Ik ga avonturen beleven – zomer 2024

Thema: IK GA AVONTUREN BLEVEN

 

Stilte en kyriëgebed

Jij, windstilte in ons bestaan,

wij rusten in jou…

Wij rusten in jou,

eeuwige Liefde die jij bent.

Vanuit de onrust van ons bestaan,

de onrust van onze ziel,

vanuit de onrust

en de pijn van de wereld,

vanuit de tragiek en soms de schuld,

zoeken wij jou met heel ons hart

en roepen jou aan:

Kyrië eleison!

Ontferm je over ons

in de liefde van Christus, amen.

 

 

Opstapje naar het thema: De avonturier

Liv, een van onze kleindochters, negen jaar, stapte op een dag de deur uit, met een rugtas met koek en een flesje water, en zei tegen haar moeder: ‘Ziezo, ik ga avonturen beleven…’

Kijk, zij begreep waar het in het leven om gaat.

Net als Tom Poes in een verhaal van Ollie B. Bommel.

Op een mooie dag in de lente zei hij: ‘In deze tijd van het jaar heb ik altijd zin om op reis te gaan en avonturen te beleven.’

Daarmee ving hij de twee kernwoorden van vandaag in één zin: reizen en avonturen – immers, het leven is een reis vol avonturen.

Maar herkennen we ze ook, onze avonturen?

Of gaat het in ons leven net als in dit verhaal van de avonturier?

 

In een bergdorp woonde een avonturier die op zoek was naar avontuur.

Hij vroeg het aan alle mensen, maar niemand kon hem vertellen waar hij avonturen kon beleven… behalve de schoenmaker.

Hier in ons bergdorp valt niks te beleven, zei de schoenmaker, je moet naar zee gaan, daar zul je het avontuur vinden.

En de avonturier ging op reis.

Hij trok langs dorpen en steden…. waar de pest heerste, en hongersnood, en onderweg moest hij vechten met rovers.

Na een lange, gevaarlijke reis kwam hij bij de zee, waar hij werd opgeslokt door een grote vis, die hem meenam naar de diepste diepten van de oceaan.

Maar een zware storm dreef hen naar de kust, waar de vis hem op het strand spuwde.

Hij leed honger en dorst en besloot terug te keren naar zijn bergdorp.

Hij trok weer langs dorpen en steden, waar de pest heerste, en hongersnood en onderweg moest hij vechten met rovers.

Na een lange, gevaarlijk reis kwam hij in zijn dorp.

Het eerste wat hij deed was de schoenmaker bezoeken.

En, vroeg de schoenmaker, heb je avonturen beleefd?

Nee, zei de avonturier, ik heb geen avonturen beleefd.

Jammer, zei de schoenmaker, volgende keer beter…  

 

 

Lezingen (eigen hertaling WJ, gebaseerd op de Naardense bijbel):

Genesis 12:1

Dan zegt de Eeuwige tot Abram:

‘Ga, jij, weg uit je land,

uit je geboorteland en uit het huis van je vader,

naar het land dat ik je zal doen zien.’

 

Paulus vertelt over zijn reisavonturen in II Korintiërs 11:24-29a

Vijfmaal heb ik van de Judeeërs de ‘veertig-min-één zweepslagen’* moeten ontvangen, driemaal ben ik met stokken geslagen, eenmaal gestenigd, driemaal heb ik schipbreuk geleden, een nacht en een dag heb ik in volle zee doorgebracht.

Veelvuldig heb ik tijdens omzwervingen gevaren door rivieren doorstaan, gevaren door rovers, gevaren van eigen volk, gevaren vanuit heidenen, gevaren in stad en woestijn, gevaren op zee, gevaren onder zogenaamde ‘broeders’, moeite en zwoegen, veelvuldig slapeloze nachten, honger en dorst, kou en naaktheid, en dan nog: de dagelijkse beslommeringen in de zorg voor alle gemeenten.

Als iemand zwak is, ben ik dan niet zwak?

(* de ‘veertig-min-één’ was een zware geseling, voorgeschreven in Deuteronomium 25)

 

II Korintiërs 12:8, waarin Paulus betoogt dat hij niet prat gaat op al die avonturen en ontberingen:

… opdat ik mij niet zal verheffen is mij een doorn in het vlees gegeven, een demon, die mij kwelt. Driemaal heb ik de Heer gesmeekt mij daarvan te verlossen. Maar hij zei: ‘Mijn genade is jou genoeg, want kracht wordt zichtbaar in zwakheid.’

