KERST 2022 KOORKERK
Thema: Wat komt er van dit kind terecht?
Stilte en gebed (na ‘Zuivere vlam’ de acclamatie)
Jij, ontzaglijke ruimte in ons,
we zijn eerst stil voor jou…
…
Diep in onszelf vinden we jou,
verborgen onder vele gevoelens en gedachten,
onder onze pijn en ons verdriet,
brandt jouw liefde in ons: Zuivere vlam…
Acclamatie
In de chaos van de wereld,
in de vragen van ons leven,
in de zorgen om de toekomst,
brandt toch jouw liefde: Zuivere vlam…
Acclamatie
Te midden van beschietingen,
geweld en terreur,
gewonden, stervenden, vluchtelingen
brandt toch jouw liefde: Zuivere vlam…
Acclamatie
Eeuwige Liefde,
wat gebeurt er allemaal in deze wereld?
Onder de angsten van ons hart
brandt toch jouw liefde: Zuivere vlam…
Acclamatie
Opstapje naar het thema: Wat komt er van dit kind terecht?
Een kind wordt geboren.
Je ziet zo’n nieuw leven en je denkt: Wat komt er van dit kind terecht?
In een van zijn verhalen vertelt Roald Dahl over een Duits echtpaar,
aan het begin van de vorige eeuw, dat dolgraag een kind wilde –
maar drie kinderen stierven bij de geboorte.
Als er weer een jongetje wordt geboren is hun blijdschap niet te beschrijven.
Ze noemen hem: Adolf…
Maar ook de kleine Adolf is uitermate klein en zwak.
De vroedvrouw stelt de vader gerust:
‘Hij heeft een fantastisch stel longen. U had hem eens moeten horen krijsen en tekeergaan toen hij net op de wereld was…’
De vader is nog niet gerustgesteld, maar de moeder zegt:
‘Het komt vast goed, want ik heb er zo om gebeden dat hij mag blijven leven.
Ik ben maandenlang elke dag naar de kerk gegaan
om op mijn knieën te smeken dat deze mag blijven leven.
Hij moet blijven leven. Hij moet, hij moet…
O God, wees de kleine Adolf alstublieft genadig…’
…
We weten allemaal hoe het de kleine Adolf is vergaan.
Hoe de blijdschap van zijn moeder heeft geleid tot het verdriet van miljoenen andere moeders.
Wat komt er van dit kind terecht?
Wat is de bestemming van dit kind?
Zal het lang en gelukkig leven?
Zal het tot zegen zijn of tot vloek?
Of zal het zinloos sneuvelen in een oorlog?
Het eerste liedje waarmee Rikkert Zuiderveld bekend werd
was het protestlied: Sorry Heer.
Over een soldaat die bij God komt met zijn gesneuvelde lichaam…
We luisteren ernaar.
Sorry Heer
Goedemorgen Heer,
Nu ik dan te vroeg ben dood gegaan
En mij bevind onder uw ingekomen stukken,
Hoop ik zielsveel dat u het mij niet euvel duidt
Dat ik stuk ben ingekomen op m’n krukken.
Ik zie er inderdaad nogal gesneuveld uit.
Sorry Heer
U gaf mij voeten om te lopen
Maar de mensen maken laarzen en marcheren.
U gaf mij handen want gebaren brengen liefde bij,
Maar de mensen maken handen tot geweren
En de kogels van hun handen doorkliefden mij.
Voelt u Heer
U gaf mij lippen om te kussen
Maar verraders misbruiken ze, dat merkte u.
U gaf een mond want anders bleef de liefde woordeloos.
Daarmee orakelde de preker in z’n kerktenue,
Maar hij zweeg toen een soldaat de weg tot moorden koos.
Ziet u Heer
U gaf mij ogen om te kijken
Maar ik zag gemene blikken en ze schoten vuur.
U gaf een huid waardoor ik langzaam ademhalen moest
Maar m’n vader zei: “M’n jongen, verkoop ‘m duur”.
Wist ik veel dat ik met m’n leven betalen moest.
Zo gaat dat Heer
U gaf mij een hart om te voelen
Dat ’t niet gaf of iemand zwart was of lang haar had.
Maar ’t was een hard gelag toen ’t plotseling stopte, Heer,
Net toen ik dacht hoe mooi de wereld in mekaar zat.
Dus vraag ik mij nu af of ’t wel klopte, Heer.
