Inleiding thema Taizé: De stiltes en het meditatieve zingen…
Regelmatig zingen wij hier Taizé-liederen.
Maar wat is Taizé eigenlijk?
In de loop van deze dienst
hopen we een beetje antwoord te krijgen op die vraag.
Om te beginnen: Taizé is een protestants klooster,
gesticht door Roger Schutz, frère Roger.
Het staat bekend om zijn diensten met veel stiltes
en het meditatieve zingen zoals wij daar ook iets van kennen.
We zingen dus vandaag veel Taizé-liederen,
de meeste bekend en in het Nederlands,
een paar in het Latijn – maar goed te doen, hoor…
En er zijn momenten van stilte.
Een paar verschillen met een echte Taizé-viering:
We begonnen met een gewone, protestantse psalm
en u krijgt ook een “stevige preek” in plaats van de 10 minuten stilte…
We zingen nu het eerste Taizé-lied op de gebruikelijke manier:
Wacht op de Heer…
Voor de kinderen: Het verhaal van frère Roger…
Het was oorlog in Europa: de Tweede Wereldoorlog.
Er was een jonge man die dat allemaal had gezien,
de vreselijke dingen die mensen elkaar aandoen.
Roger Schutz heette die man.
Roger dacht: het leven moet toch anders kunnen zijn.
En hij dacht ook: God zal hier vast veel verdriet om hebben.
Hij fietste door Frankrijk, door de heuvels van Bourgondië.
Toen kwam hij in een klein dorpje boven op een heuvel: Taizé.
Zoek het maar eens op, op de kaart: Taizé in Bourgondië in Frankrijk.
En Roger dacht: hier, in dit kleine, stille dorpje, Taizé,
hier begin ik een huis waar mensen eenvoudig kunnen leven voor God.
Eenvoudig leven voor God – daar gaat het om.
Een huis waar God geen verdriet zal hebben – en ook de mensen niet.
Een huis, een plek waar we stil zijn voor God,
een schuilplaats waar mensen veilig zijn.
Een klooster – noem je zo’n plek.
Daar zorgde hij voor krijgsgevangenen en oorlogsweeskinderen.
Al snel kwamen er mensen bij hem wonen, in Taizé.
Elke dag waren ze lange tijd stil voor God.
En altijd zorgden ze voor mensen die het moeilijk hadden, wereldwijd.
En ze maakten eigen liedjes – die zingen wij soms in de kerk.
En Roger werd “broeder Roger” genoemd, op z’n Frans: frère Roger.
Jammer genoeg is het niet goed afgelopen met frère Roger.
Op een dag werd hij midden in zo’n mooie stiltedienst vermoord…
De vrede en de veiligheid die hij voor anderen zocht werden hem niet gegund.
Dat is heel verdrietig, dat het vaak zo gaat…
Maar het is zeker niet afgelopen met Taizé!
Als je er in deze tijd van het jaar komt,
dan zijn er duizenden jongeren uit de hele wereld.
Een mooie plaats voor God, Taizé.
Vandaag zingen we bijna alleen Taizé-liederen.
En we denken aan de droom van frère Roger
Voor de lezing uit Genesis 33: wat vooraf ging…
We stappen midden in het verhaal van Jacob en Esau
als het volgende heeft plaatsgevonden:
Esau is woestijnvorst geworden over een gevreesd woestijnleger.
Jacob herinnert zich maar al te goed wat hij Esau geflikt heeft
en probeert hem gunstig te stemmen
door hem te overladen met geschenken,
die hij ‘m voor de ontmoeting uit in delen doet toekomen.
Jacob heeft de nacht tevoren geworsteld met zijn verleden, zijn angst,
met zichzelf en met God.
Je zou kunnen zeggen: hij heeft God teruggevonden.
En nu treedt hij Esau tegemoet, in hernieuwd vertrouwen, vanuit God.
Esau is overrompeld door de geschenken en wil ze niet aannemen.
Daar stappen we in het verhaal, bij vers 9…
Meditatie:
Lieve mensen,
het is toch wat met die stiltezoekers.
Toen in de vroege eeuwen van onze jaartelling
de kluizenaars die wij nu kennen als de woestijnvaders
de woestijn in trokken om daar alleen te zijn,
kwamen de mensen massaal op hen af…
Al die mensen bleken iets te missen
wat ze in die zonderlingen en in hun levensstijl wel zagen.