 

Buitenbijbelse lezing – Etty Hillesum, 20 september 1942. (Zij was een seculier joodse vrouw die op haar 28e een dagboek begon, dat inmiddels beroemder is dan dat van Anne Frank. Zij werd in 1943 vermoord in Auschwitz):

Onder de hemel is men thuis.

Op iedere plek op aarde is men thuis,wanneer men alles in zich draagt.

 

We luisteren naar Aeneas nu van Boudewijn de Groot.

(Vooraf: Aeneas is een mythologische figuur uit het verhaal van Vergilius. Aeneas is  een Griekse halfgod, zoon van de liefdesgodin Aphrodite – dat zegt ook wel iets – en gaat, net als Odysseus, op reis. Na een eindeloze reis vol avonturen  komt hij aan op een plek in Italië, waar zijn nakomelingen later Rome stichten. Maar het gaat om de reis… Laat u meenemen in de dromerige sfeer die Boudewijn de Groot oproept in tekst en muziek:)  

 

Er was geen eind en geen begin, toen Aeneas werd geboren
En nu ik aan ’t zoeken ben, slaan de klokken in de toren
Het verhaal, voor wie ’t wil horen, van een eindeloze reis

Een man veegt scherven bij elkaar en metselt zerken in de grond
Ik wandel door dit doodsgevaar, omdat ons huis hier vroeger stond
Maar ik ben vreemd en ongezond, op een eindeloze reis

Ik kom misschien aan een station, door schele bedelaars verwacht
De laatste trein ontmoet de zon, de avond valt angstwekkend zacht
En ik ben vreemd en zonder kracht, op een eindeloze reis

En als ik vraag waar ik nu ben, staren mensen achter kragen
Daar bestraat ver weg van hen, niemand antwoordt op mijn vragen
Want ik ben vreemd en al vele dagen, op een eindeloze reis

En als iemand mij verwacht, kom ik terug en dan zal blijken:
Het was nooit zoals ik dacht en het zal er nooit op lijken
Het is vreemd om neer te strijken, na een eindeloze reis.

 

 

Meditatie: Ik ga avonturen beleven

Lieve mensen,

vakantietijd – eigenlijk is vakantie toch niet veel anders

dan het oerverlangen van mensen om avonturen te beleven?

Niet alleen vakantie is avontuur, het hele leven is avontuur.

LEES JE LEVEN ALS EEN AVONTUUR.

Dat is wat ik u vanmorgen mee wil geven.

Alle streven, alle strijd, alle tegenslag, alle geluk, alle pech,

alle gevaren, alle ziekte, alle dood, alle verlies, alle winst –

wie heeft er niet mee te maken?

Eén groot avontuur.

We kijken in de spiegel van wie vanmorgen de revue passeren.

In de spiegel van het verlangen van de avonturier om zijn bergdorp te verlaten.

In de spiegel van Tom Poes en zijn verlangen om eropuit te trekken.

In de spiegel van onze kleindochter Liv: ik ga avonturen beleven.

Ze heeft het niet van een vreemde – kijk mee in mijn spiegel.

Als ik vroeger op avonden in de herfst buiten kwam op het erf,

dan hoorde ik hoog in de lucht het verstervende roepen van de vriesganzen

en dan was het net of ze riepen: Avontuur…

Herkent u er iets van?

Het leven een reis vol avonturen.

Kijk terug op je leven en zie het als een reis.

Misschien daarom ervaar ik het reizen zelf als vakantie, als doel in zichzelf.

Veel mensen reizen om zo snel mogelijk ergens te komen – wat mis je dan veel.

Ik reis om het reizen zelf.

Niet om ergens te komen maar ook niet om thuis te komen.

Reizen is geen thuiskomen, maar thuis zijn.

Niet blind voortjakkeren door het wisselende landschap maar het zien!

Met volle teugen ervan genieten als de eerste heuvels zich aandienen,

de andere sfeer opsnuiven in een Belgisch dorp.

Het is ook een grote troost, je leven te lezen als een reisavontuur.

Want tegenslag kan zomaar voorspoed worden, en pech geluk.

De dingen liggen niet langer muurvast.

Het leven gaat vloeien, wordt een spel van de elementen.