Lezingen:
Lukas 2:1-7
Lied 477:1
Lukas 2:8-14
Lied 477:2
Lukas 2:15-20
Lied 477:4
Spinoza (Ethica V, 30):
Voor zover onze geest zichzelf en zijn lichaam
in het licht van de eeuwigheid begrijpt,
moet hij God kennen,
en weet hij
dat hij in God is
en uit God begrepen wordt.
Meditatie: Wat komt er van dit kind terecht?
Lieve mensen,
Het is de vraag bij elk kraambed:
Wat komt er van dit kind terecht?
Dezelfde Rikkert Zuiderveld van de gesneuvelde soldaat
zong met zijn vrouw Elly Nieman over de geboorte van Jezus.
Voor iemand van u nou zegt: ‘Wat is er in Godsnaam
met die vrijzinnige Wim Jansen aan de hand dat hij liedjes laat horen
van dat evangelische stel Elly en Rikkert?’ – het volgende:
Hun beste liedjes zijn van voor hun bekering tot het evangelisch christendom!
Maar ik moet erbij zeggen: Ook daarna zijn ze altijd integer gebleven.
Een van die nog onbevangen liedjes is dus Sorry Heer.
In een ander liedje uit die pretijd, Litanie, bezongen ze de geboorte van Jezus,
waarin ze een treffend antwoord geven op de vraag
wat er van dit kind terecht gaat komen – luister maar hun kerstverhaal,
een dialoog tussen de ‘vader’ Jozef
en een mevrouw van de burgerlijke stand in Bethlehem:
‘Dag juffrouw, ben ik hier bij de burgerlijke stand?
Ik heb een zoon gekregen die ik aan wou geven.
Ik weet niet hoe het moet, ik ben een vreemde in dit land….’
‘Kom, geen paniek meneer, dat regel ik wel even:
Naam van de moeder?’
‘Maria…’
‘Gehuwd?’
‘Nee juffrouw, maar het kind zou Jezus moeten heten…’
‘Wanneer geboren?’
‘Middernacht.’
‘U bent de vader?’
‘…. God…. ik zou het echt niet weten.’
‘In dat geval kan ik het kind niet registeren
En de naam Jezus komt niet voor in ons kohier.
Ik zal de zaak eerst grondig moeten epibreren.
Zet u maar vast… een kruisje… op dit formulier.’…
…
Tot zover – in een prachtig woordspel verhuld weergegeven
wat er van dit kind terecht gaat komen.
Geen plaats, zelfs niet in de administratie.
Ook voor zijn naam is geen plaats, komt niet voor, geen bestaansrecht.
En dan dat subtiel voorspellende ‘kruisje’…
…
Wat komt er van dit kind terecht?
Kunnen wij daar zelf aan bijdragen?
Elke dag is een nieuwe geboorte…
Elke dag tot we sneuvelen op het slagveld van het leven.
Maar tot die tijd kunnen wij elke dag bepalen
of we een Adolf of een Jezus zullen zijn.
Of we de Godgeboorte in ons laten plaatsvinden.
Ik denk dat we geboren worden om een plaats van God te zijn.
Zoals in het beroemde gedicht van Gerrit Achterberg:
De mens is voor een tijd een plaats van God…
…
Dat komt ook mooi tot uiting in het liedje.
U gaf mij voeten om te lopen
maar de mensen maken laarzen en marcheren.
U gaf mij handen want gebaren brengen liefde bij,
maar de mensen maken handen tot geweren…
Je kunt ook zeggen:
U gaf mij voeten en handen om een plaats van God te zijn
maar wij geven er soms zelf een andere bestemming aan.
Voeten kunnen vertrappen en handen kunnen wurgen.
Al die menselijke instrumenten somt de dichter op,
al die instrumenten om een plaats van God te zijn:
Onze lippen kunnen een plaats van God zijn in een kus,
onze mond in woorden van liefde – want anders bleef de liefde woordeloos –
onze ogen om licht te weerkaatsen en uit te stralen,
onze huid om langzaam God in en uit te ademen
en een hart om te kloppen van louter liefde,
maar we zien in de wereld om ons heen wat er werkelijk gebeurt:
lippen die verraden, blikken die vuur schieten,
monden van prekers in kerktenue (wijs op mezelf),
die zo vaak spreken en zwijgen op de verkeerde momenten…
Mea culpa, dominee…
Wat komt er van dit kind terecht?
Elke dag is een nieuwe geboorte.
Elke dag staan we voor de keuze
of we onze instrumenten laten bespelen door God…
…
Sterker nog, elke dag staan we voor de keuze
of we God willen zijn in dit, ons leven.
Want we zijn niet alleen instrument van God,
we zijn deel van God – een vooruitgeschoven stukje God in deze wereld.