Toen de Middeleeuwse priester/dichter Jan van Ruusbroec
zich op zijn 50e in de eenzaamheid van het Zoniënwoud vestigde
om daar alleen met God te zijn,
begonnen de mensen hem pas echt op te zoeken.
Het was in het stille Zoniënwoud nog nooit zo druk geweest!
Toen frère Roger in de Tweede Wereldoorlog
zich terugtrok bij het piepkleine dorpje Taizé
had hij niet kunnen vermoeden dat het een paar decennia later
zo storm zou lopen
en dat er elk jaar tienduizenden jongeren vanuit de hele wereld
naar toe zouden komen, en dat er ook overal elders in Europa
massaal bezochte Taizé-bijeenkomsten zouden plaatsvinden!
En dat allemaal niet vanwege een spetterend rockspektakel
of vlammende sprekers die wereldwijd volle zalen trekken,
maar vanwege sobere diensten met eenvoudige liedjes
en vooral veel stilte – vanuit een haast armoedige levensstijl!
Het eten dat je er als gast krijgt bestaat nog net niet uit sprinkhanen…
Niet dat dit massale me aantrekt – helemaal niet,
het maakt mij eerder wantrouwig –
maar het zegt wel iets, namelijk over de diep menselijke behoefte,
die we ook in de bijbel terugvinden:
het verlangen naar een zo basaal mogelijk leven,
juist in de overweldigende veelheid
van een op productie en consumptie gerichte samenleving.
We zien het in de beschrijving van de vroege christengemeente:
sober leven in gemeenschap van goederen,
gericht op God en de liefde van Christus.
Maar de achterliggende gedachte
vinden we misschien toch nog helderder uitgedrukt
in het verhaal van Jacob en Esau.
Het is wel duidelijk wie het machtigst is van de twee.
Esau met zijn 400 woestijnrovers, over wie hij als een vorst regeert.
Hij heeft niets van Jacobs kudde nodig.
Let nu op het staaltje verfijnde vertelkunst.
Esau zegt: laat maar zitten die geschenken,
want ik heb al veel.
Jacob, die feitelijk een kwetsbare nomadenherder is gebleven,
en hier in de positie van de mindere zit,
dringt er bij Esau op aan toch zijn geschenken aan te nemen,
want, zegt hij, ik heb alles.
Waarom kan Jacob zeggen dat hij alles heeft
terwijl Esau, die veel machtiger is, hooguit kan bogen op veel?
Omdat Jacob alles heeft in God!
Hij heeft in schande en schade een innerlijke schat verworven,
die het verschil tussen Esau’s overwicht en Jakobs ondergeschikte positie
als sneeuw voor de zon doet verdwijnen.
Jij kunt wel veel hebben, maar ik heb alles.
Het is de heerlijke onverschilligheid voor materieel succes,
van mensen die kunnen zeggen:
Ik heb dat niet nodig om gelukkig te zijn –
omdat ze een rijk innerlijk leven hebben,
omdat ze misschien niet veel hebben,
maar tegelijk alles – in God.
Voor de meesten van ons is het moeilijk
om je dat voor te stellen,
om je dat besef eigen te maken,
want we zijn vaak gewend aan veel…
Ik heb de sobere jaren 50 nog meegemaakt,
waarin zoveel niet vanzelfsprekend was,
wat nu zo’n beetje als een recht beschouwd wordt.
Zo herinner ik me onze oude buren, Piet en Miete,
zij leefden uit hun groentetuin,
dag in dag uit op die boerderij,
in het ritme van de seizoenen,
in een eenvoudig geloof.
Je kunt er soms jaloers op zijn
dat ze tevreden waren met zo weinig.
De meesten van ons – ikzelf incluis –
zijn het verleerd om te leven van weinig,
te leven in een gestaag ritme.
Dat komt mensen van nu saai voor.
Wij vinden heel gauw iets saai…
Het leren afzien van vermaak op vermaak,
prikkel op prikkel, hebbeding op hebbeding, luxe op luxe,
het leren afzien van veelheid –
dat lukt ons alleen als wij in onszelf een kracht hebben ontwikkeld,
een geestkracht, een oersterk rustpunt, een innerlijke bron:
vervuldheid van God.