Een simpel vakantievoorbeeld:

Toen we in Frankrijk van een trip terugreden naar ons huisje

was de autostrade plotseling afgesloten.

Zo kwamen we terecht op een Route Nationale, en wat bleek?   

De mooiste bergweg die we ooit hadden gereden: een cadeautje.

Pech werd een ongedacht geschenk, ongeluk kan zomaar verkeren in geluk.

In de stilte zoeken we naar misschien ook zo’n moment…

We kijken in de spiegel van Aeneas – Aeneas en zijn eindeloze reis.

Alles, het hele leven zit erin, in dit onbekende lied van Boudewijn de Groot.

Scherven, misschien zien we de scherven van ons leven voor ons?

Ik wel, maar dat is niet erg, het hoort bij het avontuur van het leven.

Zerken, ja, overal de dood op het gazenbord, niet te vermijden.

Ik wandel door dit doodsgevaar, een zwerftocht door gevaren, overal.

Ik ben vreemd en ongezond – zeker, het leven is zeer ongezond.

Wie heeft nooit met ziekte te maken?

Lees je ziekte als een avontuur.

Ik ben vreemd en zonder kracht – ja, wie herkent ook dat niet?

Je zwakheid, je kwetsbaarheid, de broosheid van het leven.

Vind het niet erg, hoort erbij, bij het avontuur van je leven.

En altijd die vreemdheid, die verwondering

over dit bizarre en toch zo mooie aardse leven.

Waarin alles altijd anders gaat dan je denkt:

Het is nooit zoals ik dacht en het zal er nooit op lijken.

En die eindeloosheid van de reis.

Misschien gaat de reis nog wel door na je dood.

Toen oud-senator Witteveen zijn zoon met gezin verloor bij de MH17-ramp

vond hij troost in de gedachte dat die nu verder reisden in de eeuwigheid,

in een eindeloze reis van liefde.

Liefde heeft eeuwigheid nodig om te kunnen uitdijen.

Zoals in het gedichtje dat ik ooit schreef voor mijn geliefde:

Wil je weten /hoeveel ik van je hou? / Pak je koffer / want we gaan op reis.

Pak je koffer / want de reis / zal eeuwig duren.

Thuis zijn in een eindeloze reis van liefde…

We kijken in de spiegel van Abram.

De bijbel is één groot reisverhaal, één grote avonturenroman.

Het is de bestemming van Abram om op reis te gaan.

Hij weet zich geroepen door die innerlijke stem, die innerlijke reisgids.

Heel direct en persoonlijk wordt hij geroepen in die sterke aanspreking: JIJ.

Ga, JIJ, weg uit je geboorteland, weg uit het huis van je vader.

Weg uit je ‘America first’, weg, juist UIT je veilige haven.

En zoek het avontuur op de weg naar het onbekende.

Dat wil zeggen: kom los van jezelf, treed uit jezelf en je heilige huisjes,

en snuif het onbekende op, drink het vreemde in, neem risico’s.   

Treed ook uit je eigen vertrouwde godbeeld en durf het aan

met de onbekende, gevaarlijke God van de liefde.  

Denk erom, het is een God die je opvreet, die je verslindt met huid en haar,

want het is een God die brandt van liefde.

Ga, JIJ, ja, JIJ…

We kijken in de spiegel van Paulus.

Eén groot reisverhaal is het leven van Paulus.

Eén grote avonturenroman, ja, dat kun je waarachtig wel zeggen.

Hij somt het allemaal op, zijn bizarre avonturen: een en al gevaren.

Het maakt hem tot een meer sprankelende figuur dan je zou afleiden

uit zijn soms zo dogmatische brieven.

Je kunt het zo gek niet bedenken of hij heeft het meegemaakt:

gevangenschap, zweepslagen, schipbreuk, honger, ziekte en ga zo maar door.

Maar wat hem zelf het meest in het oog springt: zijn zwakheid.

Vreemd en zonder kracht, zwakheid… tot in het demonische toe.

Herkennen we daar iets van?

Gekweld worden door iets? Een angst? Een oude pijn?

Maar vind het niet erg, ook dat hoort bij het reisavontuur.

Ook die schaduwkant kan verkeren in licht.

Paulus heeft het ervaren:

Juist in die zwakheid komt de kracht van God aan het licht.

Een hele troost: het hangt niet van jou af.

Je hebt genoeg aan mijn genade.