We zijn God, zoals dat kwetsbare kind in Bethlehem op en top God was
in een onherbergzame tijd en cultuur.
Luister naar Spinoza.
Spinoza zou zijn God – of wat hij God noemt – nooit aanspreken met Heer,
zoals ik dat overigens ook zelf nooit meer doe.
God is geen ‘heer’, het is een primitieve voorstelling van menselijke heren.
God is denk ik ook geen ‘dame’, maar altijd nog eerder dan een ‘heer’.
Voor Spinoza is God de diepste werkelijkheid die ons omvat.
Het grote geheel waarvan wij deel zijn.
De oceaan waarvan wij een druppel zijn – en elke druppel is de oceaan.
God is de eindeloze Liefde, een eindeloze stroom van Liefde,
waarin onze liefde is opgenomen en mee stroomt in alle eeuwigheid.
Dit ‘eeuwig God zijn’ is de diepste realiteit van ons leven.
En zo mogen we leren onszelf, ons leven en ons lichaam te begrijpen:
In het licht van de eeuwigheid.
Dat we alleen zo God leren kennen en onszelf leren kennen…
…
Wat komt er van dit kind terecht?
Wat kan er van dit kind terecht komen?
Wat zijn haar mogelijkheden en haar instrumenten?
Dat zij een deel van God is – een modus van God, zei Spinoza.
Wat gaat daar een rust van uit en een troost in de vergankelijkheid.
En wat een hoogwaardigheid en adeldom.
Kijk in de spiegel en zeg tegen jezelf:
Goedemorgen, God, ja jij, God.
Mooie, stralende, lichtende, liefdevolle God.
Zeg het tegen die puber met zijn minderwaardigheidsgevoel misschien,
tegen het meisje dat zichzelf zo lelijk vindt,
tegen wie zich mislukt voelt,
tegen wie er een puinhoop van heeft gemaakt,
tegen de vrouw, de man die ongeneeslijk ziek is,
tegen de vrouw, de man die een geliefde verloor aan de dood,
tegen de Oekraïense soldaat die sneuvelt aan het front.
Zeg het: je was God, je bent God en je blijft God.
Je was Liefde, je bent Liefde en je blijft Liefde…
…
We zijn alleen maar op aarde om ons daarvan bewust te worden.
Ik heb dat zelf heel erg moeten leren in mijn leven
en misschien daardoor mag ik er anderen over vertellen:
We waren liefde, we zijn liefde en we blijven liefde,
ook als we dood zijn.
In elk nieuw geboren kind, zoals ook in het Kerstkind,
dient God zich aan, biedt God zich aan als liefde.
Voor onze kleinkinderen schreef ik er een gedicht over:
In jullie onbevangen ogen
lees ik:
waarom de wereld ooit begon,
waarom de zon,
het universum en het licht,
een eindelijk subliem gedicht,
hoe God zich in een kind ontvouwt,
zich weerloos aan ons toevertrouwt.
STILTE
Gebeden (met stilte en Onzevader)
Mysterie van Liefde, hoe zullen wij jou noemen?
Moeder God, Vader God, Licht, Geliefde?
Wij zoeken jouw stilte in ons eigen gemoed…
…
Wij spreken uit en leggen in jouw stroom wat ons bezighoudt:
de dwaasheid van de oorlogen van deze wereld en het bittere leed…
de blindheid en hardheid van zoveel onderdrukkers en de onmacht van hun slachtoffers…
de geschondenheid van de aarde op zoveel plaatsen en de dreiging van de klimaatcrisis…
alle kinderen op dit feest van een kind: hun kwetsbaarheid, hun toekomst…
allen die het hoofd moeten bieden aan een ernstige ziekte en zij die de dood onder ogen moeten zien…
alle mensen die juist op deze feestdagen herinnerd worden aan rouw, gemis, verdriet…
alles wat nu zelf in ons opkomt aan vreugde, vragen, pijn, wie ons lief zijn, hun namen, in de stilte…
…
We bidden samen het Onzevader:
Onze Vader die in de hemelen zijt,
Uw naam worde geheiligd,
Uw koninkrijk kome,
Uw wil geschiede gelijk in de hemel alzo ook op aarde.
Geef ons heden ons dagelijks brood.
En vergeef ons onze schulden gelijk ook wij vergeven onze schuldenaren.
En leid ons niet in verzoeking, maar verlos ons van de boze.
Want van u is het koninkrijk, en de kracht, en de heerlijkheid, tot in eeuwigheid.
Amen.