Dat is wat de menigten aantrok in de woestijnvaders.
Zij zagen: die kluizenaars hebben iets wat wij missen,
een geheim dat hun leven zodanig vult
dat ze geen behoefte meer hebben aan veel
omdat ze immers alles hebben.
Dat is ook het geheim van die vroege christengemeente geweest,
die vervuldheid van God.
Het was ook de aantrekkingskracht van Jan van Ruusbroec
in zijn afgelegen Zoniënwoud,
de gloed van Gods minne die van hem afstraalde.
Het is de kracht van Taizé die zoveel mensen inspireert:
het basale leven, dichtbij de aarde,
genoeg hebbend aan wat nodig is,
puur gefocust op gerechtigheid en vrede –
en de stilte voor God.
Het is ook wat velen in die liederen raakt:
de eenvoud, de korte tekst, de stilte die erin doorklinkt,
de simpele melodie, het enkel Godgerichte,
de herhaling waardoor je in een sfeer van aanbidden kunt geraken.
Het is dezelfde eenvoud en rust
die zo’n aantrekkingskracht uitoefent
op al die mensen in de gastenverblijven van de kloosters.
Het is bijna een hype aan het worden,
en dat verraadt de psychologische noodzaak ervan:
de menselijke behoefte aan een diepgaand, eenvoudig leven met God,
de kern van alle dingen –
waarin je niet veel hebt, maar wel alles…
Kijk, we hoeven zo’n kloosterstijl niet te kopiëren.
Ons bestaan is nu eenmaal anders, hectischer, harder.
Maar iets ervan kunnen wij integreren in ons leven.
En soms denk ik dat de economische crisis ons daarbij kan helpen.
Naast alle narigheid voor bepaalde groepen mensen, helaas,
zou dat misschien een voordeel kunnen zijn.
De crisis dwingt velen om het als consument wat rustiger aan te doen
en – in plaats van in spullen en prikkels –
de levensvreugde in zichzelf en elkaar te zoeken
en in een rijker geestelijk leven.
De crisis kan ons helpen het basale leven weer te leren.
En elke keer als we in een dienst een Taizé-lied zingen
denken we aan de eenvoud van Piet en Miete,
denken we aan de stilte,
denken we aan het oprechte verlangen van frère Roger,
denken we aan de eenvoud van God.
Amen.
Welkom en mededelingen
Intochtpsalm: Psalm 131
We zijn stil voor het heilige…
Bemoediging: Onze hulp in de naam van de Stilte, waaruit de hemel en de aarde zijn geschapen…
Groet: De vrede van Christus met allen, amen.
Drempelgebed met stilte (William Bright, blz. 78 Groot Gebedenboek)
Inleiding thema: de stiltes en het meditatieve zingen…
Zingen: Wacht op de Heer… (1 allen, 2 vrouwen, 3 mannen, 4 allen)
Kyriëgebed (Dorothee Sölle, blz. 142 Groot Gebedenboek) telkens allen de acclamatie (twee keer oefenen vooraf):
Glorialied: Laudate Dominum (1 allen, 2 vrouwen, 3 mannen, 4 allen)
Gebed bij de opening van de Schriften (Bernard van Clairvaux, blz. 26, Groot Gebedenboek)
Zingen: Veni sancte spiritus (allen 2 keer)
Voor de kinderen: Het verhaal van frère Roger…
(De kinderen gaan naar hun eigen Vierhoek)
Zingen: Oculi nostri… (1 en 2 allen, 3 vrouwen, 4 mannen, 5 allen)
Inleiding lezing Genesis 33: wat vooraf ging…
Lezingen: Genesis 33:9-11 / Handelingen 4:32-35
Stilte
Meditatie
Stilte
Orgelspel
Zingen: Mijn vrede laat ik u… (1 allen, 2 vrouwen, 3 mannen, 4 allen)
Gebeden met stiltes (Dag Hammarskjöld, blz. 29 Groot Gebedenboek)
Collecte
Slotlied: Prijs de Heer, mijn ziel (1 allen, 2 vrouwen, 3 mannen, 4 allen)
Zegen: De Eeuwige zegene u en behoede u / de Eeuwige doe zijn aangezicht over u lichten en zij u genadig / de Eeuwige verheffe zijn aangezicht over u en geve u vrede / amen.