Hartig dagboek V – augustus 2015

4 augustus 2015

Na een heerlijke dag gisteren een moeizame nacht. Oude angst keerde weer toen ik een tijdje wakker lag. Ik moest denken aan die nare nacht dat ik zo hyperventileerde. Ik kon mijn adem nu rustig houden en ik weet dus: niet ik adem maar er wordt in mij geademd. Daar moet ik mij dus nog meer op focussen. Of zoals Annette Herfkens schrijft: ‘Dat rustpunt tussen twee ademhalingen blijft altijd voor iedereen beschikbaar.’

Toch bleef ik lang onrustig. De angst en de stress zitten echt diep, verankerd in die kwab daarboven. Terwijl ik nu de aanleiding op de dottertafel toch een plek heb gegeven. Ik was er toen niet klaar voor. De kinderen zouden het niet aankunnen, etc. Maar nu weet ik, dankzij mijn Godverdieping en mijn soort bijna doodervaring met terugwerkende kracht dat ik niet bang hoef te zijn en dat de kinderen sterker zijn dan ik altijd heb gedacht.

Maar het mijzelf loslaten in God kost me elke dag weer moeite. Het hout blijft knetteren en roken. Ach ja, het is een proces.

 

Vandaag naar de Abdij in Zundert met Emiel. Middaggebed bijwonen en wandelen. Ben benieuwd hoe het mij zal vergaan om daar weer even te zijn.

 

7 augustus 2015

 

Het was goed om daar te zijn, vooral omdat ik zo goed met Emiel gepraat heb, al rijdend en wandelend. Gepraat over contemplatie en stilte. En natuur en God en alleen zijn. Vooral één zin van Emiel is mij bijgebleven: ‘Ik leef de hele dag in de contemplatie, alleen ben ik daarin vooral gericht op de natuur.’

Aan het middaggebed dat we bijwoonden had ik niet zoveel. Ik was misschien te onrustig. Maar ook is datgene wat ik aan God ervaar van andere orde dan de liturgie, ook al is die nog zo prachtig, devoot en rustgevend. Misschien is dat ook wat Emiel bedoelt. Ik noem het innerlijk. Het is zo zacht en goed. Als een engel in mijn ziel – maar dat is logisch. Zou Cruijff zeggen.

Ja, het is werkelijk zo dat als ik diep mediteer en ik focus mij op God, dan krullen mijn lippen zich heel licht tot een glimlach. Dat gaat vanzelf en ik kan het niet tegenhouden. Het is bijna bizar te noemen wat mij in deze dagen overkomt.

 

Woensdag met Emiel en z’n dochtertje naar een dierentuin in België geweest, tegen de Franse grens aan. Takkeneind rijden en daar tegen onze verwachting in heel druk. Ook nog eens bloedheet op sommige plekken. Voor het eerst sinds mijn hartinfarct zo’n lange rit zelf gereden en zo’n lange dag buitenshuis doorgebracht.

Eigenlijk was het alles wat een mens in mijn situatie niet zou opzoeken. Ik heb besloten het als een oefening te zien. Een oefening in boeddhisme, noem ik het maar. Je terugtrekken in jezelf (innere Migration), de drukte niet aan jezelf laten komen, de rust bewaren ook in de ademhaling, kortom de stoïcijnse apatheia opzoeken in het onaangedane centrum van de ziel.

Het was een omslagpunt want ik bedacht dat ik vanaf nu alle onvermijdbare stresssituaties en emoties die me dreigen te overweldigen als een oefening ga zien. Daarbij hanteer ik het criterium van Epictetus: kom alleen in actie bij de dingen die je kunt veranderen, als dat niet het geval is verzoen je er dan mee. Als iets niet in onze macht ligt is er maar één antwoord: voor mij heeft het geen betekenis. Een oefening in ‘terug naar de markt.’

 

Ik word echt in een andere modus gezet. De Godmodus. Leven vanuit een zelfloos bewustzijn. Geen wonder dat het ik sputtert en angstsignalen uitzendt. Mooie en herkenbare dingen daarover gelezen in een boekje van Williges Jäger. Gekocht in de Abdijwinkel. Ik zal hier het belangrijkste citaat weergeven. Ik heb er veel aan gehad omdat het precies de gemoedstoestand aangeeft waarin ik mij nu en dan bevind.

 

‘Ons ik moet angst kennen. Het ik meent immers altijd alles in de hand te moeten houden, alles te moeten controleren. En wanneer het merkt dat het daar niet meer toe in staat is, raakt het in een angsttoestand, dat is volkomen normaal. Wanneer mensen in mijn cursussen deze grens naderen, dan komt de angst. ‘Ik word stapelgek! Ik ga dood.’ Dat zei ik zelf eens tegen mijn meester: ‘Ik geloof dat ik gek word!’ Hij lachte me uit. ‘Je wordt niet gek,’zei hij, ‘laat maar los. Je zult zien dat er nog een niveau bestaat dat veel belangrijker is dan je ik.’ De angst ontstaat doordat het ik zijn ontbinding, zijn dood, niet kan accepteren.

‘De angst voor het uiteenvallen van het ik is de drempel die voor het ervaren van ons ware wezen (godservaring) een hindernis vormt. […] Als de ik-structuur oplost of wegvalt verdwijnt ook de angst. Verlossing is de verlossing van het ik.’    

 

8 augustus 2015

 

O, de leegte.

De stilte.

De kalmte.

Het niets aan mijzelf voorbij.

 

Wat een verlangen.

 

9 augustus 2015

 

Het is wel frappant dat ik Williges Jäger nu pas ontdek, althans, dat ik hem nu pas tot mij door laat dringen want jaren geleden las ik al eens zijn ‘Elke golf is de zee’, terwijl dat toen op een of andere manier nog niet tot me sprak. Nu lees ik in een boekje met enkele van zijn mooiste teksten en komt het wel binnen, heel specifiek zelfs. Het sluit precies aan op mijn eigen beleving en filosofieën van de laatste tijd en ook op wat ik in deze dagen nodig heb. Het opent de deuren waar ik net zelf voor stond met de sleutel in mijn hand, of liever, deze teksten vormen de sleutel.

De sleutel tot wat? Tot de mystiek die geen religie is, tot God als de eeuwige energie van liefde en van ‘wie’ wij tijdelijke manifestaties zijn, tot een bewustzijn voorbij het ik, de verlossing van het ik. Zelden las ik teksten met een zo hoog ‘ik had het zelf kunnen bedenken’ gehalte.   

Zo schrijft hij over de ouderdom een zin die wel voor mij in mijn huidige situatie  bestemd lijkt: ‘Het doormaken van een ziekte kan tot een nieuwe ontmoeting met jezelf leiden en tot een geheel nieuw openstaan voor God en de medemens.’

Dat is exact wat mij aan het overkomen is.

 

*

 

Hans heeft een mooie roman geschreven met daarin een scene dat de hoofdpersoon de platheid van een feestje niet meer aan kan en zich terugtrekt op de wc. Daar stelt hij zich een processie voor van boeddhistische monniken in een berglandschap: ‘De lucht is fris en zuiver, de hoofden kalm.’

De sereniteit van dit beeld raakte mij in het hart, kaarsrecht in mijn diepste verlangen. En wat is er nu zo zuiver en kalm aan? Precies dat wat ik ook ervoer toen ik beelden zag van monniken die in de stilte leven in de Sinaï: het ontbreken van alle ik.

Het is het ik dat alle ruis en onreinheid veroorzaakt.