Uit jezelf vandaan geroepen – winter 2024

UIT JEZELF VANDAAN GEROEPEN

 

Stilte en gebed

Jij, bron van licht die wij God noemen,

jij, stilte in ons,

wij zijn stil voor jou…

We luisteren naar jouw fluisterstem

in het aller diepste van onze ziel

en horen hoe jij ons lokt en roept naar jouw licht,

lokt en roept vanuit het duister,

lokt en roept vanuit ons bange ik,

en thuis brengt in jouw liefde.

Jij, Liefde, die alles heelt,

al onze pijn en angst en wonden.

Jij, Liefde, alles in ons strekt zich naar jou.

Jij, Liefde, wij openen ons voor jou.

Vervul ons van jouw vrede,

de vrede van Christus,

die alle verstand te boven gaat.

Amen

 

 

Opstapje naar het thema: Glassy de globetrotter

Ik ben Glassy, het glasaaltje – maar ik ben allang geen glasaaltje meer.

Ik ben een dikke, vette paling die nu in mootjes in de pan van dominee Jansen ligt te sissen.

Ach, had ik maar niet naar mijn moeder geluisterd!

 

Ik ben geboren in de Sargassozee aan de andere kant van de Atlantische Oceaan.

Ik ben als glasaaltje die enorme plas water overgestoken.

Je kunt mij dus ook gerust Glassy de globetrotter noemen.

Globetrotter tegen wil en dank.

Want ik wilde niet weg uit mijn geboortezee.

Ik dacht dat het mijn thuis was voor altijd.

Ik ben een met deze bodem, dit is mijn zee, zei ik vaak, ik ben de Sargassozee!

De Sargassozee op één, riep ik soms.

Alle glasaaltjes op één, riep ik ook wel, want ik vond dat de wereld alleen uit glasaaltjes in de Sargassozee moest bestaan.

Ik wil niet uit mijn geboorteplek, mijn veilige plek, worden weggeroepen.

Ik wil niet uit mijzelf vandaan worden geroepen.

 

Maar de oceaan nam mij op in haar stroom en voerde mij mee.

Er hielp geen lievemoederen aan.

Sterker nog, mijn lieve moeder zei dat ik deze tocht moest maken.

Dat dit mijn bestemming was, om, nu juist tegen de stroom in, de vreemde, verre binnenwateren in te zwemmen en daar op te groeien.  

Het was mijn bestemming om een globetrotter, een wereldburger, te worden.

Daar zit een zeker risico in, want het leven zit vol risico’s, zei mijn moeder.

Je kunt bijvoorbeeld opgevreten worden door een reiger.

Of in de bakpan van dominee Jansen terecht komen.

Ach, had ik maar niet naar mijn moeder geluisterd….  

Alhoewel, je kunt misschien niet je hele leven een glasaaltje in de Sargassozee blijven…

 

 

Lezingen (eigen hertaling WJ naar de NBV)

Ruth 1:14-16

(De oude Naomi keert met haar Moabitische schoondochters Orpa en Ruth uit Moab terug naar Bethlehem. Ze dringt er bij hen op aan dat ze in Moab zullen blijven. Maar Ruth weigert haar in de steek te laten)

‘Orpa kuste haar schoonmoeder en keerde haar de rug toe, maar Ruth week niet van haar zijde. ‘Kijk, je schoonzuster gaat terug naar haar volk en haar god’, zei Naomi, ‘ga haar toch achterna.’ Maar Ruth antwoordde: ‘Vraag me toch niet langer je te verlaten en terug te gaan, weg van jou. Waar jij gaat, daar zal ik gaan, waar jij slaapt, daar zal ik slapen; jouw volk is mijn volk en jouw God is mijn God.’’