Genade, dat klinkt niet fijn, dat riekt naar genadebrood.

Maar genade in het Grieks is gracieus – genade is gulheid,

is vreugde, is royale, overvloedige liefde.

In jouw kwetsbaarheid speelt de liefde op.

Zien we onszelf in de spiegel van Paulus?…

We hebben niet uit de evangeliën gelezen,

maar via de spiegel van Paulus kijken we natuurlijk als vanzelf

in de spiegel van Jezus.  

Vooral het evangelie van Lukas en zijn boek Handelingen

vormen één groot reisverhaal, van Nazaret via via naar Rome.

Jezus was door en door een reiziger, een zwerver zoals God een zwerver is.

Nog voor zijn geboorte begint zijn reis in Nazaret,

naar Bethlehem, als kind regelmatig naar Jeruzalem,

later rondtrekkend door Galilea en Judea… en weer naar Jeruzalem.

Jezus was thuis in zijn reizen.

Thuis omdat hij overal thuis was in de liefde – in God.

Jezus was een verliefde zwerver en zijn geest is nog altijd verliefd zwervende.

In jou en mij.

Een eindeloze reis in jou en mij.

Want liefde heeft eeuwigheid nodig…

Kijken we tenslotte in de spiegel van Etty Hillesum.

Zij heeft het begrepen: lees je leven als een reisavontuur.

Zij laat zich niet vangen, niet in een geboorteplaats die haar claimt,

niet in een religie, niet in een heldenrol als wij die haar toedichten.

Zij leest haar leven als de eindeloze reis,

die niet eindigt in Auschwitz, ook al lijkt het zo.    

Zij weet van de kracht in zwakheid, die men overal in zich draagt.

Overal onder de hemel is men thuis.

Op iedere plek op aarde is men thuis, wanneer men alles in zich draagt.

Ik varieer:

In ieder reisavontuur is men thuis,

omdat men God in zich draagt…

STILTE

 

In verband met een bericht van overlijden verzoek ik u, indien mogelijk te gaan staan.

 

Op 7 augustus is overleden , Harman Jan Otterloo –Harry, in de leeftijd van 79 jaar. Hij woonde in de Azaleastraat te Hoek. Op de rouwkaart staat: Niet een blad maar een boom is gevallen, geveld door een felle storm. Nu door liefde en wind gedragen, is hij op weg gegaan

 

De crematieplechtigheid heeft plaatsgevonden op woensdag 14 augustus in de aula van het crematorium in Terneuzen. Wij denken aan de woorden uit Romeinen 8:

Ik ben ervan overtuigd dat dood noch leven, engelen noch machten noch krachten, heden nog toekomst, hoogte noch diepte, of wat er ook maar in de schepping is, ons zal kunnen scheiden van de liefde van God.

 

Er wordt een steentje in de gedachtenisboom gelegd.

We zingen: Lied 961 (de gemeente gaat zitten)

 

Gebeden (met stilte en Onzevader)

In de reis door jouw ruimte, eeuwige Liefde,

 jouw peilloze ruimte

komen wij thuis,

komen onze levens en ons grillige lot thuis

en rusten in jouw stilte…

In jouw ruimte laten wij achter,

de pijn die aan ons kleeft,

het verdriet dat ons soms overmant,

het gemis en de eenzaamheid,

en alles wat wij voelen als zwakheid.

En we openen ons,

voor jouw kracht in onze kwetsbaarheid

en de kwetsbaarheid van deze mooie aarde.

In jouw ruimte laten wij achter

onze onmacht om wat er gebeurt in de wereld

en de pijn die wij soms lijden aan het leven,

onze voorbeden en persoonlijke gebedsintenties,

in het bijzonder voor de familie Otterlo.

En we dragen aan jou op

al onze levensvreugde en ervaren liefde

en dank voor schoonheid

in de stilte…

We bidden samen het Onzevader:

Onze Vader die in de hemelen zijt,

uw naam worde geheiligd,

uw Koninkrijk kome,

uw wil geschiede, gelijk in de hemel alzo ook op de aarde.

Geef ons heden ons dagelijks brood.

En vergeef ons onze schulden, gelijk ook wij vergeven onze schuldenaren.

En leid ons niet in verzoeking, maar verlos ons van de boze.

Want van u is het Koninkrijk, en de kracht, en de heerlijkheid,

tot in eeuwigheid. Amen