –
moederlijke trekken: zorgend, teder, zich ontfermend, liefdevol.
Het mannelijke en het vrouwelijke van God in de bijbel
loopt veel meer door elkaar
dan wij vanuit onze cultuur geneigd zijn te denken,
ook als dat mannelijke beelden betreft.
God is man en vrouw, androgyn – noemen we dat –
zoals ook de mens niet enkel man of vrouw is,
maar altijd van beide iets in zich heeft.
Er zit een verborgen, vrouwelijke pool in mij.
Het is interessant daarnaar op zoek te gaan in uzelf…
Ook Jezus heeft blijkbaar zijn vrouwelijke kant.
In dit verhaal vergelijkt Jezus zichzelf, volgens Lukas, met een moeder.
Een moederkloek nog wel!
Deze vreemde zoon is het summum van een moeder.
Als we Jezus en God op één lijn zien zoals de traditie dat wil,
dan is hier werkelijk sprake van een androgyne God:
de Vader en de Moeder – en de Geest, die beide is.
Trouwens, als ik Jezus voor me zie,
zwervend over de wegen met zijn leerlingen
en niet te vergeten de vrouwen die hem volgden,
dan zie ik daar eerlijk gezegd wel iets in
van een moederkloek met kuikens:
Ze zwerven om hem heen maar blijven veilig in zijn buurt,
de brutaalste gaan soms op verkenning,
hij roept hen tot de orde, maar vooral
kunnen ze altijd terecht onder zijn vleugels:
altijd beschikbare moederlijke zorg.
… korte stilte…
En nu ziet deze moederkloek Jezus Jeruzalem.
Al die uitgezwermde kuikens daar.
Hij ziet dat ze de vrijheid niet hebben aangekund.
Ze pikken elkaar volgens de pikorde van de sterkste.
Ze maken elkaar kapot.
Het ontroert hem tot in zijn ingewanden en hij schreeuwt het uit:
Jeruzalem, Jeruzalem, dat de profeten doodt
en stenigt wie tot jou gezonden zijn,
ik zou je zo graag onder mijn vleugels nemen,
ik zou zo graag jullie kloek willen zijn, maar dat willen jullie niet.
Nee, want jullie hebben een vos in jullie midden, Herodes,
en jullie willen maar niet begrijpen dat een vos er alleen maar op uit is
om binnen te dringen in het kippenhok en zoveel mogelijk te slachten!
Alle goede, alle mooie mensen die jullie in jullie midden hadden,
heb je met stenen bekogeld of zelfs gedood,
iedereen die verlangde naar recht en vrede,
iedereen die de wereld goddelijker en dus menselijker wilde maken,
heb je het leven onmogelijk gemaakt, weggejaagd…
… korte stilte…
Hier spreekt het verdriet van een moeder.
Machteloze pijn om kinderen die een heilloze weg kiezen.
Hoe zielsgraag zou je je vleugels om hen heen slaan
en hen daar onder houden voor altijd.
De beschermzucht van Moeder Kip is maar al te begrijpelijk.
En toch en toch…
Toch is dat geen liefde!
Want let nu op wat Jezus zegt, zo afwijkend,
Zo volstrekt anders dan je van een bezorgde moederkloek zou verwachten.
Het is echt een verrassend zinnetje, een verborgen zinnetje,
waar je zomaar overheen zou lezen.
Jezus zegt: jullie huis wordt aan jullie overgelaten.
Ik laat het kippenhok het kippenhok.
Dat kun je dreigend en zelfs onverschillig opvatten, zo van:
zoek het verder maar uit… en het wordt ook meestal zo uitgelegd.
Maar ik ben zo vrij – en zo eigenwijs – er iets anders in te lezen.
Ik lees erin: ik laat jullie met rust, ik laat jullie vrij.
In tegenstelling tot de Moeder Kip uit het verhaal
laat deze moederkloek haar kuikens over aan hun eigen weg.
Het doet haar zeer, maar ze berust in hun vrijheid.
Liefde betekent vrijheid.
Uiteindelijk moet je je kuikens laten gaan
en de hele beschermende opvoeding is er juist op gericht
om hen zelfstandig te maken.
Dat is liefde: beetje bij beetje loslaten.
Ik laat jullie over aan jullie huis.
Ik trek me terug tot de tijd rijp is, zegt deze kloek.
De tijd moet rijp zijn.
Jullie moeten eerst klaar zijn voor wat ik te geven heb.
Jullie moeten er aan toe zijn om naar mijn komst te verlangen
en te roepen: gezegend hij die komt in de naam des Heren.
Ik zal dat niet forceren; ik zal het afwachten.
… korte stilte…
En dan komt het moment dat Jeruzalem er aan toe lijkt te zijn.
Op Palmzondag komt dat moment.
De tijd lijkt rijp voor de liefde, de vrede en het recht.
De stenen barsten ervan open, zo rijp zijn ze voor haar komst.
Het is niet tegen te houden.
De poorten jubelen het uit:
Gezegend de moeder die komt in de naam des Heren!
Gezegend zo’n liefde, een liefde die kan wachten,
die ruimte schept, geduld heeft, loslaat.
Dat betekent dat we ook elkaar loslaten in de ruimte.
Dat we elkaar de tijd gunnen om te groeien,
te rijpen tot onze bestemming,
met respect voor de fasen die ieder mens door moet maken.
Concreet betekent dat voor ons:
Laat de mensen, laat elkaar met rust.
Heel veel ellende in de wereld komt voort
uit het feit dat we elkaar niet met rust laten.
Bestook elkaar niet, je geliefden niet, je kinderen niet,
met gelijk en waarheid.
In God is ruimte voor scheefgroei en groei.
Gun elkaar de tijd, gun ieder zijn, haar eigen fase van ontwikkeling.
Ja, laat elkaar met rust.
Laat ook jezelf met rust.
Verwacht niet te veel van jezelf.
In God is de eeuwig circulerende wind van liefde,
de liefde van de Vader, de Moeder en de Geest.
Sytze en Gerrie,
straks zeg ik er nog wat meer over, maar nu alvast dit
in dat besef en dat vertrouwen laten we ook jullie gaan.
Amen.