 

We luisteren naar de Zuid-Afrikaanse versie van Stef Bos’ Lied van Ruth

 

Ek is n vreemde hier / Ek het my land gelos

Ek het jou pad gekruis / Ek het jou spoor gevolg

Jy het gese ga terug / Moe nie op my vertrou

Maar jy is deel van my / Wat doen ek sonder jou

En ek weet die toekoms is onseker / En die donker is digby

En ek weet ons wag een lang reis / Reg deur die woestyn

 

Maar jou land is my land / Jou volk is my volk

Jou taal is my taal / Jouw God is my God

Jou droom is my droom / Jou pad is my pad

Jou toekoms my toekoms / Jou hart is my hart

 

Ek weet jou volk is bang / Voor ons wat anders is

Maar ek sal brugge bou / Daar waar die afgrond is

En ek sal terugverlang / Wanneer die wind sal waai

Wat uit die noorde kom / Van my geboorte grond

Maar ek sal sterk wees / En ek sal oorleef

Want ek wil naas jou staan / Al sal dit moeilyk wees

 

Maar jou land is my land / Jou volk is my volk

Jou taal is my taal / Jouw God is my God

 My deel is jou deel / My brood is jou brood

Jou lewe is my lewe / Jou dood is my dood

 

En wanneer die donker kom / En jou mense my ontwyk

Sal ek my liefde gee / Totdat die haat verdwyn

Want jou huis is my huis / Jou angs is my angs

Jou stilte my stilte / Jou land is my land

 

Galaten 2:20

(In de discussie met Petrus, die de joodse gebruiken wil handhaven, kiest Paulus voor het loskomen daarvan. Hij pleit voor een radicale overgave aan de liefde van Christus, die alle grenzen overstijgt – en zelfs het ‘ik’)

‘Ikzelf leef niet meer, maar Christus leeft in mij.’

 

Typhoon (Surinaamse rapper Glenn de Randamie in de Volkskrant van 30 september 2023)

‘…ik ben erachter gekomen dat ik me met geen enkel verhaal hoef te identificeren. Pas dan kun je jezelf worden. Je een identiteit aannemen is niet nodig, wees gewoon wie je bent. […] Er is een hoop om voor te vechten, maar ik weet ook hoezeer je je kunt verliezen op het moment dat dat gevecht je identiteit wordt. […] Ik heb ook meegelopen in protestmarsen en heb me door barricades heen gewerkt, maar uiteindelijk leidde die identificatie met mijn kleur ertoe dat ik verder van mezelf af raakte.’

 

 

Meditatie: Uit jezelf vandaan geroepen

Lieve mensen,

… en ik weet jouw volk is bang, voor ons wat anders is…

Een treffend zinnetje uit het lied van Stef Bos.

Het tekent misschien wel het basisgevoel van ons leven.

Het basisgevoel van Glassy het glasaaltje: Angst.

Nee nee, geen oordeel, het is diep dierlijk en menselijk.

En het is in veel gevallen gezond, angst,

het zet je aan tot een veilig heenkomen,

het is een signaal van gevaar, het kan je leven redden.

Geen oordeel, vooral ook niet over jezelf, als je bang bent.

Zie je angst in de ogen: Waar ben je bang voor?

Waar zijn we allemaal bang voor?

Omhels je angst want heel vaak is zij je reddende engel…

Maar angst kan ook in zijn tegendeel verkeren,

geen reddende engel maar een demon die je gevangen houdt in jezelf.

Angst kan je belemmeren om het leven voluit te leven.

We zijn vaak bang de eigen veilige wateren te moeten verlaten,

de eigen bodem onder ons bestaan te verliezen.

We zijn bang onszelf los te laten.

Daarom zijn we geneigd om ons terug te trekken op eigen terrein.

Juist in deze tijd, nu alles groter wordt en opengebroken.

Alles wordt wereldwijd.

De wereld is een dorp en we zijn wereldburger geworden.

Misschien daarom schreeuwt alles in ons om eigen, eigen, eigen…

In die zin is de verkiezingsuitslag tekenend.

Want ik weet jouw volk is bang, voor ons wat anders is.

Daarom misschien America first, Nederlanders weer op één?

Geen oordeel, nee, geen oordeel, het is zo begrijpelijk.

Er komt zoveel op ons af, we moeten het niet onderschatten…

Nee, we moeten het niet onderschatten.

Maar het gevolg is dat ieder zich terugtrekt op eigen terrein,

in de eigen stellingen, het eigen gelijk, de eigen bubbel – zeggen we dan.

De eigen identiteit, eigen volk, eigen kleur.

Identiteitspolitiek, noemen we dat, tribalisme, stamdenken.

Nee, het zijn geen scheldwoorden, maar signalementen.

Signalementen van een levensgevoel

dat de verhoudingen in de wereld ongelooflijk op scherp zet.

Gaza, Oekraïne, allemaal slachtoffers, gevangen in de eigen identiteit.

De Hongaarse opa van mijn geliefde

werd in 1919 op gruwelijke wijze vermoord door de Witte Terreur.

Toen iemand probeerde haar enthousiast te maken

voor een of andere religieuze groepering, antwoordde zij:

‘Mijn opa is vermoord, ik zal altijd allergisch blijven

voor groepen met een sterke identiteit…’

Loskomen van je identiteit,

het is de enige manier om tot een universele vrede te komen.

Het is dus niet voor niets dat ik,

toen onze jongste kleindochter Saar werd geboren,

de achter, achterkleindochter van die vermoorde opa,  

haar in een column verwelkomde als… wereldburger

Wereldburger, universumbewoner.

Iemand mailde mij onlangs hoe ze een filmsimulatie had bijgewoond,

waarin ze eerst om de aarde vloog en die vervolgens achterliet,  

tot er in andere sterrenstelsels niets van overbleef dan een stofje.

Daarin verbleekt alle identiteit en groepsdenken.

Er is zoveel meer voor een mens weggelegd dan eigen volk en land eerst.

We lezen het in Ruth, een van de mooiste bijbelboeken:

een wijsheidsboek, een Hooglied van de liefde, een politiek handboek.

Een wegwijzer voor vreemdelingenbeleid.

En het is alsof Ruth dat voelt, dat ze daar moet zijn,

in het land, bij het volk, bij de God van Naomi.

Dat die haar zullen beschermen en opnemen,

in het recht van de weduwe, de wees en de vreemdeling,

een joodse leefregel die nu met voeten wordt getreden door nota bene Israel.

Het is ook het verhaal van trouw en overgave.

Ruth heeft zoveel liefde opgevat voor Naomi,

haar buitenlandse schoonmoeder, dat ze niet anders kan

dan haar land verlaten, haar volk achterlaten, zichzelf achterlaten.

Ze laat zich uit haar identiteit, uit zichzelf vandaan roepen.

Het is een grensoverschrijdend verhaal,

het verhaal van grensoverschrijdend gedrag in de goede zin,

van Moabitische naar universele liefde, naar wereldburger.

Van American, van Nederlander naar Universumbewoner…

Universumbewoner, bevrijd uit de gevangenschap van de eigen identiteit.

Als iemand die weg is gegaan is het de apostel Paulus.

Ach, hoe gevangen zat hij in zijn farizeïsche identiteit,

in een soort joods wettisch tribalisme: alle glasaaltjes op één.

En alle anderen vormen een bedreiging, dus korte metten ermee maken.

Paulus’ identiteit, toen hij nog Saulus heette, zette hem aan tot vijandschap,

ja, tot moorden – waar komt ons dat bekend van voor?

Maar als hij dat eenmaal inziet, omdat hij in een diepe crisis belandt,

als hij eenmaal innerlijk ziek is geworden van zoveel duistere agressie,

als hij ziet wat hij heeft aangericht en wat, in mijn woorden,

tribalisme met een mens doet, wil hij ook niets meer weten,

net als mijn geliefde, van ‘groepen met een sterke identiteit’. 

Hij gaat daarvoor zelfs het conflict aan met zijn broeder Petrus,

die zich in Paulus’ ogen nog te zeer identificeert met de joodse gebruiken,

met, zogezegd, ‘eigen volk’.

Hij laat ook radicaal zichzelf varen in die krasse uitspraak:

‘Ik leef niet meer, maar Christus leeft in mij.’…

Ik leef niet meer, maar Christus leeft in mij.

Mag ik, om het nog universeler te maken, dat vertalen als:

De Liefde leeft in mij?

God woont in mij.

God bewoont ons en wij bewonen God.

God is onze diepste identiteit.

Ik heb het ervaren als de gang van de mens door het leven:

Van felle eigen identiteit, van zich profilerende ik,

naar het loslaten van je identiteit – in de liefde.

Zoals in het Lied van Ruth:

En wanneer die donker kom / En jou mense my ontwyk

Sal ek my liefde gee / Totdat die haat verdwyn

Liefde blijven geven, het is het enige antwoord op haat.

Niet ik leef nog, maar de Liefde leeft in mij.

Gaandeweg je leven wordt jouw zelf overgenomen door een ander zelf.

Het zelf van de Liefde, de alomvattende, verticale Liefde,

die je God kunt noemen.

In God vind je je ware zelf…    

Het gaat erom je uit jezelf vandaan te laten roepen,

nee, niet omdat je slecht bent,

maar omdat je jezelf zo in de weg kunt zitten,

omdat er zoveel angst is in het vasthouden aan jezelf,

omdat een nieuw, vrij bestaan je wacht.

Het zou de wereld redden als de mensheid daarvan doordrongen was.

Het is mooi om te zien hoe rapper Typhoon dat heeft begrepen.

Een mooi, eigentijds voorbeeld van bevrijding, bevrijding

uit de gevangenschap van de identificatie met de eigen identiteit,

in dit geval de identiteit van kleur.

Typhoon heeft het begrepen:

Pas door uit jezelf vandaan geroepen te worden vind je je ware zelf…

… in de Liefde, in God.

Luisteren we nog maar eens naar zijn tekst

en lees die er thuis nog maar eens op na.

Een prachtig antwoord op de huidige polarisatie in de maatschappij:

 

‘…ik ben erachter gekomen dat ik me met geen enkel verhaal hoef te identificeren. Pas dan kun je jezelf worden. Je een identiteit aannemen is niet nodig, wees gewoon wie je bent. […] Er is een hoop om voor te vechten, maar ik weet ook hoezeer je je kunt verliezen op het moment dat dat gevecht je identiteit wordt. Ik heb ook meegelopen in protestmarsen en heb me door barricades heen gewerkt, maar uiteindelijk leidde die identificatie met mijn kleur ertoe dat ik verder van mezelf af raakte.’

STILTE

 

Gebeden (met stilte en Onzevader)

Jij Stilte,

die ons losweekt uit onszelf,

en ons opneemt in jouw sfeer

van louter liefde…

Wees in ons de gloed

die ons verwarmt en verlicht,

die ons innerlijk geneest van het verleden,

van onze bange pijn,

die ons troost als wij verdriet hebben,

als het leven ons slaat en verwondt.

Wees ook aanwezig als de gloed van liefde

in de harten van mensen wereldwijd,

te midden van al het verschrikkelijke oorlogsgeweld.

Wij denken aan alles wat ons bezwaart

en leggen het neer in jouw stroom van liefde door de wereld

in jouw stilte in ons…

We bidden samen het Onzevader

 

Onze Vader die in de hemelen zijt,

uw naam worde geheiligd, uw Koninkrijk kome,

uw wil geschiede, gelijk in de hemel alzo ook op de aarde.

Geef ons heden ons dagelijks brood.

En vergeef ons onze schulden, gelijk ook wij vergeven onze schuldenaren.

En leid ons niet in verzoeking, maar verlos ons van de boze.

Want van u is het Koninkrijk, en de kracht, en de heerlijkheid,

tot in eeuwigheid.

Amen